Ziektebeeld Mond-en-klauwzeer

Ziektebeeld mond-en-klauwzeer

De soort klinische verschijnselen zijn voor alle (sub)typen van het virus gelijk, hoewel er wat verschil in intensiteit kan zijn.

Bij runderen en varkens zijn de verschijnselen vaak zo duidelijk dat alleen al op grond van de klinische verschijnselen de diagnose MKZ met redelijke zekerheid kan worden gesteld. Bij schapen en geiten daarentegen zijn de klinische verschijnselen vaak niet specifiek. De uitbraak in 2001 heeft wederom geleerd, dat het klinisch beeld ook in kalveren milder kan zijn dan zou worden verwacht.

Runderen en schapen zijn al te infecteren als ze 10 tot 25 virusdeeltjes inademen. De wand van een blaar, een van de verschijnselen die optreedt bij MKZ, kan tot 10.000.000.000 virusdeeltjes per gram bevatten. Melk, ontlasting en sperma kunnen tot 1.000.000 virusdeeltjes per milliliter of gram bevatten.


Incubatietijd

De incubatieperiode van MKZ varieert van twee tot veertien dagen. Zoals de naam al zegt, ontstaat mond-en-klauwzeer in en rond de bek en aan de klauwen. Na één tot twee weken zijn de meeste dieren genezen. Bij schapen en geiten verloopt de ziekte meestal vrij mild. Bij rundvee en varkens kunnen de gevolgen echter veel ernstiger zijn.

Het MKZ-virus blijft onder normale omstandigheden lang infectieus. Bij normale temperatuur en in droog stalstof ongeveer veertien dagen en in vochtig stalstof acht dagen. Bij een temperatuur van twintig graden onder nul blijft het virus jarenlang infectieus.

Tijdens een incubatieperiode (de tijd tussen infectie en de eerste klinische symptomen) van gemiddeld twee tot acht dagen vermenigvuldigt het virus zich en is het vervolgens in het bloed aantoonbaar. Tevens vindt blaarvorming plaats, onder andere op de tong. In de blaar zijn meestal grote hoeveelheden virus aanwezig. Per diersoort kan de mate van blaarvorming en hoeveelheid virus aanzienlijk verschillen. Circa zeven dagen na de infectie komt de antilichaamproductie op gang en zijn antilichamen in het bloed aantoonbaar.

Klinisch beeld rund

In het begin krijgt het dier 40 tot 42 graden koorts. De eetlust verdwijnt volledig. Als eerste duidelijk herkenningsteken vormt zich een blaar. Die zit meestal op de tong en wordt daardoor niet altijd meteen opgemerkt. In de blaar vermenigvuldigt het virus zich snel. Via de lymfekanalen breidt de ziekte zich verder uit. Door de blaren gaan de dieren extra speeksel produceren, waardoor de dieren gaan kwijlen en ‘smakken'. Vrijwel alle dieren worden ziek, maar slechts twee tot drie procent sterft. Op de tweede en derde dag na de eerste symptomen kunnen blaren ontstaan over het hele lichaam. De blaren breken na enkele dagen door en herstellen langzaam. Doordat de blaren op de tong soms met elkaar samenvloeien, kunnen daarbij grote stukken van de tongbekleding kapot gaan. De blaren aan de klauwen ontstaan meestal aan de voorzijde van de tussenklauwspleet, vlak boven de kroonrand. De dieren lopen dan kreupel.

In dit stadium zijn de dieren zeer ziek. De melkproductie stopt vrijwel helemaal. Blaarvorming aan de kroonrand van de klauwen leidt tot een stijve, gevoelige gang en kreupelheid. Koorts, beven en blaarvorming op de tepels zijn andere opvallende verschijnselen bij runderen. Na zeven tot tien dagen ziekte, begint langzaam de genezing. De eetlust keert terug, maar de melkproductie blijft laag. De dieren kunnen het virus uit blijven scheiden, waardoor er gevaar blijft voor nieuwe gevallen.

Verschijnselen bij runderen in het kort:

  • Incubatie: 2-8 dagen; max 14 dagen
  • Koorts: 1-3 dagen
  • Sufheid
  • Geen eetlust
  • Speekselen, neusuitvloeiing
  • Smakken Anorexie: kauwbewegingen (tandenknarsen), trillen onderkaak
  • Melkgift stopt
  • Blaarvorming rond de mond (tong, want, verhemelte, tandvlees) en op de neus
  • Blaarvorming op de kroonrand, tussenkauwspleet, uier, tepel
  • Kreupelheid
  • Acute sterfte bij jonge dieren
Open blaar (2 dagen na infectie)
Open blaar (2 dagen na infectie)
Kwijlen en vieze neus (7 dagen na infectie)
Kwijlen en vieze neus (7 dagen na infectie)
Open blaar (2 dagen na infectie)
Open blaar (2 dagen na infectie)

Klinisch beeld varken

Varkens met MKZ zijn algemeen ziek. Daarnaast zien we kreupelheden, blaarvorming op de wroetschijf, de tong en de tepels, blaarvorming op de klauwen en bijklauwtjes. Deze blaren gaan binnen enkele dagen stuk, waardoor rauwe plekken ontstaan die langzaam genezen. Bij varkens kan zelfs de hele klauwschoen loslaten. Ondertussen begint een beeld van zeer veel acute sterfte bij de jonge biggen. Bij sectie is een typische streepvorming op het hart van deze jonge biggen te zien. MKZ lijkt bij varkens erg veel op de blaasjesziekte.

Verschijnselen bij varkens in het kort:

  • plotselinge kreupelheid
  • geen eetlust
  • hoge koorts
  • lusteloosheid
  • blaren op bek, snuit, lippen, kroonrand, tussenklauwspleet en spenen
  • bij varkens kan zelfs de hele klauwschoen loslaten
  • sterfte jonge biggen
  • zeer ziek

MKZ bij varken

Klinisch beeld schapen en geiten

De verschijnselen bij schapen en geiten zijn niet erg duidelijk en beperken zich vaak tot kreupelheid. Eerste verschijnselen: Sloom Kreupel, op de kroonrand eczeem en/of blaren Verhoogde lichaamstemperatuur (tijdelijk) Blaren (speldenknop groot) op de uier en op de spenen Blaren op het mondslijmvlies en de tandeloze rand.


Verschijnselen bij schapen en geiten in het kort:

  • plotselinge ernstige kreupelheid
  • geen eetlust
  • koorts
  • lusteloosheid
  • blaren op neus, tong, lippen, tandvlees, tandeloze rand, kroonranden, tussenklauwspleet en uier
  • blaren rupturen vaak snel, waardoor rode erosies achterblijven, die afhankelijk van de locatie snel of minder snel herstellen
  • sterfte bij jonge dieren

MKZ bij schaap en geit