Oogstvervroeging en bodemstructuur

Het 1 of 2 weken vervroegen van de oogstperiode levert meer gunstige oogstdagen op.

Afhankelijk van het gewas is de toename gemiddeld over 30 jaar 5-6 werkbare oogstdagen bij 1 week vervroeging en 10-12 dagen bij 2 weken vervroeging. Deze verbetering betreft de bouwvoor. Oogstvervroeging met 1 tot 2 weken in de periode vóór 1 september leidt gemiddeld over 30 jaar tot een wat nattere ondergrond (6-15 mm meer water). Dit komt omdat er tot 1 september nog een neerslagtekort is, waardoor de ondergrond nog verder indroogt. Bij een vervroegde start van de oogst na 1 september ontstaat daarentegen een wat drogere ondergrond (6-11 mm minder water).

Oogstvervroeging vergroot de mogelijkheden voor groenbemesters na de oogst. Bovendien is de drogestofopbrengst van groenbemesters hoger bij een vroegere zaai. Groenbemesters houden voedingsstoffen in de bodem in de winter vast, verbeteren de bodemstructuur en verhogen het organischestofgehalte van de bodem. Kwantificering van de baten van groenbemesters voor de bodemstructuur is moeilijk.

Doorvertaling van de effecten van oogstvervroeging naar vermindering van bodemstructuurschade in het najaar, verbetering van de bodemstructuur in de volgende seizoenen en tenslotte verhoging van de opbrengsten blijft complex. Maar bij de genoemde vervroegingsopties, die in navolgende jaren door opbrengstverhoging resulteren in hogere baten, is te verwachten dat ze een positief effect zullen hebben op de bodemstructuur en het bedrijfsrendement.