Eerste jaar van de bachelor Internationale Ontwikkelingsstudies

Het eerste jaar (60 studiepunten) is inleidend en oriënterend. Je hebt onder andere basisvakken als economie, sociologie en recht, bestuur & beleid en bouwt daardoor kennis op over politieke, sociale, culturele, ecologische en economische ontwikkelingen. Als ondersteunende vakken heb je onder andere inleiding statistiek en inleiding onderzoeksmethodologie en aan het eind van het jaar ga je deze kennis en vaardigheden integreren en toepassen op een concreet vraagstuk in het vak analyse van een probleemveld.

Basisvakken

Inleiding internationale ontwikkelingsstudies 

Dit vak geeft een inleiding in internationale ontwikkelingsprocessen en hoe we die kunnen begrijpen. Hoe komt globalisering tot uitdrukking in consumptie, productie, demografie en internationale politiek? Wat voor effect hebben internationale veranderingen op cultuur, natuur, stad, platteland en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen? Gaan onder invloed van hedendaagse veranderingen samenlevingen op de wereld juist meer of minder op elkaar lijken? We plaatsen deze ontwikkelingen in een historische context. Je krijgt in dit vak ook een inleiding in computer- en bibliotheekgebruik en leert kritisch om te gaan met literatuur.

Sociologie

Dit vak laat je kennis maken met de sociologie als brede wetenschap. We bespreken algemene sociologische theorieën en concepten, denk bijvoorbeeld aan macht, sociale ongelijkheid en sociale cohesie. We beschouwen diverse maatschappelijke vraagstukken vanuit sociologisch perspectief: van ontwikkeling en globalisering tot  gezondheid en consumentengedrag. Al doende bespreken we de maatschappelijke relevantie van sociologische kennis en passen we deze toe op concrete maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast word je ook getraind in mondeling presenteren.

Economie

Binnen dit inleidende vak leer je de basisprincipes over hoe economieën functioneren. Deze kennis heb je nodig in het vervolg van de opleiding. Nadruk ligt op micro- en macro-economische theorie, en begrip van instituties. Deze kennis kun je toepassen op een aantal maatschappelijke problemen waarmee Wageningen Universiteit zich bezig houdt. Deze problemen liggen op het terrein van de regionale economie, de landbouweconomie, de milieueconomie, de economie van de gezondheidszorg, de theorie van het consumentengedrag en de ontwikkelingseconomie.

Recht, Politiek en Bestuur

Dit vak is een introductie in de rechtsantropologie. We volgen zowel een juridische als een antropologische benadering om de werking en praktijk van recht en beleid te begrijpen. Dit doen we door middel van het bestuderen en analyseren van zowel theorieën als concrete case studies. Belangrijke thema's in dit vak zijn eigendom, zeggenschap, landrechten en beleidvormingsprocessen. We stellen ons de vraag hoe verschillende rechtssystemen naast en door elkaar functioneren en welke impact dit heeft op verschillende sociale groepen.

Agrarische en rurale ontwikkeling: sociologische perspectieven

Het vak agrarische en rurale ontwikkeling is een brug tussen het eerste en tweede jaar. Het biedt een introductie in de dynamiek van ontwikkelingsprocessen, met speciale aandacht voor landbouw, voedsel en platteland. Ook wordt nadrukkelijk ingegaan op de relatie tussen agrarische en rurale ontwikkeling enerzijds en urbane ontwikkeling anderzijds. Het vak is sterk comparatief van aard. Door middel van verschillende cases uit zowel Europa, Noord Amerika, Afrika, Latijns Amerika en Azië wordt ingegaan op de sociologische aspecten van agrarische en rurale ontwikkelingsprocessen. Op die manier maak je kennis met de belangrijkste theorieën en analytische concepten waarmee deze processen kunnen worden begrepen.

Ondersteunende vakken

Wiskunde M (voor maatschappijwetenschappen)

In dit vak leer je de wiskundige kennis, inzichten en methoden (matrix- en vector algebra en analyse) die je nodig hebt om basale wiskundige problemen op te lossen die relevant zijn voor de maatschappijwetenschappen. Je leert kritisch te kijken naar je resultaten, ze te interpreteren voor het maatschappelijk probleem en gebruik te maken van computer algebra bij het werken met wiskundige modellen uit de maatschappijwetenschappen.

Statistiek 1

In dit vak leer je de basisideeën van het verzamelen van gegevens, van kansrekening en van een statistische toets. Verder begrijp je hoe je statistiek kunt gebruiken om resultaten uit wetenschappelijk onderzoek te analyseren.

Statistiek 2

In dit vak leer je, voor een aantal standaardsituaties, een geschikte statistische procedure toe te passen waarmee je resultaten uit wetenschappelijk onderzoek kan analyseren en interpreteren in relatie tot de onderzoeksvraag. Je leert bovendien werken met het computerprogramma SPSS.

Inleiding onderzoeksmethodologie

In deze cursus leer je hoe wetenschappelijk onderzoek zich onderscheidt van andere manieren om vragen te beantwoorden. Je leert nadenken over hoe je uit waarnemingen een theorie over de werkelijkheid kunt opstellen, en vooral welke beperkingen zich daarbij voordoen. Zo maak je bijvoorbeeld kennis met de tekortkomingen van de belangrijkste methodes van data verzameling wanneer mensen het onderzoeksonderwerp zijn: interviewen (vragen stellen) en observeren. Je leert de belangrijkste spelregels van sociaal wetenschappelijk onderzoek. Je past deze kennis toe door zelf een eenvoudig praktijkgericht onderzoekvoorstel te schrijven. Je leert een onderzoeksontwerp te maken met een centrale onderzoeksvraag en maakt een plan voor de verzameling en analyse van de gegevens. Aan het eind van dit vak ligt je eigen onderzoeksvoorstel er: compleet, gedetailleerd en haalbaar.

Integratievakken

Dit zijn de vakken waarbij je kennis uit verschillende vakken met elkaar combineert en toepast op actuele vraagstukken, aan het einde van je eerste jaar.

Technologie, ontwikkeling en natuurlijke hulpbronnen

Ontwikkeling en sociale verandering, zowel op lokaal als op mondiaal niveau, zijn in grote mate afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Technologie speelt een sleutelrol als het gaat om toegang tot en gebruik van deze hulpbronnen.  Denk bijvoorbeeld aan het oppompen van grondwater voor irrigatie. Dat helpt de boeren aan water voor hun gewassen maar kan ook leiden tot daling van de grondwaterstand met allerlei negatieve gevolgen. Bij dit vak kijk je naar dergelijke interacties tussen samenleving, technologie en natuurlijke hulpbronnen. Door voorbeelden uit de praktijk te bestuderen leer je meer over de praktische obstakels, mogelijke problemen én oplossingen bij deze interacties. Daarnaast probeer je de interacties beter te begrijpen door een aantal sociaalwetenschappelijke concepten, theorieën en benaderingen te bestuderen.

Analyse van een probleemveld

In dit vak pas je de kennis en vaardigheden uit voorafgaande vakken toe op een te kiezen,complex ontwikkelingsprobleem dat te maken heeft met bijvoorbeeld armoede en voedselzekerheid, migratie, klimaatrampen, bestuur. Het gekozen probleem analyseer je samen met een groep studenten uit verschillende studierichtingen, rekening houdend met de wetenschappelijke, maatschappelijke, politieke en ethische aspecten ervan. Uitkomst van dit mini-onderzoek is het aandragen (middels en rapport en een presentatie) van mogelijke oplossingsrichtingen voor het gekozen ontwikkelingsprobleem.

Terug naar Studieprogramma