Nieuws

Samenwerking in agrarisch natuurbeheer: niet alleen in Nederland

article_published_on_label
31 oktober 2017

In diverse EU lidstaten zijn oplossingen bedacht om agrarisch natuur- en landschapsbeheer door boeren ruimtelijk beter te coördineren en samenwerking tussen boeren te stimuleren. Een recent wetenschappelijk artikel vergelijkt vijf voorbeelden, waaronder het Nederlandse collectieve stelsel. Nederland is met de collectieve aanpak wel bijzonder, maar niet uniek.

Voor effectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer is vaak ruimtelijke samenhang nodig tussen wat individuele boeren doen. Daarom wordt in de internationale literatuur vaak gepleit voor een landschapsbenadering en voor samenwerking tussen boeren in een gebied. In het onderzoek zijn voorbeelden daarvan vergeleken uit Frankrijk, Vlaanderen, Engeland, Duitsland en Nederland. In het bijzonder is gekeken hoe sturingstaken zoals het ontwerp van de maatregelen, ruimtelijke coördinatie, werving van deelnemers en monitoring van resultaten zijn verdeeld tussen overheid, groepen boeren en derden.

Participatieve strategie

Het blijkt dat er diverse manieren zijn om een landschapsbenadering vorm te geven. In de meeste voorbeelden is de rol van groepen boeren groter geworden. In het Franse voorbeeld is echter weer afgestapt van een rol voor groepen boeren in het verbeteren van de waterkwaliteit: hier is gekozen voor verplichte maatregelen. In alle voorbeelden werd de ruimtelijke coördinatie uitgevoerd door een professionele organisatie, ook als dit door een groep boeren werd gedaan. In andere voorbeelden werd juist gekozen voor het klein houden van de groepen, om de onderlinge samenwerking te bevorderen. In het Vlaamse voorbeeld was de koepel van deze kleine groepen wel een professionele organisatie.

De onderzoekers pleiten voor een integrale en participatieve strategie van monitoring en leren in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Die ontbrak in de meeste voorbeelden. In Frankrijk werd bijvoorbeeld alleen gekeken naar de effecten op de waterkwaliteit, en niet de sociale effecten waaronder het draagvlak voor de maatregelen.