Criteria aanvragen

De doelgroepstudenten van het Anne van den Ban Fonds:

1. zijn afkomstig uit Afrika, Zuid- en Zuid-Oost-Azië en uit andere landen met een gemiddeld bruto inkomen per persoon van minder dan $ 4085,- per jaar. Meer informatie

2. zijn toegelaten tot een MSc studieprogramma aan Wageningen University;

3. zijn niet getrouwd met een Nederlander, omdat verwacht kan worden dat de loopbaan zich voornamelijk in Nederland zal ontwikkelen, en/of de partner /schoonfamilie de studie kan helpen bekostigen;

4. hebben geen vluchtelingen status, omdat deze studenten meestal niet terug gaan naar het land van herkomst en ook omdat zij bij andere fondsen en financieringsbronnen steun kunnen aanvragen.

In de volgende situaties van deze doelgroepstudenten wordt geen aanvraag in behandeling genomen:

5. als zij reeds een volledige beurs (bv NFP) voor de studie hebben ontvangen, maar hun studie moeten verlengen. Deze studenten hoeven geen extra collegegeld te betalen en doorgaans zijn hun beurzen royaal genoeg om enige tegenslag op te kunnen vangen.

6. als zij reeds hun standaard studieprogramma hebben kunnen financieren maar graag een stage en/of onderzoek in een duurder land of een extra cursus zouden willen doen.

Voor voordracht door programmacoördinatoren, studiebegeleiders en docenten voor ondersteuning door het ABF, komen in aanmerking de studenten uit de doelgroep, die:

7. goede studieresultaten hebben behaald, in eigen land of reeds in het WU studieprogramma, zodat verwacht mag worden dat de studie met succes in minimale tijd zal worden voltooid;

8. gemotiveerd zijn om na de studie terug te keren naar eigen land en dan de mogelijkheid hebben om een werkkring te vinden waar de verworven kennis kan worden toegepast;

9. reeds gewerkt hebben in een project / programma dat bijdraagt aan armoedebestrijding of verbetering van het leefmilieu en hierin aantoonbaar goed werk hebben geleverd en na de studie hiermee verder kunnen gaan;

10. niet in aanmerking komen voor een NFP beurs;

11. wel in aanmerking komen voor een andere maar beperkte beurs of reeds een andere doch ontoereikende financieringmogelijkheid hebben.

De afwegingen van het ABF bestuur bij de selectie zijn:

12. Van wie kunnen we verwachten dat hij/zij mede door de studie in Nederland een belangrijkebijdrage zal leveren tot de vermindering van de armoede en verbetering van het leefmilieu?

13. Wie verkeert zonder onze steun in grote financiele moeilijkheden?

14. Hebben de student en zijn/haar familie zich uitzonderlijk veel moeite getroost om de studie te financieren? Bijvoorbeeld met leningen, het zoeken van andere beurzen (bijv. Huygens, World Bank) en door zeer efficient met de tijd om te gaan.

15. Welk bedrag heeft deze student echt nodig, rekening houdend met andere financieringsbronnen en besparingen door student zelf?

16. Krijgt het ABF steun (geoormerkte donaties) voor deze student b.v. van de leerstoelgroep ( of van medewerkers van de leerstoelgroep) waarbij hij/zij studeert?

17. Beschikt de student over vakinhoudelijke kennis en ervaring die van belang is voor de WU?

18. Is de spreiding van door het ABF ondersteunde studenten in balans, wat betreft sexe, land van herkomst en studieprogramma?

Criteria voor het toekennen van beurzen uit de geoormerkte middelen

De kerncriteria 1, 2, 7, 8 worden altijd gehanteerd bij het toekennen van steun uit geoormerkte middelen.

Terug naar informatie voor aanvragers