Nieuws

Inkomen land- en tuinbouw gedaald in coronajaar 2020

article_published_on_label
17 december 2020

In 2020 wordt het gemiddelde inkomen uit land- en tuinbouwbedrijven geraamd op 54.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dat is bijna 20.000 euro lager dan het gemiddelde in het goede landbouwjaar 2019, ondanks de ondersteunende coronamaatregelen van de overheid, zoals bij de akkerbouw en sierteelt. Het is ook lager dan het gemiddelde van 59.000 euro over de periode 2015-2019.

Dat blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research onder leiding van agrarisch bedrijfseconoom Harold van der Meulen: ”Tussen en binnen de bedrijfstypen in de land- en tuinbouw zijn altijd al grote inkomensverschillen. De coronacrisis heeft de verschillen vergroot: het maakt veel uit of je leverde aan supermarkten of aan foodservice. Verrassend vind ik hoe krachtig de sector pot- en perkplanten zich heeft hersteld. Het meer thuis zijn heeft voor een impuls gezorgd bij de afzet van planten via de tuincentra.”

Rekenen met onbetaalde arbeidsjaareenheid

Wageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarisch ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren nog de meeste arbeid zelf, maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als een aje. Wie minder werkt, is minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen ook met elkaar te vergelijken.

Coronaeffecten: minder vraag op enkele uitzondering na

De gemiddelde opbrengsten per land- en tuinbouwbedrijf nemen met 2% af, voornamelijk door vraaguitval als gevolg van de coronapandemie. Sluiting van foodservicebedrijven en catering in binnen- en buitenland kostte bijvoorbeeld vleeskuikenhouders en aardappeltelers veel omzet. In de supermarkten steeg tijdens de pandemie de vraag naar biologische en vrije uitloopeieren flink, maar de afzet van gewone scharreleieren naar de horeca kreeg grote klappen. Voor de snijbloementeelt is de achterstand in omzet van snijbloemen ontstaan na afkondiging van lockdown-maatregelen dit voorjaar in diverse landen, nog altijd niet ingelopen. De kosten en afschrijvingen stijgen in 2020 met gemiddeld 3%, vooral door toename van de bedrijfsomvang.

Grote verschillen tussen sectoren

Tussen, en ook binnen bedrijfstypen in de land- en tuinbouw zijn de inkomensverschillen ieder jaar groot. Akkerbouwers kampen met lagere prijzen van aardappelen, melkveehouders zien hun inkomen dalen door een lagere melkprijs en hogere voerkosten. Varkenshouders zien hun inkomen, na een historisch hoog niveau in 2019, in 2020 zelfs negatief worden. Het inkomen op pot- en perkplantenbedrijven wordt juist hoger geraamd dan in 2019. Ook boomkwekers, fruittelers, vollegrondsgroentetelers en melkgeitenhouders zien naar verwachting hun inkomen stijgen in 2020 door betere prijsvorming van de producten.

Cijfers per bedrijfstype uit 2019 en ramingen voor 2020 staan in de bijgevoegde tabel. Hieronder per bedrijfstype een toelichting op de veranderingen.

Inkomen land- en tuinbouw gedaald in coronajaar 2020

Varkenshouders: na topjaar 2019 nu negatief inkomen

Voor de varkenshouderij zijn 2019 en 2020 jaren van extremen geweest. Het gemiddelde inkomen uit bedrijf zal in 2020 met bijna 300.000 euro dalen naar 12.000 euro negatief per onbetaalde aje. Gemiddeld voor 2020 is de prijsdaling van biggen -12% en vleesvarkens -8% ten opzichte van 2019. Ook de negatieve aanwas zorgt voor een afname van de opbrengsten doordat de dieren op de eindbalans veel minder waard zijn dan op de beginbalans. Alle groepen varkensbedrijven hebben te maken met fors afgenomen inkomsten, de zeugenbedrijven nog het minst. Deze behalen een positief inkomen van 46.000 euro per onbetaalde aje, toch een flinke daling ten opzichte van 2019 door lagere biggenprijzen. Het inkomen van vleesvarkensbedrijven daalt met 270.000 euro naar 46.000 euro negatief. Het inkomen van gesloten varkensbedrijven wordt geraamd op gemiddeld 33.000 euro negatief per onbetaalde aje. Naast de prijsdaling van verkochte vleesvarkens heeft deze groep bedrijven met name te kampen met negatieve aanwas.

