Afrikaanse varkenspest (AVP) in België en nadert Nederland

Afrikaanse varkenspest (AVP)

Afrikaanse varkenspest (AVP) is een besmettelijke virusziekte bij varkens en andere varkensachtigen, zoals het wrattenzwijn en het boszwijn. De ziekte leidt bij gedomesticeerde varkens bijna altijd tot sterfte. Voor de mens is het virus ongevaarlijk. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) verricht onderzoek naar deze ziekte.

Besmetting kan plaatsvinden door direct contact tussen varkens of zwijnen, maar ook bijvoorbeeld via zachte teken in (sub)tropische regio’s, via besmette materialen of besmet voer. Sinds 2014 komt de ziekte voor in meerdere EU-landen. Nederlands is nog steeds vrij van AVP. Er is geen vaccin tegen de ziekte beschikbaar.

Om Afrikaanse varkenspest in de kiem te smoren, is een snelle opsporing essentieel. Het ziektebeeld kan veel lijken op dat vanklassieke varkenspest: koorts, slappe varkens, gebrek aan eetlust, ontstoken oogslijmvliezen, rode huid, (bloederige) diarree en braken.

Voorkom verspreiding:

  • Bezoekt u gebieden met AVP? Neem geen varkensproducten mee naar Nederland. En gooi deze producten sowieso niet weg op straat, in de natuur, of in open vuilnisbakken waar wilde zwijnen bij kunnen.
  • Voer varkens niet met voedselresten, bijvoorbeeld bij bezoeken van een kinderboerderij of varkensbedrijf met uitloop.
  • Ziet u dode wilde zwijnen? Meld dit dan.
  • Lees meer tips over het voorkomen van AVP
Hoe varkens en wilde zwijnen besmet kunnen raken met Afrikaanse varkenspest (AVP)
Hoe varkens en wilde zwijnen besmet kunnen raken met Afrikaanse varkenspest (AVP)

Afrikaanse varkenspest infectie

Het Afrikaanse varkenspest (AVP) virus behoort als enige tot de familie van de Asfarviridae. De ziekte is voor het eerst beschreven in 1921 in Afrika.

Het is het enige bekende DNA-virus dat behalve zoogdieren ook geleedpotigen (bepaalde zachte teken) kan infecteren. De natuurlijke gastheren van het virus zijn varkensachtigen. Van oudsher betreft dit vooral wrattenzwijnen (Phacochoerusspp.), maar ook bijvoorbeeld boszwijnen (Potamochoerusspp.) en het reuzenboszwijn (Hylochoerus meinertzhageni), die allemaal in Afrika voorkomen. Ook gedomesticeerde varkens en het wilde zwijn (Sus scrofa) zijn gevoelig voor deze ziekte. Verder kunnen zachte teken van het geslacht Ornithodorus besmet raken. Deze teken komen alleen in tropische en subtropische regio’s voor. In Europa bijvoorbeeld alleen rond de Middellandse zee.

Het virus kan enkele dagen in de omgeving overleven. In aanwezigheid van eiwitten (bloed, vlees) kan dat echter oplopen tot weken of maanden, zo niet een jaar. In gedroogde hammen (Serano-ham en dergelijke) kan het virus bijvoorbeeld tot wel 4-5 maanden infectieus blijven. In bevroren vlees kan het zelfs gaan om jaren.

Het virus kan worden geïnactiveerd door hittebehandeling (minimaal 20 minuten bij >60°C, 70 minuten bij >56°C), pH’s <3,9 of >11,5 en is goed gevoelig voor de meeste desinfectantia.

Ziektebeeld Afrikaanse varkenspest

De incubatietijd van AVP varieert van 2-10 dagen, afhankelijk van de virulentie van het virus. Klinische verschijnselen kunnen veel lijken op die van klassieke varkenspest: koorts, slappe varkens, gebrek aan eetlust, rode huid, (bloederige) diarree, braken. Er kan sprake zijn van bloedingen, blauwverkleuring van de huid en afsterving van delen van de huid (zwartverkleuringen). Bij zeugen kan abortus optreden. Ook kunnen dieren plotseling sterven zonder dat vooraf ziekteverschijnselen zijn waargenomen.

Sterftepercentage
Gedomesticeerde varkens krijgen snel ernstige ziekteverschijnselen, met een hoog percentage sterfte, tot wel 100%. Er zijn echter ook virusstammen die minder sterfte geven, maar dan nog altijd aan 30-70%.

Varkens die de acute fase overleven kunnen ogenschijnlijk weer herstellen. Zij kunnen echter langere tijd virusdragers blijven (tot ongeveer enkele maanden). Onder experimentele omstandigheden is aangetoond dat deze dragers ook virus kunnen overbrengen naar andere varkens, zij het moeilijker dan in de acute fase van de ziekte.

Varkens met Afrikaanse varkenspest
Varkens met Afrikaanse varkenspest

Verspreiding Afrikaanse varkenspest

Wilde zwijnen

In Afrika bevindt het reservoir van het virus zich in het wild. Daar zijn het vooral het wrattenzwijn (en boszwijn en reuzenboszwijn) en de zachte teek die de viruscyclus in stand houden. Zachte teken voeden zich op de besmette zwijnen, vermeerderen het virus en geven dit weer door aan een ander zwijn. Direct contact tussen wrattenzwijnen onderling speelt waarschijnlijk een geringere of helemaal geen rol. Het virus bevindt zich in lage concentraties in het bloed. Vanuit de wildcyclus wordt het virus regelmatig overgebracht naar gedomesticeerde varkens. Als die besmet zijn, hoeven er geen teken meer aan te pas te komen en verspreidt het virus zich gemakkelijk van varken naar varken.

