Mineralenconcentraat en emissie

Mineralenconcentraten wijken, wat betreft hun nutriëntenconcentraties en toepassing af van de gangbare vloeibare dierlijke mest. Tot 2010 was er nog nauwelijks inzicht in de ammoniakemissie bij de verschillende toepassingen van mineralenconcentraat. Emissiemetingen zijn in het groeiseizoen verricht op grasland, in graan en in aardappelen *).

Emissiemetingen bij het toedienen in graan met een sleepslangenmachine en een zodenbemester gaven voor beide technieken een lagere emissie dan in het verleden gemeten na toediening van dunne varkensmest. De zodenbemester gaf bij mineralenconcentraat weer een lagere emissie dan de sleepvoetenmachine. In aardappelen werd het concentraat toegediend net voor sluiten van het gewas met een sleepslangenmachine. De ammoniakemissie was relatief hoog ondanks de plaatsing van het middel onder het gewas en de droge bodemomstandigheden. De emissie was hoger dan de metingen uitgevoerd in graan.

Bij het toedienen van het concentraat met een zodenbemester op grasland was de emissie laag ten opzichte van de emissie van rundermest die ook was uitgereden met een zodenbemester. De lage emissie bij het toedienen van het concentraat is het gevolg van de samenstelling van nutriënten en de vloeibaarheid ten opzichte van rundermest.

*) De emissie wordt uitgedrukt als percentage van de met de mest uitgereden ammonium. Concentraten hebben een veel hoger ammoniumgehalte; dit kan betekenen dat het emissiepercentage weliswaar lager is, maar dat absoluut een gelijke of hogere hoeveelheid N als ammoniak verloren gaat.