Social Dutch 4

Vergeleken met de Social Dutch 1 t/m 3 cursussen wordt er meer tijd besteed aan grammatica, woordenschat en uitspraak. Lees- en schrijfvaardigheid worden vooral geoefend tijdens de zelfstudie-uren.

Na deze cursus kun je:

• vertellen over je schoolcarrière;
• vertellen over je carrière- en/of onderwijswensen;
• rapporteren over informatie die je hebt gehoord of gelezen;
• verschillen tussen verschillende opties toelichten;
• voor- en nadelen van verschillende opties toelichten;
• vertellen over reizen die je hebt gemaakt;
• adequaat reageren op goed of slecht nieuws (voor jezelf of een ander);
• iemand geruststellen;
• adviezen formuleren;
• om een mening vragen en zelf je mening geven;
• uitgebreide en/of ingewikkelde informatie op begrijpelijke wijze samenvatten.

Grammatica wordt altijd in een communicatieve context en in functionele situaties behandeld.

Bijvoorbeeld: Wanneer je leert om adviezen te formuleren, leer je tegelijk over het gebruik van de constructie ‘Ik zou …’ omdat kennis over dit grammaticale onderwerp zinvol en relevant is om op dit taalniveau op respectvolle wijze een advies te formuleren.

Cultuur en geschiedenis beïnvloeden de taal van een land. Daarom is er in deze cursus ook aandacht voor interessante en relevante aspecten van de Nederlandse cultuur en geschiedenis. Kennis over deze onderwerpen maakt het makkelijker om Nederlanders en hun reacties te begrijpen.

Bijvoorbeeld:

Hoe direct reageert een Nederlander als je hem slecht nieuws geeft? Hoe gebruikelijk is het in Nederland om emoties te tonen op de werkvloer of in een les? Moet je wachten tot iemand om je mening vraagt voordat je een mening geeft? Hoe open zijn Nederlanders over het soort onderwijs dat ze gevolgd hebben?