Blogpost

BLOG - Hoe gaan we 9 miljard mensen voeden in 2050?

article_published_on_label
16 oktober 2013

16 oktober was Wereldvoedseldag. Dit jaar luidde het thema “Duurzame voedselsystemen voor voedselzekerheid en voeding”. Een vrij abstract thema. Maar eigenlijk gaat het thema over de vraag “hoe gaan we negen miljard mensen voeden in 2050 (op een duurzame manier)”?

Ik denk dat de timing van deze aandacht voor “Het Voedselsysteem” niet toevallig is. Het is dit jaar vijf jaar geleden dat de voedselprijzen als het ware uit het niets omhoogschoten. De prijzen daalden na die eerste piek snel, maar stegen weer in 2010 tot nieuwe recordhoogten. Er leek een nieuw besef te groeien dat het voedselsysteem onder druk staat: de vraag groeit, terwijl het aanbod achterblijft. Als we nu al geen miljard mensen kunnen voeden, hoe moet dat dan in 2050, als we 2 miljard mensen extra moeten voeden?

De ironie wil dat er waarschijnlijk helemaal geen voedselcrisis heeft plaatsgevonden. De cijfers over “meer dan een miljard lijden honger door hoge voedselprijzen” bleken van een model te komen dat niet helemaal klopte. De Landbouw en Voedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO) heeft (zonder veel trompetgeschal) deze cijfers verbeterd in 2012. De nieuwe cijfers (rechts te zien) geven een heel ander beeld. Niet alleen hebben de hoge voedselprijzen schijnbaar geen piek-effect gehad, het beeld dat uit de nieuwe cijfers komt, is dat het aantal mensen met honger zelfs is gedaald.

Aantal ondervoede mensen in de wereld volgens de FAO (in miljard mensen)
Aantal ondervoede mensen in de wereld volgens de FAO (in miljard mensen)

Een belangrijke reden voor de verschillen tussen de 2010 cijfers en die van 2012 is dat de FAO inkomensgroei niet heeft meegenomen. In de jaren dat de voedselprijzen stegen, steeg ook het inkomen van veel arme mensen in Afrika en Azië. Zij konden de hogere prijzen meer dan ruimschoots compenseren door een hoger inkomen. Toen de economische groei begon af te nemen na de financiële crisis, maar de prijzen toch weer stegen (in 2010) zie je wel dat het aantal hongerige mensen niet langer daalde maar gelijk bleef.

Dit betekent niet dat er geen probleem is: 870 miljoen mensen die honger lijden zijn er natuurlijk nog steeds veel te veel. Het probleem is wel dat op basis van verkeerde cijfers over een “voedselprijscrisis” beleidsmakers op het verkeerde been zijn gezet. Willen we nadenken over hoe we negen miljard mensen gaan voeden in 2050, dan moeten we betrouwbare data en modellen hebben die (beleids)keuzes kunnen ondersteunen.

Zijn die er? Deels. Specifieke data en toegepaste modellen op het gebied van voedselzekerheid zijn vooralsnog relatief schaars. Een paar voorbeelden. LEI-onderzoek op het gebied van voedselverspilling stuit op een gebrek aan cijfers over voedselverspilling in de keten (van productie tot consumptie). Berekenen welk effect het terugdringen van verspilling heeft, wordt dan een lastige opgave. Een ander voorbeeld. De vraag “kunnen we de wereld voeden?” wordt meestal vertaald in “hoeveel kilocalorieën zijn er?”, en niet in “ wat is de voedingswaarde (vetten, proteïnes etc)”, terwijl die cruciaal is voor gezonde voeding.  Ook hier is het LEI bezig om betere data te krijgen en te gebruiken in modellen.

Tenslotte een punt over toekomstsscenario’s. We hebben onlangs een inventarisatie gemaakt van (model)scenario’s die, onder bepaalde aannames, verschillende toekomstbeelden schetsen. We vonden dat er nauwelijks scenario’s zijn die zich op voedselzekerheid richten. Als voedselzekerheid (zijdelings) wordt meegenomen, komt het niet goed uit de verf. De modellen beperken zich meestal tot kilocalorieën. Andere dimensies, zoals voedselprijzen, voedingswaarde etc. komen nauwelijks aan bod, wat wellicht te maken heeft met mijn vorige punt: gebrek aan data.

Als we serieus willen nadenken over verschillende opties over hoe we (duurzaam!) negen miljard mensen kunnen gaan voeden in 2050, moeten we investeren in data, modellen en modeltoepassingen, om beter geïnformeerde beslissingen te nemen.