Internship

Science Education and Communication: Vragenworkshop in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda

Het Origins Center en de ca 300 onderzoekers uit ca 24 universiteiten, buiten-universitaire onderzoeksinstellingen en HBO-instellingen die binnen het Origins Center samenwerken, willen uitvoering geven aan de Nationale Wetenschapsagenda.

Die uitvoering betekent verschillende dingen:

  1. wetenschappelijk onderzoek uitvoeren dat geïnspireerd wordt door één of meerdere (cluster)-vragen uit de Nationale Wetenschap;
  2. mensen uit verschillende geledingen van de Nederlandse samenleving betrekken bij wetenschappelijk onderzoek, óók in de fasen van themakeuze en vraagontwikkeling.

Bij (1) gaat het dan om ‘grote wetenschappelijke vragen’ over het fenomeen ‘leven’:

  • hoe is dat leven eigenlijk mogelijk, afgezet tegen de levenloze verdere werkelijkheid
  • hoe is het leven hier op deze planeet begonnen, hoe verklaren we de hoofdmomenten in het verdere vervolg, wat is de voor- en omgevingsgeschiedenis van het leven, kunnen we aanwijzingen vinden voor het bestaan van leven elders dan op planeet Aarde?
  • hoe kunnen algemene, definiërende kenmerken van leven ingebracht worden in artificiële systemen?

Uit de Wetenschapsagenda blijkt een brede belangstelling voor dit soort vragen, vanuit allerlei segmenten in de Nederlandse samenleving.

Bij (2) komen we dichtbij de politieke doelstellingen van de Wetenschapsagenda: het wetenschapssysteem, meer dan nu, responsief maken voor vragen die leven in de Nederlandse samenleving, die samenleving ook meer te betrekken bij het onderzoeksproces zodat wetenschap minder ‘vreemd’ wordt, meer iets dat (nog) meer dan nu op draagvlak en vertrouwen kan rekenen, over de volle breedte van wetenschapsbeoefening. De kern is hier veel aandacht te geven aan het ontwikkelen van een groter vraagvaardigheid van de Nederlandse bevolking: het vermogen om goede vragen aan ‘de wetenschap’ te stellen. In de filosofie van het Origins Center zou wetenschapscommunicatie niet alleen informatie moeten overdragen, maar vooral ook het beoogd publiek moeten helpen om zulke goede vragen te stellen.

Achtergrond

Het idee achter de Wetenschapsagenda is dat ‘de samenleving’ als het ware opdrachten heeft gegeven aan onderzoekend Nederland, en voor de uitvoering van die opdrachten publieke middelen beschikbaar heeft gesteld. Daar hoort vanuit ‘de wetenschap’ iets tegenover te staan. Onder regie van de Nederlandse Wetenschaps Organisatie zal vanaf begin 2020 en doorlopend tot zeker in 2022 een groot aantal partijen onder de titel ‘Teruggeven aan de samenleving’ activiteiten op het gebied van wetenschapscommunicatie ontplooien die de cirkel van vraagstellen en respons moeten sluiten.

Voorzien zijn o.a. presentaties tijdens grote evenementen (muziekfestivals e.d.) en presentaties op (VMBO-)scholen met gekoppeld bezoek aan een wetenschapsmuseum of science center. Het beoogde publiek bestaat deels uit de groep met latente belangstelling voor wetenschap en deels uit de groep met manifeste belangstelling, die echter via de bestaande kanalen niet makkelijk bediend wordt. (Voorbeeld: woont ver van universiteitssteden en komt dus niet snel naar publiekslezingen, studium generale etc.). Bij die presentaties gaat het niet zozeer om de klassieke publiekslezing maar veel meer om installaties en demonstraties waaraan het publiek actief kan deelnemen.

Wat moet ontwikkeld worden?

Het format voor een workshop ‘Vragenstellen aan wetenschap en technologie: hoe doe je dat?’, waarin deelnemers van een event, festival of bezoekers aan een museum, actief hun skills kunnen verbeteren voor het stellen van vragen aan onderzoekers. Daarbij komen ook kenmerken van vragenstellen kijken als: is de vraag relevant voor de steller? Is de vraag inspirerend voor de onderzoeker? En kan de vraagsteller tenslotte iets met het antwoord?

De deelnemers zullen leren om een soort hink-stap-sprong te maken als ze vragen willen stellen. Hink: kort inventariseren waaraan gedacht wordt bij het onderhavige onderwerp en wat de voorkennis is van de bezoeker. Stap: herkennen waar deelnemer tegenaan loopt. Is er een moment van verbazing, ongeloof of een tekort aan kennis? Sprong: per situatie kan vervolgens de deelnemer geholpen worden om een vraag te formuleren die meer feiten kan verschaffen, juist facts kan checken of meer inzicht of bredere kennis kan bieden.

Het format moet

  • afgestemd zijn op één van de doelgroepen binnen de campagne ‘Teruggeven aan de samenleving’;
  • passen bij de wetenschapscommunicatie-instrumenten die in deze campagne ingezet zullen worden;
  • hanteerbaar zijn voor de partijen die die campagne uitvoeren of daaraan bijdragen:
    festival-organisatoren, scholen (focus VMBO), science centra, onderzoekers, professionals in de wetenschapscommunicatie en anderen;
  • goed onderbouwd zijn: waarom deze werkwijze, wat is er voor nodig en wat kun je ervan verwachten?

Als de stageperiode het toelaat zal ook een test uitgevoerd worden en levert de stagiair(e) ook een testverslag op. De stage is echter ook al geslaagd als aan de eerste vier punten wordt voldaan.

In de stage kan voortgebouwd worden op de uitkomsten van een paar proefprojecten Vraagstellen aan wetenschap en technologie: hoe doe je dat? die het Origins Center in de tweede helft van 2019 voor het instrument ‘de publiekslezing’ heeft uitgevoerd. Documentatie en toelichting hierop is beschikbaar.

We zoeken

We zoeken (een duo) master-studenten Science Education and Communication voor ideevorming en conceptueel ontwerp van de exhibit en informatievoorziening. Bekendheid met methoden voor het ontwerpen van communicatie-instrumenten is nodig; bekendheid met het onderzoeksdomein van het Origins Center is een pré maar niet noodzakelijk.

Middelen en aanpak

  • Wekelijks is een dagdeel voorzien waarin de stagiair(e) met andere stagiair(e)s en de stagebegeleider van het Origins Center samenwerkt, onderling de voortgang bespreekt en elkaar feedback geeft.
  • Begeleiding door collega’s betrokken bij de betreffende opleiding SEC.
  • Stagiair(e)s werken veel zelfstandig.
  • Origins Center is beoogde klant, levert commentaar op plan van aanpak, tussentijdse en eindproducten , levert zo nodig toegang tot onderzoekers, bemiddelt zo nodig in het contact met instellingen die tzt het product gaan gebruiken, stelt zo nodig een klein werkbudget (tot max enkele duizenden euro) ter beschikking op basis van een kort en duidelijk bestedingsplan (waaraan wordt het geld besteed en waarom).

Tijdspanne

Eerste en tweede kwartaal 2020. Eventueel kan ook in het vierde kwartaal van 2019 begonnen worden.