Nieuws

Natuur heeft zowel een economische als een intrinsieke waarde

article_published_on_label
17 november 2017

Er is veel aandacht voor de ‘waarde van de natuur’. Kunnen we die meten en moeten we die wel willen meten? Zondagavond 19 november 2017 besteedt het TV-programma Tegenlicht van de VPRO uitgebreid aandacht aan deze interessante discussie.

“De natuur heeft zowel een intrinsieke waarde, die onafhankelijk van het gebruik is, als een economische waarde,” zegt prof Lars Hein, die bij Wageningen University & Research onderzoek doet naar de economische waarde van natuur. De intrinsieke waarde is heel lastig te bepalen. Deze verschilt sterk van persoon tot persoon en is ook nog eens gerelateerd aan zaken als culturele achtergrond en inkomen. Bepalen van de economische waarde van natuur en andere ecosystemen is, in principe, wèl mogelijk.

Lars Hein kijkt met partners, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek, naar mogelijkheden om de bijdrage van de natuur aan de economie te meten. Denk bijvoorbeeld aan de bijdrage van natuur aan voedsel- en houtproductie, recreatie en het regelen van de waterhuishouding in een land. Zijn onderzoek vindt plaats in Nederland maar ook in Zuidoost-Azië en in Afrika.

Daarbij wordt overigens een heel scala aan indicatoren gebruikt om natuurlijke hulpbronnen beter in kaart te brengen, niet alleen economische waarde.

Waarom de economische waarde meten?

Lars Hein: “Zowel intrinsieke en economische waardes moeten worden meegenomen in planning en besluitvorming over natuurgebieden en andere gebieden met natuurwaarde. Maar in de praktijk zien we dat dit maar ten dele gebeurt. We moeten niet sturen op de economische waarde alleen, maar het is wel belangrijk om hierover informatie te hebben. Vaak wordt de economische waarde van natuur onderschat.”

De lokale context is erg belangrijk in deze afweging. Lars Hein: “In landen met veel armoede heeft men de neiging om nadruk te leggen op de economische ontwikkeling, en de intrinsieke waarde van natuur wordt dan vaak niet als belangrijk gezien door beleidsmakers. In deze gevallen is het noodzakelijk om de economische waarde van natuur te begrijpen en uit te leggen. Als we dat niet doen, gaat dat ten koste van zowel de natuur als de armoedebestrijding.”

Nederland loopt voorop

Lars Hein heeft meegewerkt aan het tot stand komen van de internationale methodologie voor ‘ecosysteem-rekeningen’. Deze methode is ontwikkeld op verzoek van het Statistisch Comité van de Verenigde Naties, en is direct gekoppeld aan het systeem van de belangrijkste macro-economische cijfers, de ‘nationale rekeningen’ die alle landen hebben. Lars Hein: “Hierbij werken we samen met statistische bureaus, omdat zij zowel het mandaat als de systemen hebben om de bijdrage van de natuur en andere ecosystemen aan de economie te meten.”

Deze ecosysteem-rekeningen worden inmiddels in zo’n 30 landen getest, waaronder de Verenigde Staten, Japan en binnenkort ook China en India. Lars Hein: “Dankzij de vooruitziende blik van (voorheen) de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken die dit werk hebben gefinancierd lopen we in Nederland internationaal voorop.

In de hele wereld wordt gekeken naar de combinatie van ruimtelijk modelleren en statistiek die wij hier ontwikkeld hebben. Binnenkort gaan we daarbij ook gebruik maken van satellietbeelden om de productie van onze ecosysteem-rekeningen te versnellen en goedkoper te maken.”

Niet de economische waarde alleen

Hein maakt hierbij een belangrijke kanttekening: “Het is heel belangrijk dat het beleid niet gestuurd wordt op alleen maar de economische waarde van de natuur. Ons systeem van ecosysteem-rekeningen is uitgebreid, maar het is zeker nog niet zo dat alle aspecten van waarde erin opgenomen zijn, en de intrinsieke waarde wordt ook niet meegenomen."

"Het is dus essentieel," zegt Hein, "dat onze getallen in context worden geplaatst: we presenteren niet ‘de waarde van de natuur’, maar slechts een deel van die waarde, en wel dat deel dat bepaald wordt door de bijdrage van de natuur aan de economie.” Het analyseren van die waarde is een aanvulling op onze bestaande kennis van de natuur. Die draagt bij aan een breder draagvlak voor natuurbescherming en een beter beheer van natuurlijke hulpbronnen.