Wetenschappelijk onderzoek met dieren: nut en noodzaak

Hoe houden we de diversiteit aan diersoorten in oceanen in stand, geven we koeien op de boerderij een waardig bestaan, en voorkomen we dat mensen ziek worden door dieren? Dit zijn enkele van de vragen die Wageningen University & Research (WUR) probeert te beantwoorden met dieronderzoek. Daarvoor bestuderen onze wetenschappers de biologie en het gedrag van dieren, en de interactie van dieren met mensen en hun omgeving.

Waarom doet WUR onderzoek met dieren?

Door het doen van dieronderzoek voldoet WUR aan haar wettelijke taken en neemt ze haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om beleidsvraagstukken te helpen oplossen. Kennis over dieren is nodig voor onder meer de landbouw- en voedseltransitie, de energietransitie en de circulaire transitie.

Een belangrijk deel van ons onderzoek komt voort uit wettelijke verplichtingen die de overheid aan WUR heeft uitbesteed. Voorbeelden zijn het monitoren van diersoorten in de natuur zoals visbestanden, het aantonen van aangifteplichtige dierziekten, veiligheids- en werkzaamheidstesten, het opsporen van restanten van stoffen en toxicologisch onderzoek. Daarnaast doen we onderzoek naar de giftigheid van stoffen in het milieu. En we ontwikkelen oplossingen zoals nature based solutions om ecosystemen, mensen en dieren gezond te houden.

Welke soorten dieronderzoek doet WUR?

1. Beschermen van dieren en dierenwelzijn

Een heel groot deel van het dieronderzoek in Wageningen wordt gedaan om dieren beter te beschermen tegen invloeden van menselijk handelen. Voorbeelden hiervan zijn onderzoek naar herintroductie van bedreigde diersoorten zoals de otter, studies naar het welzijn van dieren in de dierhouderij en ecologisch onderzoek naar het gedrag van dieren zoals de koolmees. Dit noemen we doeldieronderzoek. WUR is een van de weinige universiteiten in Nederland en daarbuiten die hier speciale expertise in heeft. Het onderzoek is zowel fundamenteel als toegepast en combineert verschillende expertises: van fysiologie, (cel)biologie, voeding en genetica tot milieu, gedrag en ecologie.

2. Duurzame voedselproductie en biodiversiteit

Wageningen verricht ook veel onderzoek met dieren voor duurzame voedselproductie, het verminderen van de ecologische impact en om biodiversiteit in stand te houden. Denk aan het verduurzamen van houderijsystemen, circulair veevoer, agroforestry en verminderen van uitstoot van broeikasgassen uit stallen.

3. Plant-, bodem- en wateronderzoek

Een klein deel van het dieronderzoek heeft betrekking op de gezondheid van plant, bodem en water, zoals de ontwikkeling van testen om plantenziekten aan te tonen en studies naar de overdracht van plantziektes door wormen en insecten.

4. Onderzoek voor de gezondheid van mensen

Een heel klein deel van het dieronderzoek behelst puur de gezondheid van mensen. Zoals studies naar voeding, levensstijl en stofwisselingsstoornissen.

5. Onderzoek naar alternatieven voor dierproeven

Onderzoek met dieren is ook nodig voor het ontwikkelen van dierproefalternatieven. Om de betrouwbaarheid van alternatieven aan te tonen is vaak een bestaande dierproef als vergelijking nodig.

Innovatieve methoden en technieken

Wageningen maakt gebruik van allerlei methoden en technieken om onderzoek met en naar dieren te kunnen doen, en ontwikkelt zelf ook nieuwe methoden en technieken. Bijvoorbeeld: camera’s en sensoren kunnen het gedrag van dieren registreren en data verzamelen zonder dat mensen hun natuurlijke habitat verstoren. Onderwaterrobots analyseren DNA van zeedieren op plekken waar het voor onderzoekers te gevaarlijk is om te duiken. Computermodellen maken met die data berekeningen en voorspellingen, waar beleidsmakers keuzes voor de toekomst op kunnen baseren. Met laboratoriumtesten op weefsels onderzoeken we verschillende processen in het lichaam van dieren, soms ook als model voor de mens. En door het bestuderen van insecten en octopussen leren we betere robots en drones te maken. Deze methoden leiden tot steeds betere resultaten.

Lees meer:

Dierproeven

Voor dieronderzoek is soms een dierproef nodig of zelfs wettelijk verplicht. Bijvoorbeeld, een vaccin tegen vogelgriep moet worden getest op vogels. Om te weten hoeveel paling er in de zee zwemt, moeten we (nu nog) jonge paling merken met een naaldje met kleurstof en ze later weer vangen om te tellen. En om te ontdekken hoe vogels hun voedsel vinden in de buurt van windmolenparken, moeten we een zendertje op hun rug plaatsen om ze te volgen. Dit valt allemaal onder de definitie ‘dierproeven’.

Lees meer: