Future Cities Arnhem

LfM maakte in Arnhem het stadsklimaat zichtbaar met prikkelende kunstinterventies waaronder een ‘mosbed’ bij het ziekenhuis. LfM organiseerde een fietsroute met een elektrische vrachtfiets, interviewde deskundigen en legde reacties van bezoekers vast op film. Deze opnames werden gebruikt voor de documentaire De Staat van het Klimaat over de gevolgen van klimaatverandering in de stad.

Groene infrastructuur voor klimaatbestendige steden

Wat is het verkoelend effect van de bomen, tuinen en parken in steden op de gevoelstemperatuur? Nog steeds zijn er weinig wetenschappelijk onderbouwde ontwerpprincipes beschikbaar voor stedelijke planners, over hoe je stedelijk groen optimaal kunt inzetten om de stedelijke gebieden in Noordwest-Europa klimaatbestendig te maken. Wageningen UR werkt aan het definiƫren van zulke ontwerpprincipes. Deze worden gebaseerd op wetenschappelijke kennis over de objectieve en beleefde impact van het stedelijk groen op thermisch comfort en getoetst in ontwerpsessies.

Groene daken in Tilburg

Groene daken verminderen de afvoer van regenwater naar het riool, reduceren hittestress op warme dagen en hebben een twee keer langere levensduur dan traditionele dakbedekking op platte daken. Of groene daken de beste optie zijn om de leefbaarheid in steden te vergroten en in hoeverre ze ook werkelijk bijdragen aan bijvoorbeeld klimaatadaptatie hangt af van het soort groendak en de lokale omstandigheden. Wageningen UR zocht het uit voor Tilburg.

Future Cities Arnhem.jpg

Evaluatie van de ecosysteemdiensten van dak- en gevelgroen

Groen in de stedelijke omgeving heeft veel positieve effecten, de zogenaamde ecosysteemdiensten (ESS). De ruimte voor groen in de stedelijke omgeving is echter in toenemende mate beperkt. Grootschalige toepassing van dak- en gevelgroen lijkt daarom goede perspectieven te bieden voor duurzame en klimaatadaptieve stadsontwikkeling. Voor een goede economische afweging van de kosten en baten van dak- en gevelgroen is het van belang om niet alleen op individueel gebouwniveua te kijken maar ook de effecten op wijk- en stadniveau mee te wegen.