Project

Nieuwe methoden voor bestrijding van bodemplagen in de glastuinbouw en zomerbloemen

Bodemplagen vormen een diverse groep van insecten die in verschillende gewassen in de glastuinbouw problemen geven. Om te beginnen ondervindt de orchideeënteelt (Phalaenopsis) sinds een aantal jaar enorm veel problemen met schadelijke muggensoorten van het genus Lyprauta (door telers ook wel “potworm” genoemd). Deze larven worden ervan verdacht van jonge wortels en zacht plantmateriaal te eten en zo schade te veroorzaken (o.a. minder takken, verlengde teeltduur).

In de opkweek van potplanten veroorzaken larven van rouwmuggen (Sciaridae) veel schade. Tot slot zorgen engerlingen (keverlarven; vnl. Serica brunnea) en emelten (larven van de langpootmug; Tipula spp.) voor uitval in de bloementeelt van vaste planten en trekheesters.

Het ontwikkelen van nieuwe bestrijdingsmethoden van bodemplagen wordt vanuit twee vernieuwende invalshoeken onderzocht: a) manipuleren van het geurprofiel van het teeltsubstraat om een versterkte aantrekking/afweer van bodemplagen  en hun natuurlijke vijanden te bewerkstelligen (onderdeel A1: plaag-afwerend substraat), en B) het lokken en doden van kever- en muggenlarven  met CO2-alginaat capsules (onderdeel B: CO2-alginaatcapsules). In aanvulling op deze twee invalshoeken wordt er in gericht gewerkt om relevante basiskennis te vergaren over de biotische en abiotische factoren die de ontwikkeling en overleving van Lyprauta beïnvloeden (onderdeel A2: basiskennis Lyprauta).

Publicaties