Showcase

Vroege detectie van potentiële uitbraken van zoönosen

Een systeem dat vroegtijdig waarschuwt als ergens een ziekte uitbreekt die van dier op mens kan overgaan: onderzoekers van Wageningen University & Research bouwen computermodellen die voorspellen waar de kans op zoönosen het grootst is. Gezondheidsautoriteiten kunnen deze hotspots extra in de gaten houden.

‘Het is belangrijk om ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen bij dieren vroeg te detecteren. Dan kunnen de autoriteiten tijdig maatregelen nemen om verspreiding te voorkomen, waardoor de impact van de ziekte die de pathogenen veroorzaken, wordt beperkt, zegt epidemioloog Jose Gonzales. ‘Daarom bouwen we computermodellen die voorspellen op welke plekken de kans het grootst is dat zoönosen uitbreken. Je kunt het zien als een waarschuwingssysteem.’

Als testcase gebruiken de onderzoekers de vogelgriep. Het virus komt onder meer met wilde trekvogels mee vanuit Zuidoost-Azië en springt vaak over naar kippen of kalkoenen. De hoog-pathogene varianten veroorzaken ernstige ziekte en sterfte bij pluimvee. Deze virussen kunnen ook wilde dieren zoals vossen en wilde zwijnen of tamme varkens infecteren. Varkens lijken een soort mengvaten waarin het virus kan muteren. Soms levert dat varianten op die gevaarlijk zijn voor de mens.

Varkens lijken een soort mengvaten waarin het vogelgriepvirus muteert. Soms levert dat varianten op die gevaarlijk zijn voor de mens.

Eigen speurwerk

De onderzoekers verzamelen bestaande informatie over het virus en voegen deze info toe aan het computermodel. Gonzales: ‘Zo is over de transmissieroute van vogelgriep al het nodige bekend. Daarnaast halen we informatie uit rapporten over vogelgriepuitbraken wereldwijd: waar zijn die uitbraken, hoeveel dieren zijn er doodgegaan en zijn ook mensen ziek geworden?’

Die informatie vullen de onderzoekers verder aan met eigen speurwerk. Zo brengen ze in kaart welke gebieden in Nederland het meest aantrekkelijk zijn voor wilde vogels, bijvoorbeeld omdat er bepaald voedsel te vinden is. Van oktober tot en met maart is hier een hoger risico op de vogelgriep. Dan migreren veel wilde vogels richting Europa. De onderzoekers achterhalen ook welke en hoeveel wilde dieren er door het jaar heen in een gebied leven en met welke landbouwdieren zij mogelijk in contact komen.

Algoritmes ontwikkelen

Gonzales: ‘We ontwikkelen algoritmes waarmee we het internet kunnen afspeuren naar nieuws over vogelgriepuitbraken wereldwijd, want zelfs The World Organisation of Animal Health heeft niet het complete overzicht. Onder meer uit lokale berichtgeving kunnen we opmaken hoeveel dieren doodgaan aan de ziekte en hoeveel mensen besmet raken. Dat helpt om zo vroeg mogelijk te weten of er mogelijk een zeer besmettelijke variant naar Nederland onderweg is.’

Zelfs The World Organisation of Animal Health heeft niet het complete overzicht.

Volgens Gonzales zullen uit de computermodellen een aantal plekken in Nederland rollen met een verhoogd risico op een uitbraak van de vogelgriep. ‘Deze plekken moeten gemonitord worden, bijvoorbeeld door afnemen van keel- en neusswabs van verschillende dieren in zo’n gebied. Of door slimme testmethoden, zoals die in het project van Ralph Buij worden ontwikkeld. Als dit voor de vogelgriep goed werkt, kunnen we ook computermodellen voor andere zoönosen gaan ontwikkelen. Uiteindelijk kunnen de autoriteiten met onze modellen hotspots extra in de gaten houden. Zo helpen we bij het voorkomen van nieuwe grote ziekte-uitbraken.’