Weetje 3: Mosselen stimuleren de groei van hun eigen voedsel

Mosselen filtreren hun voedsel (algen) uit het water en zorgen daarbij tegelijkertijd voor recycling van fosfaat en nitraat in het zeewater, waardoor de overgebleven algen goed kunnen groeien. Zo stimuleren mosselen de groei van hun eigen voedsel.

Filtratie van het water

Een Mossel kan 1,5 liter water per uur langs zijn kieuwen pompen. De huidige mosselpopulatie kan het hele volume van de Waddenzee in 1 week filteren. Mosselbanken werken als een natuurlijke zuiveringsinstallatie, omdat Mosselen een groot deel van de gefilterde algen als organisch materiaal laten bezinken en er binnen de bank afwisselend zuurstofrijke en zuurstofarme omstandigheden heersen. Organisch materiaal wordt afgebroken en er komen voedingsstoffen zoals fosfaat, nitraat en silicaat vrij. Dit stimuleert de productie van algen. Dit proces is onder meer gemeten
in experimenten waarbij tunnels over een mosselbank zijn gebouwd en het verschil tussen instromend en uitstromend water werd bepaald (plaatje). Mosselen zorgen zodoende voor een versnelling van processen die aan het begin van het voedselweb staan.
Het is mogelijk dat er zoveel algen worden geconsumeerd dat er te weinig algen overblijven om maximaal gebruik te maken van de beschikbare voedingsstoffen (nutriënten). De algen worden dan sneller opgegeten dan dat ze zich kunnen delen.

Uit: Een zee van Mosselen (Dit boek is gratis te downloaden met bonusinformatie)

Publicatie: