Publicaties

Effecten van koolstofvastleggende maatregelen op de (BLN)- bodemkwaliteit indicatoren - Deel 2

Schepens, J.A.B.; Timmermans, Bart; Herbert, Zwanet; Hoogmoed, Marianne; Fuchs, L.M.; Heupink, D.T.; Slier, T.; Wagenaar, Jan-Paul; Koopmans, Chris

Samenvatting

Om te evalueren welke landbouwkundige maatregelen bijdragen aan koolstofvastlegging in de bodem worden binnen het onderzoeksprogramma Slim Landgebruik sinds 2018 Lange Termijn Experimenten (LTE's) bemeten. Hiermee wordt bijgedragen aan de in het klimaatakkoord vastgestelde doelstelling om vanaf 2030 0,5 Mton CO2-eq emissie te reduceren door vastlegging van koolstof in minerale landbouwgronden (zand en klei). Binnen Slim Landgebruik wordt ook onderzocht in hoeverre het vastleggen van koolstof in de bodems gepaard gaat met het behouden van- of verbeteren van de bodemkwaliteit en daarmee kan bijdragen aan duurzaam bodembeheer zoals verwoord in het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL). Vanaf 2019 zijn de koolstofmetingen in de LTE's daarom aangevuld met bodemkwaliteitsmetingen aansluitend bij de indicatorset van de BLN (Bodemindicatoren voor Landbouwgronden in Nederland). Deze set bevat naast organische stof indicatoren ook fysische, chemische en biologische indicatoren. Hiermee kan het ‘meekoppelen’ van de bodemkwaliteit met de koolstofvastleggende maatregelen worden onderzocht. Vorig jaar is een eerste rapport (Hoogmoed et al., 2021) (Deel 1) opgeleverd met de metingen uit 2019. Voorliggend rapport (Deel 2) beschrijft de resultaten van de BLN-metingen uit 2020. Dit jaar bevat het rapport meer maatregelen voor de veehouderij: leeftijd grasland verhogen, kruidenrijk grasland en wisselteelt mais-gras(klaver). Voor de akkerbouw gaat het om de maatregelen groenbemesters, compost toevoegen en meerjarige akkerranden. De resultaten uit voorliggend rapport (Deel 2) en het vorige rapport (Deel 1) samen geven een beeld van de meekoppeleffecten van BLN-indicatoren bij een gemeten toename in bodemkoolstof. We zien bij zeven LTE's een trendmatige of een significante toename in het percentage koolstof in de bodem. Deze toename in bodemkoolstof ging in alle gevallen gepaard met een toename in hot-water extractable carbon (HWC). Bij zes LTE's was ook een toename in stikstof totaal te zien en in alle zeven LTE's was er een toename in één of meerdere biologische indicatoren. Op basis van de metingen in de LTE’s in zand en kleigronden kan worden geconcludeerd dat de maatregelen die een toename in bodemkoolstof laten zien een neutraal of positief effect hebben op de bodemkwaliteit. Hierdoor kan de voorzichtige conclusie worden getrokken dat klimaatmaatregelen positief of neutraal mee-koppelen met de doelstelling om in 2030 alle Nederlandse landbouwbodems duurzaam te beheren.