Onderzoek in kernvlakte

Onderzoek in de Kernvlakte

In ieder bosreservaat ligt een zogenaamde kernvlakte. Dit is een proefvlak van ongeveer één hectare groot, doorgaans 140 * 70 m. De kernvlakte is zo gekozen dat het bostype waarvoor dat bosreservaat is aangewezen, op die plek het best vertegenwoordigd is.

In de kernvlakte worden de posities van alle levende en dode bomen met een diameter van 5 cm of meer ingemeten. Van elke levende boom worden diverse eigenschappen en grootheden opgenomen (soort, dikte, hoogte, kroonkarakteristieken). Van elke dode boom wordt o.a. de soort, diameter, hoogte dan wel lengte en het verteringsstadium bepaald. Ook dode bomen worden dus door de tijd gevolgd.

Voorbeeld van een plot van posities van stammen in de kernvlakte
Voorbeeld van een plot van posities van stammen in de kernvlakte

Anders dan in de steekproefcirkels worden in de kernvlakte ook de kroondimensies ingemeten. Dit gebeurt door de vier uiterste punten van de kroonperiferie in te tekenen.

Vier periferiepunten voor metingen van de kroonprojectie
Vier periferiepunten voor metingen van de kroonprojectie

De gegevens van de kernvlakte geven informatie over de dynamiek van het kronendak, over interacties tussen boom- en struiksoorten en over de wijze waarop de bodemvegetatie reageert op veranderingen in het kronendak. Kernvlaktes dienen ook voor het vergelijken van het gedrag van boom- en struik- en kruidsoorten tussen de reservaten.

Behalve al deze metingen worden ook bij elke inventarisatie foto’s op vaste punten gemaakt. Deze foto’s visualiseren de ontwikkelingen die in het kronendak en in de vegetatielaag zijn waargenomen.

In de kernvlakte worden de verjonging en de vegetatie gemonitord in deelplots van 10* 10 m. Voor 1996 werd de vegetatie in de kernvlakte slechts in een deel van de kernvlakte opgenomen.