Corona en Afrikaanse varkenspest hebben invloed

Na een historisch hoog inkomen in 2019, dankzij afgenomen productie in China als gevolg van Afrikaanse varkenspest, verandert na de uitbraak van het coronavirus het marktbeeld drastisch. Vanaf maart is de biggenprijs circa 72% gedaald, van 89 euro naar circa 25 euro. De vleesvarkensprijs daalde circa 30% van 1,86 euro naar 1,32 euro per kg. De prijsdaling komt door de wereldwijde coronapandemie met vraaguitval bij vooral de foodservice, gecombineerd met de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in Duitsland, waardoor de export vanuit Duitsland naar China is stilgelegd en Duits varkensvlees op de EU-markt afgezet moet worden.

Melkveehouders: lagere melkprijs, hogere productie en voerkosten

Het gemiddelde inkomen uit bedrijf van melkveehouders in 2020 is geraamd op 43.000 euro per onbetaalde aje. Dit is 6.000 euro minder dan in 2019, maar 5.000 euro hoger dan het gemiddelde over de periode 2015-2019. De totale opbrengsten dalen beperkt, omdat de lagere melkprijs (-4%) en de lagere veeprijzen grotendeels worden gecompenseerd door een hogere melkproductie per bedrijf. De kosten nemen met circa 6.000 euro toe, ondanks lagere energieprijzen en lagere rentekosten, door hogere voerkosten en een toename bij diverse andere kleine kostenposten.

Biologisch melkveebedrijf: flinke inkomensdaling

Het gemiddelde inkomen van het gespecialiseerde biologische melkveebedrijf wordt voor 2020 geraamd op 34.000 euro per onbetaalde aje. Dit is een daling van ongeveer 7.000 euro. De daling wordt veroorzaakt door hogere voerkosten en lagere vee-omzet. De lagere melkprijs (-1,5%) wordt gecompenseerd door een hogere melkproductie per bedrijf. Het inkomen in 2020 is bijna 11.000 euro lager dan het gemiddelde over 2015-2019.

Inkomen vleeskuikenhouders halveert

In 2020 halveert het inkomen van het gemiddelde vleeskuikenbedrijf naar verwachting tot gemiddeld 44.000 euro per onbetaalde aje: het laagste niveau sinds 2013. De opbrengsten dalen sterk door gemiddeld 4% lagere prijzen voor vleeskuikens als gevolg van de coronacrisis. Vooral de afzet van reguliere kuikens (een kleine 70% van de productie) wordt flink geraakt door de tijdelijke sluitingen van foodservicebedrijven in binnen- en buitenland. De prijzen van langzaam groeiende kuikens (Beter Leven keurmerk en concepten) met afzet in de supermarkten zijn op peil gebleven.

Duurzame leghennenhouderij: grotere vraag door corona

In 2020 wordt het gemiddelde inkomen voor leghennenhouders 6% lager geraamd op 93.000 euro per onbetaalde aje. Dat is het gevolg van een kleinere bedrijfsomvang door omschakeling naar meer duurzame houderijsystemen bij per saldo gelijke eierprijzen vergeleken met voorgaand jaar. Het huidige geraamde inkomen is vergelijkbaar met het meerjarig gemiddelde over 2015-2019. Vanwege de coronapandemie was in de supermarkten de vraag naar eieren in het luxere segment groot (biologische eieren, vrije uitloopeieren en het Beter Leven keurmerk), maar de afzet van gewone scharreleieren naar de foodservice kreeg forse klappen door de tijdelijke sluitingen.

