Nieuws

Extra stappen nodig voor verduurzaming van de productie van aardappelen, groenten en fruit

article_published_on_label
16 december 2021

Overheid en bedrijfsleven streven naar verduurzaming van de productie van aardappelen, groente en fruit (AGF). Hierin worden vorderingen gemaakt maar dit gaat niet snel genoeg om een fors aantal (tussen-)doelstellingen van bedrijfsleven zelf, de overheid of gezamenlijk (bijvoorbeeld via convenanten) te realiseren. Dit blijkt uit de monitor Voortgang Verduurzaming Voedselketens voor de productgroep AGF verkocht in de Nederlandse supermarkten. De monitor is uitgevoerd door Wageningen University & Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Op de volgende terreinen worden de verduurzamingsdoelstellingen niet gerealiseerd:

Voorlichting van medewerkers op teeltbedrijven over gewasbeschermingsmiddelen blijft achterwege.

Het ziekteverzuim onder medewerkers van de akkerbouwbedrijven blijft onder het gemiddelde van Nederlandse werknemers. Maar medewerkers op deze bedrijven worden vaak niet voorgelicht over de gevaren van werken met gewasbeschermingsmiddelen terwijl dit wel verplicht is.

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ligt te hoog.

Binnen de AGF-producten worden nog te veel middelen gebruikt en is de milieubelasting te hoog om de tussendoelstelling in de Tweede nota Duurzame Gewasbescherming te halen. Positief is wel dat er weinig residuen op de producten uit de EU worden aangetroffen. Voor een beperkt aantal landen buiten de EU komt de overschrijding van residuen van gewasbeschermingsmiddelen op meer dan 10% van de AGF-producten voor.

Stikstof- en fosfaatoverschot op akkerbouwbedrijven is tot  2011 afgenomen; daarna is de afname min of meer gestagneerd.

Deze stagnatie betekent dat de Nitraatrichtlijn nog regelmatig wordt overschreden vooral op de uitspoelingsgevoelige löss- en zandgronden. Bij groente- en fruitteeltbedrijven worden stikstof en fosfaatoverschot niet gemonitord.

De CO2-emissie in de glastuinbouw lag in 2020 op 6,1 Mton. Dit is ruim boven de doelstelling van 4.6 Mton.  

Wel is het aandeel duurzame energie in de gehele glastuinbouw is in de periode 2010-2020 gestegen van 1,9% naar 10,4% van het totaal.

De populatie van bestuivers zoals bijen, hommels en vlinders gaat nog steeds achteruit.

Deze achteruitgang van bestuivers hangt van vele factoren af en het is niet te bepalen in hoeverre dit samenhangt met de AGF-sector. Wel zijn er maatregelen genomen om de toepassing van bepaalde voor bestuivende insecten schadelijke gewasbeschermingsmiddelen (neonicotinoiden) te verbieden. Tegelijkertijd is het gebruik van alternatieve middelen ook toegenomen. De nabije toekomst zal leren welk effect het verbod van deze middelen heeft op de ontwikkeling van de populatie bestuivende insecten. Daarnaast is het areaal bloemrijke akkerranden in de periode 2013-2018 afgenomen ondanks het streven van de overheid om meer functionele agrobiodiversiteit te bewerkstellingen op landbouwgronden.

Op een aantal terreinen is er sprake van stagnatie van verduurzaming:

Aanduiding van de herkomst van verse groente en fruit gebeurt wel als het verplicht is.

De traceerbaarheid van verse groente en fruit naar land van productie is verplicht en wordt richting de consument gecommuniceerd. Voor gewassen en gesneden groente is dit niet verplicht en op deze producten ontbreekt een herkomstetikettering dan ook regelmatig.

Arbeidsrechten van werknemers in Nederland zijn meestal goed geregeld.

Dit laat onverlet dat bij risicogerichte steekproeven in 53% van de gevallen een overtreding van de wettelijke arbeidsrechten geconstateerd wordt in de glastuinbouw. Buiten Nederland zijn er ook diverse problemen met de arbeidsrechten van inhuurkrachten in de groente- en fruiteelt.

Bodemkwaliteit in de akkerbouw gaat achteruit.

Het gebruik van zware machines leidt tot verdichting van de bodem en tot dalende productiviteit van de bodem. Bij verdichting wordt de grond zo samengeperst dat de bodemstructuur verloren gaat. Doel is om in 2030 alle agrarische gronden duurzaam te beheren. In de praktijk zijn de risico’s niet duidelijk verminderd.

Op een beperkt aantal terreinen is een duidelijke vooruitgang geboekt m.b.t. verduurzaming van AGF-producten:

Hoeveelheid producten onder keurmerken neemt toe.

Het marktaandeel van AGF onder keurmerk was tot 2019 zeer laag. Door de introductie van het keurmerk ‘on The way to PlanetProof’ is het marktaandeel sterk gestegen.

Leidingwatergebruik blijft beperkt in de AGF-sector.

Het leidingwaterverbruik bij het produceren van Nederlandse AGF producten is constant en van een laag niveau. Over het gebruik van oppervlakte- en grondwater zijn geen sectorspecifieke cijfers beschikbaar. AGF-producten uit landen met waterschaarste kunnen wel een grotere duurzaamheidsimpact hebben op het aspect water dan AGF-producten uit Nederland.

Verse AGF-producten worden minder verspild.

Producten met cosmetische gebreken worden niet weggegooid maar in een lagere kwaliteitsklasse aangeboden en verwerkt. Voedselverspilling onder consumenten is de afgelopen jaren gedaald voor zowel groente als fruit. In de supermarkten ligt de verspilling op iets minder dan 3% van de totale ingekochte hoeveelheden. Toch blijft de verspilling van AGF als in de supermarkt relatief hoog met 2.7 % in vergelijking met andere productcategorieën zoals vlees, zuivel, droge kruidenierswaren, frisdrank en kant en klaar maaltijden (kleiner dan 1.7%). De verspilling van groente en fruit bij consumenten is tussen 2016 en 2019 bijna gehalveerd.