Nieuws

Mannetjeshond vaak gecastreerd zonder gedragsdeskundig advies

article_published_on_label
25 juni 2020

Mannetjeshonden worden veel vaker dan vrouwtjeshonden gecastreerd vanwege hun gedrag. En dat terwijl sommige honden na castratie juist ongewenst gedrag zoals agressie kunnen gaan tonen. Opvallend is dat hondentrainers en gedragstherapeuten castratie veel minder vaak aanraden dan dierenartsen, terwijl juist zij geschoold zijn in hondengedrag. Dat blijkt uit een onderzoek van Wageningen University & Research.

Er is nog weinig bekend over de beweegredenen van eigenaren om hun hond wel of niet te laten castreren. Dit onderzoek richt zich op reuen (mannetjeshonden), omdat meer dan de helft van de gecastreerde reuen gecastreerd werd vanwege ongewenst gedrag, zoals agressie. Van alle gecastreerde teven (vrouwtjeshonden) werd slechts 11 procent gecastreerd vanwege gedragsredenen.  

Niet altijd een positief effect

Opmerkelijk genoeg heeft castratie niet altijd een positief effect op het gedrag van een hond. ‘Soms neemt de agressie juist toe. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als een onzekere reu nog onzekerder wordt en daardoor agressief’, vertelt onderzoeker Pascalle Roulaux. Zij weet dit ook uit eigen ervaring, want haar gecastreerde labrador heeft hier ook last van.

Het is belangrijk dat er een goede balans is tussen een medisch en een gedragsdeskundig advies
Pascalle Roulaux

Bij achttien procent van de gecastreerde reuen nam agressie toe na castratie. Een goede afweging van de voor- en nadelen van castratie is dus van groot belang voor het gedrag van de hond en daarmee voor een goede relatie tussen hond en eigenaar. Mede-onderzoekster Ineke van Herwijnen zag in eerder onderzoek meer agressie en ongehoorzaamheid bij honden van minder tevreden eigenaren. Minder tevreden hondenbezitters zullen eerder hun hond afstaan. Ee eigenaar-hond relatie is dus van groot belang voor hondenwelzijn.

Balans tussen medisch en gedragsdeskundig advies

In totaal verstrekten bijna vijfhonderd eigenaren van gecastreerde en intacte reuen gegevens via een online enquête. Driekwart had advies ontvangen van een dierenarts, de helft van een hondentrainer en slechts 38 procent van een gedragstherapeut. Dierenartsen adviseerden vaker om een hond te castreren dan trainers of gedragstherapeuten.

Het lijkt het erop dat eigenaren vooral zijn beïnvloed door dierenartsen in hun keuze om te castreren. Dit is van belang omdat dierenartsen mogelijk meer vanuit een medisch- en minder vanuit een gedragsdeskundig oogpunt adviseren.

‘Om een echt goede afweging te kunnen maken voor castratie is het belangrijk dat er een goede balans is tussen een medisch en een gedragsdeskundig advies’, benadrukt Roulaux. Voor de juiste balans is meer onderzoek nodig naar de gedragseffecten van castratie. Juist omdat daarover tot op heden weinig bekend is, bestaat de kans dat gedrag onvoldoende wordt meegewogen in de keuze om te castreren.