Nieuws

Bodemnetwerken relevant voor natuurherstel en koolstofvastlegging

article_published_on_label
8 februari 2017

Veranderingen in landgebruik brengen verschuivingen teweeg in de biodiversiteit van het leven ondergronds. Dit werkt door in de kringloop van nutriënten, hetgeen weer gevolgen heeft voor de vegetatieontwikkeling. Hoe oorzaak en gevolg precies in elkaar grijpen is echter nauwelijks bekend. Een internationaal team van onderzoekers onder leiding van Elly Morriën en Wim van der Putten (NIOO-KNAW), met daarin o.a. Jack Faber en Wim Dimmers van Wageningen Environmental Research (Alterra), laat vandaag in Nature Communications zien hoe het bodemleven verandert bij de omzetting van landbouwbodem naar natuur, en hoe dat doorwerkt in koolstof- en stikstofkringlopen in de bodem.

Bodemorganismen spelen een belangrijke rol bij de vegetatiedynamiek en het functioneren van ecosystemen, zowel in natuurlijke als in verstoorde ecosystemen. Hoewel er wel deelstudies zijn gedaan naar de dynamiek van bepaalde (groepen) bodemorganismen, is er nog weinig bekend van het gehele bodemnetwerk. “Er wordt over het algemeen gedacht dat het leven in de bodem een afspiegeling is van de bovengrondse vegetatie,” zegt Jack Faber. “Maar het inzicht dat regulatie ook omgekeerd gericht kan zijn neemt de laatste jaren toe.”

Menselijke invloeden

Wereldwijd worden ecosystemen blootgesteld aan menselijke invloeden. Veranderingen in landgebruik en bodembeheer kunnen de bodemlevensgemeenschap sterk veranderen, en dat heeft consequenties voor plantengroei. Mechanistisch gezien weten we hier nog maar zeer weinig van af. Het doel van de studie was dan ook te onderzoeken hoe biodiversiteit, samenstelling en structuur van de bodemlevensgemeenschappen verandert tijdens het herstel van verstoorde ecosystemen. Het experimentele onderzoek, dat ruim twintig jaar geleden begon, is uitgevoerd op tien graslanden op de Veluwe, die een chronosequentie (tijdreeks) vertegenwoordigen van voormalig bouwland naar natuur. Ruim 20 Europese partners hebben bijgedragen aan de beschrijving van de vele taxonomische en functionele groepen van organismen in de complexe en sterk veranderende bodemlevensgemeenschappen.

Verschillende successiefasen

Gedurende de transitie van het voormalig bouwland naar natuurlijk grasland bleek dat er méér sterke relaties tussen groepen bodemorganismen ontstaan (op de korte termijn bijvoorbeeld vooral tussen bacteriën en schimmels) en dat het bodemnetwerk hechter wordt. In de aanvangsperiode worden schimmels vooral begraasd door nematoden en springstaarten, terwijl in latere successiefasen mijten dat overnemen. Vooral van belang is dat er niet meer schimmels komen, maar dat hun soortensamenstelling, productie en consumptie toeneemt naarmate de natuurontwikkeling voortschrijdt. Jack Faber: “Hiermee is op basis van veldexperimenten aangetoond welke rol bodemnetwerken spelen bij het functioneren van het ecosysteem. Dat was nog nooit eerder gedaan. Een efficiënte vastlegging van koolstof in de bodem of effectgerichte maatregelen voor stikstof vereisen dan ook een bodembeheer dat ook rekening houdt met het bodemleven, zodat optimaal gebruik wordt gemaakt van de natuurlijke regulatie van gewenste processen. Oftewel: working with nature.”

Klik hier voor ‘Soil networks become more connected and take up more carbon as nature restoration progresses’. Nature Communications, 8 februari.