Dossier

Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

De Europese Unie heeft een Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat bestaat uit twee pijlers. Boeren ontvangen directe inkomenssteun: een vast bedrag per hectare als aanvulling op hun agrarische inkomen (Pijler 1). Pijler 2 is het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP), waarin iedere lidstaat ruimte krijgt om eigen invulling te geven aan het plattelandsbeleid. Bijvoorbeeld met doelsubsidies voor milieu, innovatie en jonge boeren. Wageningen University & Research evalueert het Europees landbouwbeleid en adviseert over de inrichting daarvan.

Vergroening

Sinds 2014 is vergroening verplicht voor iedereen die de basisbetaling wil ontvangen. De basisbetaling en de vergroeningstoeslag zijn met elkaar verbonden: boeren die inkomenssteun van Europa ontvangen zijn verplicht om maatregelen toe te passen om hun bedrijf te vergroenen. Als ze dit doen krijgen ze bovenop hun basispremie een vergroeningspremie van 30% van het totaalbedrag. Er zijn drie voorwaarden aan vergroening gesteld: een minimum aan verschillende gewassen op het bedrijf, het in stand houden van blijvend grasland, waar bijvoorbeeld niet geploegd mag worden, en een minimumruimte van het land instellen als ‘ecologisch aandachtsgebied’.

Lidstaten kunnen op nationaal niveau invulling geven aan de vergroening, om zo maatregelen beter te laten aansluiten op de condities en kernmerken in het betreffende land. In 2017 heeft Wageningen University & Research (WUR) het vergroeningsbeleid van het GLB voor Nederland geëvalueerd. Daaruit blijkt onder meer dat de manier waarop lidstaten hier invulling aan geven grote invloed heeft op de effectiviteit van de vergroeningsmaatregelen.

Strategisch plan voor 2021-2027

Het huidige beleid duurt tot en met 2020. Eind mei 2018 heeft de Europese Commissie (EC) de voorstellen gepresenteerd voor het GLB voor de periode 2021-2027. Het doel is dat de lidstaten van de EU een strategisch plan opstellen voor zeven jaar, dat de basis vormt voor de inzet van verschillende vormen van steun aan de landbouw.

Met dit strategische plan wil de EC ook bewerkstelligen dat de verschillende steunmaatregelen uit de pijlers in samenhang worden ingezet om de doelstellingen van het GLB te bereiken. Die doelstellingen richten zich op duurzame ontwikkeling van de landbouwsector en het platteland, en op het verbeteren van de milieu- en klimaatprestaties van de landbouwsector. In grote lijnen veranderen de steunmaatregelen niet. Ook in de nieuwe periode van het GLB kunnen lidstaten inkomenssteun geven aan boeren, de EC stelt voor om een groter deel van de inkomenssteun in te zetten voor zogenaamde eco-schema’s, die voortbouwen op de huidige vergroeningseisen. Investeringssteun, steun voor risicomanagement en agrarisch natuurbeheer blijven mogelijk in het kader van Pijler 2.