Project

KD-2022-070_Voorbereiding sociaaleconomische impactanalyse landbouwsector

In de TK-brief Perspectief Landbouw van 10 juni 2022 is het volgende aangegeven: ‘De ontwikkelmogelijkheden voor individuele ondernemers moeten passen binnen de opgaven voor het gebied, maar ook voldoende perspectief bieden voor een goed verdienvermogen, bedrijfseconomische continuïteit en financierbaarheid van investeringen na het uitvoeren van de gebiedsplannen.

Om dit te borgen heb ik met de minister voor Natuur en Stikstof afgesproken om in het NPLG op te nemen dat een sociaaleconomische impactanalyse voor de landbouw onderdeel van het gebiedsplan moet zijn. Hieruit moet blijken hoe rendabel het perspectief is voor de blijvers (in verschillende deelsectoren). Voor deze impactanalyse zal in overleg met de provincies, sectorpartijen en kennisinstituten een kader en aanpak worden opgesteld.’ Later kwam de Motie Koekkoek-Boswijk 33 576, Nr. 315 bij De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat deze bestaanszekerheid een onderdeel zou moeten zijn bij de beoordeling van de gebiedsgerichte aanpak; constaterende dat boeren vaak niet kunnen verduurzamen omdat investeringen daarmee niet winstgevend zijn en financiering niet wordt verstrekt of omdat boeren niet voldoende overhouden om een zeker bestaan op te bouwen; verzoekt de regering een sociaaleconomische impactanalyse verplicht onderdeel te laten uitmaken van het gebiedsplan, waarbij het doel is om voldoende zekerheid te bieden voor het verdienvermogen, de bedrijfseconomische continuïteit en financierbaarheid van investeringen voor de blijvende agrarische ondernemers, en gaat over tot de orde van de dag.  

Bij de ontwikkeling van gebiedsprogramma’s voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied, zal provincies de opdracht gegeven worden om de sociaaleconomische impact op de landbouwsector in het gebied te analyseren. Dit is toegezegd aan de Tweede Kamer in de kamerbrief over perspectief voor agrarische ondernemers (Kamerstuk 30252 nr.28) en via de aangenomen Motie Koekkoek-Boswijk 33 576, Nr. 315.

Ten behoeve van eenheid, overzichtelijkheid en optelbaarheid hecht LNV er belang aan dat er een methodiek wordt ontwikkeld waarmee provincies deze sociaaleconomische impact inzichtelijk kunnen maken. Via deze kennisdeskopdracht wordt de WUR gevraagd om mee te denken over hoe een dergelijke methodiek vormgegeven kan worden. Na eerste verkennende gesprekken moet er naar een concreet voorstel van een methodiek toegewerkt worden. Dit voorstel kan dienen als basis voor opdrachtverlening voor de daadwerkelijke uitwerking van de methodiek.

Verder wordt via deze kennisdeskopdracht capaciteit bij de WUR gevraagd om in gesprekken met de provincies en met stakeholders de denkrichting voor deze methodiek toe te lichten en het gesprek hierover aan te gaan.

Publicaties