Project

Effectiviteit gebiedsbeschermende maatregelen (MEGMA)

In 2014 is in het kader van het convenant mosseltransitie en VISWAD een aantal gebieden in de westelijke Waddenzee gesloten voor mosselzaad- en garnalenvisserij. Doel van deze sluitingen was het mogelijk maken van een ongestoorde ontwikkeling van meerjarige mosselbanken, en overige belangrijke natuurwaarden.
Om te kunnen evalueren of de gebiedssluitingen leiden tot de gewenste doelen is in 2015 gestart met monitoring van bodemdieren in de gesloten gebieden (project ‘Gesloten gebieden Waddenzee’), in opdracht van het ministerie van LNV. De monitoring is uitgevoerd in 2015, 2016 en 2017 en de resultaten over deze periode zijn gerapporteerd in maart 2018.
Omdat de effecten nog niet duidelijk genoeg waren, zet het ministerie van LNV de monitoring voort in 2018, op dezelfde wijze als is gebeurd in de periode 2015-2017, met uitzondering van enkele alleen voor garnalenvisserij gesloten gebieden.

Achtergrond

Het mosselconvenant is gebaseerd op enkele essentiële aannames: Bodemzaadvisserij is slecht voor de natuurlijkheid van de Waddenzee en bodemzaadvisserij belemmert de natuurlijke ontwikkeling van habitats en van mosselbanken. Om deze hypotheses te toetsen moeten ongestoorde delen van de Waddenzee gemonitored worden op hun natuurlijke ontwikkeling. Het doel van dit project is dan ook het inzichtelijk maken van de natuurlijke ontwikkeling van onbeviste mosselbanken in de Waddenzee.

Werkwijze

Het gaat om het monitoren van gesloten gebieden in de Waddenzee. Hierbij wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de mosselbank (structuur, biomassa, visabundantie, vogelabundantie en benthische biodiversiteit.

Publicaties