Het mond-en-klauwzeervirus

Het mond-en-klauwzeervirus

De ziekte wordt veroorzaakt door het mond-en-klauwzeervirus.

Het MKZ-virus behoort tot het geslacht Aphtovirus uit de familie Picornaviridae (pico= klein, enkelstrengs lineair RNA, geen eiwitmantel, grootte 20-35 nm). Er zijn zeven serotypen bekend (A, O, C, Asia-1 en South African Territories 1,2,3) en deze zijn onderverdeeld in verschillende subtypen, waarvan reeds meer dan 60 verschillende beschreven zijn. In Europa kwamen tot nog toe alleen de typen A, O, C en Asia-1 voor. In Afrika worden ook de typen SAT 1, SAT 2, en SAT 3 aangetroffen. Een doorgemaakte infectie met het ene type geeft geen bescherming tegen een infectie met een van de andere typen. De zeven serotypen veroorzaken dezelfde symptomen en kunnen alleen in het laboratorium van elkaar worden onderscheiden. De epidemie in 2001 in Europa werd veroorzaakt door een O type dat ook in Aziƫ voorkomt.

Het vaststellen van type en subtype is voor de bestrijding van belang. De klinische verschijnselen zijn voor alle (sub)typen vergelijkbaar, hoewel er duidelijke verschillen in intensiteit kunnen zijn. Bij runderen en varkens zijn de verschijnselen vaak zo duidelijk dat alleen al op grond van de klinische verschijnselen de diagnose MKZ met redelijke zekerheid kan worden gesteld. Bij schapen en geiten daarentegen zijn de klinische verschijnselen van MKZ zeer onduidelijk.

Picorna virus, electronenmicroscoop opnamen Picorna virus, electronenmicroscoop opnamen
MKZ-virus


Gevolgen van MKZ

Het MKZ-virus kan infecties veroorzaken in alle evenhoevige dieren en kan zich razendsnel over een veestapel verspreiden. Dit kan door zowel directe contacten (dier-dier) als indirecte contacten (dier-mens-dier, via dierlijke producten en via vervoermiddelen). Bovendien kan het ook via de lucht worden verspreid. In incidentele gevallen is zelfs verspreiding over enkele tientallen kilometers beschreven. De economische gevolgen van een infectie kunnen enorm zijn. Directe economische schade ontstaat door het sterven van dieren, productiedaling, het vroegtijdig afvoeren van aangetaste dieren en de kosten van de bestrijding. Indirecte economische schade ontstaat ten gevolge van inkomstenderving door het exportverbod.