Nieuws

Meer waarde uit de oliepalm dankzij zetmeel

article_published_on_label
1 december 2023

Oliepalmen blijken niet alleen een bron van palmolie, ze kunnen ook grote hoeveelheden andere waardevolle stoffen bevatten, zoals zetmeel. Echter, de palmolie-industrie gaat vaak gepaard met onwenselijke ontbossing. Daarom doet Wageningen University & Research met PalmStarch onderzoek naar het winnen van zetmeel uit de stam (‘trunk’) van de palmboom. Zodat de oliepalm méér gaat opleveren dan olie, en er minder land nodig is voor de productie van andere zetmeelhoudende gewassen. Dit kan een stap zijn richting een duurzamere oliepalmindustrie.

Projectleider en onderzoeker Ben van den Broek vertelt waarom een onderzoek als PalmStarch zo belangrijk is: “Die plantages zijn er al, daar is decennia geleden vaak al bos voor gekapt. Terugdraaien kunnen we dat niet meer, maar we kunnen de plantages wel veel beter en duurzamer inzetten. Binnen het programma SustainPalm werken we met Indonesische partners samen aan allerlei innovatieve maatregelen om de winning van palmolie te verduurzamen. Eén mogelijkheid is om meer uit de hele oliepalm te halen, waardoor er minder land nodig is en er op andere plekken geen boskap nodig is. Dit onderzoeken we in PalmStarch.”

De oliepalm aan het eind van zijn leven

Wanneer een oliepalm plantage oud wordt en minder olie produceert, wordt deze gekapt en laten de boeren de bomen meestal op het land liggen. Deze stukken dienen dan als voeding voor de bodem. Dat is natuurlijk best een circulaire aanpak, maar het effect voor een gezonde bodem is maar beperkt: nutriënten spoelen grotendeels weg, en suikers en zetmeel vergaan. Net als de rest van de trunk. Terwijl, daar is nog waarde uit te halen. Een deel van deze trunks gebruiken heeft daarom nauwelijks nadelige gevolgen voor de bodem, maar spaart wel andere teelt uit en levert handige producten.

De waarde van een palmtrunk

Gedeeltes van de trunk worden al gebruikt voor fineerproductie (plaatmateriaal), maar het bevat ook veel zetmeel dat nu verloren gaat. “Als je ook nog wat zetmeel uit de oude palmtrunk kunt halen, hoef je bijvoorbeeld niet nog een veld cassave of aardappelen aan te leggen”, legt Van den Broek uit. “We schatten dat er per hectare zo’n 5 ton zetmeel in de trunks zit. Eerder onderzoek laat zien dat dit goed te winnen is, want het zit geconcentreerd in het bovenste gedeelte van de trunk, daar is het gehalte ongeveer even groot als in zetmeelaardappelen.” Dit kan en hoeft niet bij alle trunks. Van den Broek: “Het wordt te arbeidsintensief om uit alle trunks zetmeel te halen. Bovendien bevatten niet alle trunks dezelfde hoeveelheid zetmeel. Je wilt dus alleen aan de slag met de palmen die het meeste zetmeel bevatten.”

Snel meten is snel weten

Maar hoe weet je welke palm gebruikt kan worden voor zetmeel en welke niet? Van den Broek en zijn collega’s werken aan een meetapparaat dat binnen enkele seconden aangeeft of er veel of weinig zetmeel in zit. Van den Broek: “Je moet snel kunnen beslissen: achterlaten of meenemen?” Vertraging voorkomen is ook belangrijk voor het isoleren van het zetmeel. “Als we het te lang laten liggen, wordt het zetmeel omgezet in glucose-suikers,” verklaart Van den Broek. “Zetmeel heeft meer waarde dan glucose, alhoewel glucose gebruikt kan worden voor het maken van suiker (gula). Daar doen we in het SustainPalm-programma overigens ook onderzoek naar.”

Effectief zetmeel winnen

Het project onderzoekt ook de effectiefste manier om het zetmeel uit de palm te halen. Dat is nog niet zo gemakkelijk. Van den Broek: “Er zit veel silica in de palmtrunk. Hierdoor slijt de apparatuur sneller. Denk aan hakmessen die snel bot worden.” Aan het eind van dit project hopen de onderzoekers ook hier een oplossing voor gevonden te hebben. Uiteindelijk is het doel de ontwikkeling van een mobiele fabriek die zetmeel produceert bij plantages die worden herbeplant. Deze kan daarna weer verplaatst worden naar een volgende locatie.

Lokaal oogsten, lokaal gebruiken

Een van de redenen dat Van den Broek zo enthousiast is over dit project, is de toepassing. “Van dit zetmeel kunnen we meerdere producten maken, zoals ingrediënten voor voeding en biopolymeren voor verpakkingsmateriaal. Ook wordt het gebruikt voor het kweken van insecten. Hoe mooi als ze in bijvoorbeeld Maleisië hun eigen zetmeel daarvoor kunnen gebruiken zonder extra beslag op land. Maar ook dat we weer een nieuwe bron van zetmeel hebben ontdekt die weer andere eigenschappen heeft, en dus ook potentieel voor allemaal nieuwe toepassingen.”

Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van TKI-AgriFood, en is een samenwerking van Wageningen Food & Biobased Research, Bio-tec, Ebbens B.V., PaperFoam, Profina Plywood, Tate & Lyle Solutions en PT Bio Cycle Indo.