Haver past in een glutenvrij dieet

Men heeft lang gedacht dat haver niet veilig is voor mensen die last hebben van gluten in de voeding. In de afgelopen jaren is uit medisch en epidemiologisch onderzoek duidelijk geworden dat dit niet aan de haver zélf ligt, maar veroorzaakt wordt door besmetting van haver met tarwe, gerst en rogge.

Deze besmetting begint vaak al met het zaaizaad van haver, waarin enkele korrels van de andere, glutenbevattende granen kunnen vóórkomen. Ook kan haver geteeld zijn op land waar in het voorafgaande jaar tarwe of gerst geteeld is. Vervolgens kan bij de oogst gebruik gemaakt zijn van machines waarmee vlak daarvoor bijvoorbeeld tarwe geoogst is. Andere bronnen van besmetting blijken vaak aanwezig te zijn bij transport, opslag en verwerking. Vaak treedt een combinatie van deze besmettingsfactoren op.

Gangbare glutenvrije voeding bevat geen granen en is daardoor arm aan vezels. Toen wetenschappelijk geaccepteerd werd dat haver in principe een glutenvrij product is, heeft de Europese Commissie besloten dat haver en haverproducten die minder dan 20 ppm (mg/kg) gluten bevatten als glutenvrij verkocht mogen worden. Hierdoor vormt deze glutenvrije haver een vezelrijke aanvulling op het overigens vezelarme glutenvrije dieet.

Binnen De Nederlandse Haverketen is nu een geheel gescheiden keten opgezet, waarbij alle schakels van de haverproductie gegarandeerd glutenvrij zijn. De Nederlandse Coeliakievereniging stelt onder contract het glutenvrij logo beschikbaar voor de haverproducten die gegarandeerd minder dan de genoemde besmetting van 20 ppm gluten bevatten.