Naar gezondere voedselkeuzes van kinderen in Afrika

Kinderen in Afrika die eten op school krijgen in het kader van een voedingsprogramma, blijken in praktijk toch niet genoeg te eten. Dat zou kunnen komen omdat hun ouders ze thuis minder geven. Met meer inzicht in het gedrag van ouders en kinderen kan dat verbeteren.

Om de voeding van kinderen te verbeteren, gaat Marlene Roefs, onderzoeker bij het Wageningen Centre for Development Innovation, onderzoek doen naar neveneffecten van schoolvoedingsprogramma’s. Bijvoorbeeld in een programma van SNV in Oeganda, waar kinderen melk krijgen in de schoolvoeding. In Zuid Afrika gaat supermarkt SPAR, die al eerder gezonde voeding stimuleerde, gezonde groenten promoten in schoolvoeding. Ook in Maleisië wil Roefs onderzoek gaan doen, naar vluchtelingenkinderen uit Myanmar die schoolvoeding krijgen.

Gedrag van kinderen en ouders veranderen

In al dit onderzoek gaat het om de vraag hoe het gedrag van kinderen en ouders te veranderen is, zodat ze gezonder gaan eten.

Uit eerder onderzoek blijkt namelijk dat alleen gezondheidsvoorlichting geven, vaak niet iets aan dat gedrag verandert.
Marlene Roefs, onderzoeker

Ze gaat onderzoeken of onderwijs over voeding, samen met het uitdelen van eten, wel iets verandert aan het gedrag van kinderen. En of ouders daar dan ook iets van meekrijgen.

Kinderen doen onderzoek

Wat veelbelovend lijkt, is kinderen zelf betrekken bij het onderzoek. Supermarkt SPAR, die veel kleine winkels in arme gebieden heeft, stimuleert de verkoop van gezonde verse groenten en fruit van boeren uit de buurt. Ook in schoolvoeding. Roefs wil onderzoeken of het succes van gezonde schoolvoeding groter is wanneer kinderen zelf betrokken worden in het onderzoek ernaar, en hun eigen ouders gaan bevragen over gezonde voeding.  

De betrokkenheid van kinderen in het onderzoek is een mooi voorbeeld van ‘participatief actie onderzoek’, zegt Roefs. De onderzoeker betrekt de mensen die onderzocht worden, en past het onderzoek gaandeweg aan. Roefs werkt aan dit onderzoek in het Living Lab over gedragsveranderingen, samen met Emely de Vet.

Voorbij eigen grenzen

Emely de Vet is hoogleraar op het gebied van gezondheidscommunicatie en gedragsverandering bij de leerstoelgroep Strategische Communicatie van Wageningen University. Ze onderzoekt hoe de sociale en fysieke voedselomgeving eetgedrag beïnvloeden en welke mogelijkheden dat biedt voor interventies om gezonde voeding te stimuleren.

De Vet: ‘Het living lab creëert mogelijkheden om voorbij de eigen grenzen te kijken en de kennis en kunde van collega’s te verbinden. Veel van de maatschappelijke problemen waar we in Wageningen aan werken, zijn ontegenzeggelijk gerelateerd aan menselijk gedrag. Met het Living Lab kunnen we deze problemen aanpakken.’

Living lab is een nieuwe onderzoeksaanpak waar niet alleen gebruik wordt gemaakt van een labomgeving, maar gedragsinzichten in een multidisciplinaire aanpak in ‘real life’- situaties met ‘echte mensen’ worden getest. WUR gebruikt deze methode bijvoorbeeld voor gedragsonderzoek naar voeding en klimaatverandering.