Nieuws

Akkoord Parijs en bio-economie grote uitdagingen voor Nederlands bosbeheer 

article_published_on_label
5 oktober 2016

Nederland heeft hoge ambities op het gebied van de bio-economie. Voor een groot deel zijn die gebaseerd op houtige biomassa. De Biomassavisie 2030 van EZ verwacht alleen al in Nederland een extra vraag van zo’n 30 miljoen m3 hout per jaar voor traditionele producten, nieuwe biobased producten en energie. Gert-Jan Nabuurs en Mart-Jan Schelhaas van Wageningen Environmental Research (Alterra) zien mogelijkheden om meer hout uit het Nederlandse bos te oogsten.

Niet alleen Nederland, maar vrijwel alle EU-landen verwachten een behoorlijke extra vraag naar hout vanuit de bio-economie, mede vanwege aangescherpte klimaatdoelen. Wageningen Environmental Research (Alterra) heeft samen met Probos en Wageningen Economic Research een studie uitgevoerd naar de consequenties van de verhoogde vraag naar hout, in relatie tot duurzaam beheer en een optimaler gebruik van hout. Het onderzoek vormde mede input voor een Actieplan Bos en Hout, een initiatief van een groot aantal spelers in de bos- en houtsector. Het Actieplan wordt op 26 oktober tijdens de Klimaattop aangeboden aan de staatssecretaris van I&M, Sharon Dijksma, en beoogt het vergroten van de duurzame bijdrage van de sector aan de bio-economie.

In een bio-economie is zelfvoorziening belangrijk. De jaarlijkse houtoogst in Nederland bedraagt op dit moment slechts 55% van de jaarlijkse groei, zegt Alterra-onderzoeker Mart-Jan Schelhaas: “Het is mogelijk dit percentage duurzaam te verhogen tot 75 à 80%, door intensiever te gaan oogsten in de multifunctionele productiebossen, met beperkte effecten op de natuurkwaliteit. Ook andere functies van het bos als biodiversiteit en ecosysteemdiensten blijven dan gewaarborgd. Dit levert zo’n 0,6 tot 0,8 miljoen m3 hout extra per jaar op.” Daarmee kan Nederland een bescheiden bijdrage leveren aan de verhoogde vraag naar biomassa. De verhoogde oogst zou samen moeten gaan met nieuwe investeringen in het Nederlandse bos in een integraal programma waarin aandacht is voor alle functies van het bos.

“In Europa kan de oogst toenemen van de huidige 520 miljoen m3 tot 600 à 650 miljoen m3,” vult hoogleraar European Forest Resources Gert-Jan Nabuurs aan. “Het aanplanten van bos of korte-omloopbos op verlaten landbouwgronden kan op termijn nog eens zo’n 100 miljoen m3 per jaar opleveren. Ook hier zijn investeringen in een integraal programma nodig om eigenaren te stimuleren meer hout te oogsten, meer bos aan te leggen en aandacht te besteden aan andere functies van het bos. Maar de recente ontwikkelingen in de meeste Europese landen gaan echter juist in de richting van toekomstige tekorten en verminderde aandacht voor bos.”

Maar ook het houtgebruik kan beter: hout zou zo veel mogelijk moeten worden gebruikt om producten te maken met een lange levensduur (zoals houtskeletbouw) of een hoge toegevoegde waarde, stellen de onderzoekers. Daarna kunnen deze producten gerecycled worden tot andere producten en pas aan het einde gebruikt voor energieopwekking. Zo kan de import van bulkbiomassa afnemen van 12,5 miljoen ton droge stof tot 5 miljoen ton, en kan weer bijna 5 miljoen ton droge stof beschikbaar komen voor biochemie en energie. Gert-Jan Nabuurs: “De bio-economie is een grote uitdaging voor de Nederlandse bos- en houtsector. We weten dat de grondstoffenvoorziening een bottleneck kan zijn. Alleen met een integraal investeringsprogramma met aandacht voor alle functies van het bos, zal het mogelijk zijn de transitie naar de bio-economie te maken.”

Klik hier voor ‘Nederlands bosbeheer en bos- en houtsector in de bio-economie – Scenario’s tot 2030 in een internationaal bio-economie perspectief