In Eurazië verloopt de ziekte net als bij varkens ook bij wilde zwijnen meestal acuut en vrijwel alle besmette wilde zwijnen gaan dood. Het lijkt het erop dat onder bepaalde omstandigheden het virus langdurig bij wilde zwijnen kan blijven circuleren.

Varkens

Verspreiding kan op diverse manieren:

Direct contact
: In Nederland is dit de meest efficiënte route van besmetting. Dit zorgt bijvoorbeeld voor verspreiding binnen een varkensstal. Ook contact tussen wilde zwijnen en buiten gehouden varkens is hier een voorbeeld van.

Besmet voer (keukenafval)
: Het virus zou ons land kunnen binnenkomen via deze route. Alle uitbraken buiten Afrika zijn waarschijnlijk begonnen met het voeren van keukenafval (swill-voedering) aan varkens, van bijvoorbeeld schepen of vliegtuigen afkomstig uit Afrika.Het virus kan in de voedselketen terechtkomen door het slachten en verwerken van besmette varkens. Vooral in de kleinschalige varkenshouderij is dit niet uitzonderlijk. Hoewel ongevaarlijk voor de mens, kan het virus in dergelijke producten lange tijd overleven. Deze producten kunnen varkens(achtigen) besmetten.

Kadavers wilde zwijnen:
Contact met kadavers of achtergebleven restanten na het ontweien van een wild zwijn door een jager kan besmetting veroorzaken bij wilde zwijnen. Bovendien kunnen in de omgeving achtergelaten voedselresten wilde zwijnen besmetten.

Besmet materiaal
: Besmette materialen zoals gereedschappen, laarzen, en ook stalbedding kunnen besmetting van varkens veroorzaken. Hoe groot de kans is dat het virus via deze route bij varkens terechtkomt, is vooralsnog niet helemaal duidelijk. Daarnaast vormen veetransportwagens waarin besmette varkens vervoerd zijn een risico.

Overlevende varkens en wilde zwijnen:
Varkens die de infectie in eerste instantie overleven zijn veel minder besmettelijk dan varkens in de acute fase van de ziekte. Toch kunnen ze een belangrijke rol spelen in de epidemiologie, omdat ze ervoor zorgen dat het virus langdurig aanwezig kan blijven. Een dergelijk varken kan twee maanden later zo maar weer ergens een nieuwe uitbraak veroorzaken. Vooral bij wilde zwijnen zou dit misschien een verklaring kunnen zijn dat het virus in een voldoende grote populatie niet meer zo makkelijk uitsterft en steeds opnieuw ergens opduikt.

Teken: Teken spelen in Nederland geen grote rol in de verspreiding van het virus, maar ze kunnen wel als virusreservoir dienst doen. Teken kunnen jaren lang overleven en al die tijd het virus bij zich dragen.

Waar komt AVP voor?

De ziekte komt oorspronkelijk uit Afrika, meer specifiek landen ten zuiden van de Sahara. Buiten Afrika werd de ziekte voor het eerst gesignaleerd in Portugal, in 1957. Vanaf 1960 verspreidde de ziekte zich naar onder andere Spanje, Frankrijk, Italië, Malta, België en Nederland. In de jaren 70 waren er ook uitbraken in het Caribisch gebied en in Brazilië. De Nederlandse uitbraak was in 1986, door het voeren van keukenafval met virus. Twee bedrijven raakten besmet en na ruim twee maanden kon Nederland weer vrij verklaard worden. Midden jaren 90 was het virus overal buiten Afrika weer uitgeroeid, met uitzondering van Sardinië waar de ziekte ook vandaag nog voorkomt.

Sinds 2007 is AVP bezig aan een opmars via o.a. de Kaukasus, Rusland en de Oekraïne richting de Europese Unie. Sinds 2014 komt de ziekte voor in meerdere EU-landen. Naast Azië, zijn vooral in Polen en Roemenië veel uitbraken. In september 2018 maakte het virus een grote sprong en raakten honderden wilde zwijnen in België geïnfecteerd. In september 2020 is het eerste geval van de ziekte in Duitsland ontdekt.

Kaart: AVP in Europa


Bekijk de kaart van de EU met de verspreiding van AVP.

Onderzoek Wageningen Bioveterinary Research

Vrijwaring en bestrijding van Afrikaanse varkenspest is een taak die in Nederland door de overheid wordt uitgevoerd. Diagnostiek, advisering en training zijn de kerntaken die Wageningen Bioveterinary Research daarin heeft.

Om de AVP-diagnose definitief te stellen zijn altijd laboratoriumtesten noodzakelijk. Wageningen Bioveterinary Research voert deze diagnostiek uit.

We coördineren ook het monitoringspogramma om wilde zwijnen op mogelijke aanwezigheid van de ziekten AVP, KVP en Aujeszky te onderzoeken.

Onder andere in de vorm van onderzoek gerelateerd aan de kerntaken. Ook kunnen we testen of desinfectiemiddelen goed werken tegen AVP (Engelse pagina).

We delen ons kennis over AVP met de sector en andere belanghebbenden, bekijk dit webinar (2018):

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Publicaties

Links