
Gekkekoeienziekte (BSE)
BSE, ook wel "gekkekoeienziekte" genoemd, staat voor Bovine Spongiforme Encephalopathie. Deze rundveeziekte is tevens de oorzaak van een variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, een voor mensen dodelijke hersenziekte. BSE heeft in Groot Brittannië tot een ramp geleid voor de rundveehouders, omdat meer dan 180.000 runderen die met BSE waren besmet, moesten worden afgevoerd.
Laatste geval van BSE in NL in 2011
BSE is een infectieziekte die behoort bij de groep van "overdraagbare spongiforme encephalopathieën" (Engels: transmissible spongiform encephalopathies, TSE's) of prionziekten. Sinds 1987 is er bij 88 runderen afkomstig uit Nederland een besmetting vastgesteld. Sinds het laatste geval in september 2011 zijn er geen nieuwe gevallen in Nederland.
Wat is BSE?
BSE staat voor Bovine Spongiforme Encephalopathie. Het is een ziekte die voorkomt bij rundvee. Daarnaast bestaat de vrees dat het ook kan voorkomen bij kleine herkauwers. Tot nu toe is onder natuurlijke omstandigheden slechts één geval van BSE bij een Franse geit vastgesteld.
BSE in Nederland, een stukje historie
Door import van besmette koeien en besmet diermeel (beide voornamelijk uit Groot-Brittannië, waar de BSE epidemie is begonnen) is waarschijnlijk al aan het eind van de tachtiger jaren BSE in Nederland geïntroduceerd. In 1990 heeft Nederland import van diermeel uit Groot-Brittannië (GB) verboden. Import van levend vee uit GB werd ook vanaf dat moment verboden, met uitzondering van kalveren indien die op een leeftijd jonger dan 6 maanden oud geslacht werden. Toen zijn bovendien alle nog levende koeien getraceerd en gevolgd, die voordien uit GB geïmporteerd zijn naar Nederland.
BSE surveillance
BSE is in Nederland een meldingsplichtige ziekte sinds 29 juli 1990. Dierenartsen en veehouders zijn verplicht om dieren met verschijnselen van BSE te melden aan de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA). Dit is de pijler van het zogenaamde passieve surveillance-systeem. Daarnaast kunnen dieren met verschijnselen worden gevonden bij de keuring voor het slachten op slachthuizen door medewerkers van de NVWA. Deze dieren worden vervolgens naar het Nationaal Referentie Laboratorium Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) vervoerd, waar een definitieve diagnose wordt gesteld.
BSE internationaal
BSE kwam zeer veel voor in Groot Brittannië, het land waar de ziekte ook het eerst gevonden is in 1986. Na 1986 bleek het aantal BSE gevallen daar sterk toe te nemen. Door snelle invoering van bestrijdingsmaatregelen in 1988 is de groei van het aantal BSE gevallen in 1992 gestagneerd en het daalt vanaf dat moment voortdurend.
Bestrijding van BSE
In Nederland is in de loop der jaren een steeds uitgebreider pakket van maatregelen ingevoerd tegen BSE. Deze maatregelen moeten aan de ene kant zorgen voor veilig voedsel, maar zijn zeker ook gericht op het uitroeien van de ziekte.
Testen op BSE
Vanaf 1 januari 2001 moesten alle slachtrunderen ouder dan 30 maanden worden getest op BSE. Deze grootschalige screening werd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit). De monsters (circa 1800 per dag) werden onderzocht in private laboratoria in Nederland.