Project

PhD W Klemm - Green infrastructure for climate-proof cities

Climate projections indicate that heat waves in the Netherlands are likely to become more frequent in the next decades. As in other moderate climates the consequences are especially felt in urban areas because of the Urban Heat Island effect (UHI). Prognosticated large expansion of the urban landscape and urban densification within existing cities could worsen the situation. Altogether, these developments may lead to significantly higher temperatures in the urban environment which may have consequences for human health and thermal comfort.

International studies confirm the ability of urban green to mitigate urban heat and improve thermal comfort, especially by providing shade, evapotranspiration and reducing ground heat storage. From the different scale levels on which green affects the urban microclimate, especially the cooling effect of parks at neighbourhood level is indicated. But still, very little scientifically based design principles are available for urban planners how to optimally design urban green to improve thermal comfort and this way physically adapt urban areas to the shifting thermal circumstances.

Therefore, this research aims at examining and defining design principles to improve thermal comfort at different scale levels by climate-responsive usage of urban green in the (re-) design of existing and new urban areas. The design principles will be built up by scientific knowledge on the objective and perceived impact of urban green on thermal comfort. The influence of urban green on thermal comfort under Dutch summer climate conditions will be determined for different green elements at the scale levels of city, neighbourhood and street.

Text below from NatureToday, with permission editor W. Bron.

Ontwerprichtlijnen voor klimaatbestendig groen in de stad

Een belangrijk punt op de duurzaamheidsagenda’s van veel gemeenten is de klimaatbestendige stad. Nieuw hierin is hitte: hoe kunnen wij openbare ruimte zodanig vormgeven dat stadsbewoners geen overlast ervaren door hitte? Recent onderzoek biedt hiervoor negen direct toepasbare ontwerprichtlijnen. Deze kunnen landschapsarchitecten bij gemeenten helpen bij het inrichten van openbare ruimtes.

Gemeenten staan voor een nieuwe uitdaging: het klimaatbestendig inrichten van de stedelijke buitenruimtes. Terwijl kennis aanwezig is over een inrichting die bestand is tegen wateroverlast is hittebestendig inrichten van buitenruimtes nieuw. De vraag is dan ook welke maatregelen genomen kunnen worden om steden hittebestendig te maken. Hittebestendig wil zeggen, dat stadsbewoners geen overlast ondervinden van extreme zomerse temperaturen (bijvoorbeeld tijdens hittegolven zoals in de zomer van 2017) en nog aangename plekken in de stad kunnen vinden. Wiebke Klemm deed onderzoek hiernaar bij de leerstoel Landschapsarchitectuur van Wageningen University.

Uit eerder onderzoek blijkt dat groene maatregelen, zoals het vergroenen van woonwijken en straten, het meest effectief zijn. “Bomen zorgen voor verkoeling doordat ze water verdampen en daardoor de hitte afvoeren. Bovendien geven ze schaduw” leggen stadsmeteorologen uit. De vraag is dan: Hoe doe je dat in de ontwerppraktijk? Hoe kunnen landschapsarchitecten vegetatie in parken, woonwijken en straten zodanig aanleggen, dat bewoners geen overlast ondervinden van zomerse hitte?

Het onderzoek van Klemm biedt negen direct toepasbare ontwerprichtlijnen voor een groene, hittebestendige inrichting van steden. Op schaal van de stad gaat het om behoud, onderhoud en bereikbaarheid van parken, stadsbossen en groene netwerken. Op schaal van een park en een straat staat het creëren van verschillende microklimaten door bomen centraal. Door verschillende microklimaten in te richten, kunnen bewoners namelijk zelf kiezen voor een plek in de zon, de halfschaduw of de schaduw. De richtlijnen zijn gepubliceerd in het Amerikaanse Journal of Landscape Architecture.

De ontwerprichtlijnen zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis en veldwerk (onder andere micro-meteorologische observaties en interviews) in drie Nederlandse steden en zijn getest op hun toepasbaarheid in ontwerpprocessen met landschapsarchitecten. Ze zijn nu klaar voor gebruik in de ontwerppraktijk. Om voor elke specifieke locatie de juiste ontwerpkeuzes te maken wordt ontwerpers aanbevolen rekening te houden met lokale ruimtelijke en functionele omstandigheden: Denk er bijvoorbeeld aan dat schaduw beschikbaar is op de heetste tijd van de dag (12:00 -16:00) of dat boven straten met veel verkeer voldoende windcirculatie tussen de bomendaken mogelijk is. Tot nu toe zijn de richtlijnen positief ontvangen, bijvoorbeeld bij presentaties in Amsterdam, Den Haag en Nieuwegein. Nu is het aan de gemeenten met de richtlijnen aan de slag te gaan!