Blog post

Op reis met de Beagle (II)

article_published_on_label
July 30, 2009

Het is Darwinjaar en dat zullen we weten!

De VPRO gaat de “belangrijkste reis ooit”, de reis van Charles Darwin met de HMS Beagle, overdoen en verfilmen. Dit levert 35 televisie-uitzendingen op, vanaf 13 september. Uiteraard zonder Darwin (Charles) zelf, maar met een zeilschip en met een nazaat van Darwin, Sarah Darwin, als een van de “ankers”. Sarah leidt de dans samen met de Belgische bioloog/journalist Dirk Draulans en presentator Lex Runderkamp. De zeilclipper Stad Amsterdam werd voor dit avontuur een jaar lang gehuurd. Normaal bevaart deze luxe driemaster de wereldzeeën ten behoeve van goed betalende toeristen; nu vormen drie cameraploegen van de VPRO de toegevoegde bemanning.

Charles Darwin zelf was niet zo’n zeeman en leefde pas op als het schip weer eens een haven aandeed. Veel van de opnamen die de VPRO maakt worden dan ook langs de route, aan land gedaan. Toch biedt ook de reis over de oceanen kansen. Op verschillende trajecten varen biologen mee, die onderweg hun eigen onderzoek doen, als hommage aan Darwin en in het licht van de centrale vraag van het project: “is de mens bezig het leven op aarde te vernietigen, of is dit sterk overdreven?”.

De meevarende biologen werden ondermeer gerekruteerd via de KNAW. Planktonbioloog Dr. Katja Philippart van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ) op Texel stapt als eerste op, voor het traject Plymouth-Tenerife. Katja Philippart vaart later een tweede traject, nu samen met echtgenoot Mardik Leopold van IMARES, zeevogelbioloog en eveneens werkzaam op Texel. Gezamenlijk gaan zij op zoek naar biologische hotspots op de oceaan.

Traject biologische hotspots

Eén blik op de routekaart was voldoende om hiervoor het meest interessante traject te selecteren: de Patagonische Zee tussen Buenos Aires en Punta Arenas, voor de kust van ZW Argentinië en Vuurland. Dit is een van de meest productieve zeeën ter wereld, waar langs langgerekte oceanische fronten een zeer hoge productie van plankton plaatsvindt. Die productiviteit trekt veel leven aan, tot en met de reuzen van de zee, de albatrossen en de walvissen. En een grote vissersvloot die niet alleen veel vis vangt maar ook honderdduizenden zeevogels en honderden dolfijnen per jaar. Vooral de verschillende soorten reuzenalbatrossen hebben hier zwaar onder te lijden.

In de tijd van Darwin (en Linnaeus) kende men slechts één reuzenalbatros maar tegenwoordig weten we dat deze groep uit meerdere, nauw verwante soorten bestaat, elk met zijn eigen broedgebied op geïsoleerd liggende eilanden in de Zuidelijke Oceaan, als waren het wijd verspreide super-Darwin vinken. Wat deze vogels ondermeer gemeen hebben is dat ze voedsel zoeken over zeer grote afstanden en afkomen op de rijkdommen van de Patagonische Zee. Hun evolutionaire make-up stelt ze in staat een dergelijke hotspot te vinden, als ligt deze aan de andere kant van de (zuidelijke) wereld. De evolutie heeft hen echter niet heeft aangepast aan moderne hoge visserij-bijvangsten: albatrossen leven lang en krijgen maar weinig jongen waardoor extra sterfte van volwassen vogels een zware aanslag op de populatie betekent.

BirdLife International heeft veel aandacht voor deze problematiek gevraagd, en voor een zeevogelbioloog is de mogelijkheid om juist daar onderzoek te doen, onder de ogen van TV camera’s natuurlijk een buitenkans om deze problematiek voor het voetlicht te brengen. Begin november doet de Stad Amsterdam de Patagonische Zee aan en vanaf de voorplecht van dit 76 m lange zeilschip, zullen verspreiding en gedrag van vogels en vissers in kaart worden gebracht.



Mardik Leopold