Ophokplicht door vogelgriep veroorzaakt onrust

De uitbraak van vogelgriep in november bij enkele pluimveebedrijven zorgt voor veel onrust. In oktober was al een ophokplicht ingesteld vanwege de vondst van vogelgriep bij wilde vogels. De export van eieren, eiproducten en kuikenvlees naar EU-landen gaat gewoon door, maar de export naar derde landen heeft daar wel last van. Als de ophokplicht lang in stand blijft, dan heeft dat grote gevolgen voor vrije uitloopeieren, die mogelijk moeten worden verkocht als reguliere scharreleieren tegen lagere prijzen.

Inkomen melkgeitenhouders gestegen

Het inkomen uit bedrijf op melkgeitenbedrijven zal in 2020 naar verwachting uitkomen op gemiddeld 134.000 euro per onbetaalde aje, circa 29.000 euro hoger dan in 2019. Dit ligt 30.000 euro boven het gemiddelde van de voorgaande 5 jaren (2015-2019). Dit is het resultaat van een 6% hogere melkprijs, die ruimschoots voldoende is om de hogere voerkosten en toename van diverse vaste en algemene kosten te compenseren.

Inkomen houders van blankvleeskalveren op contract gedaald

Het inkomen uit bedrijf op bedrijven met blankvleeskalveren op contract daalt naar verwachting in 2020 met 5.000 euro (circa 10%) naar 41.000 euro per onbetaalde aje. De ontvangen contractvergoeding per gemiddeld aanwezig vleeskalf neemt in 2020 5% af door de langere leegstand van circa 4 weken.

Dit is zowel het gevolg van de coronacrisis (vraaguitval) als de iets lagere contractprijzen voor kalverhouders die nieuwe contracten moesten afsluiten. De ‘vrije rosékalvermesters’ hebben meer last gehad van de dalingen van vleesprijzen als gevolg van sluiting van horeca en foodservice in het buitenland (voornamelijk Frankrijk en Italië). Per saldo zal het inkomen op deze bedrijven aanzienlijk sterker teruglopen dan op de bedrijven met een contract.

Lagere inkomens akkerbouwers

Het inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje lag de laatste jaren tussen de 40.000 en 45.000 euro. In het droge jaar 2018 lag het inkomen duidelijk boven dit niveau. De raming van het inkomen voor oogstjaar 2020 bedraagt ongeveer 41.000 euro. Dit is het resultaat van achterblijvende opbrengsten bij een licht gedaald kostenniveau. Het verkoopseizoen 2019/2020 eindigde met zeer lage prijzen voor vrije consumptieaardappelen, vooral het gevolg van het wegvallen van fritesafzet naar de horeca en van exportmogelijkheden door de coronamaatregelen. Door de overheid is een compensatieregeling opgesteld voor telers met onverkoopbare fritesaardappelen in opslag.

Uien: minder productie, forse vraag

Voor uien wordt voor oogstjaar 2020 een prijsstijging van +35% geraamd ten opzichte van 2019. Een kleiner areaal met lagere productie per hectare zorgt in combinatie met een forse vraag voor deze prijsstijging.

Suikerbietenprijs lager door slechte marktomstandigheden aardappelen

Normaal wordt er op de basisprijs voor quotumsuikerbieten een plus gerealiseerd, onder andere doordat een positief resultaat van Aviko deels wordt uitgekeerd aan de Cosun-leden, de suikerbietentelers in Nederland. Door de slechte marktomstandigheden in de aardappelsector zit die plus er dit jaar niet of nauwelijks in. Er is daarom geraamd met een 5% lagere financiële opbrengst per hectare dan voor de oogst van 2019.

Grote vraag naar granen, minder productie

De vraag naar granen op de wereldmarkt is groot, terwijl de productie door droogte in diverse grote graanproducerende landen achterblijft. Dit zorgt ervoor dat de prijs voor tarwe, oogst 2020, 8% hoger wordt geraamd dan in 2019.

Lichte stijging inkomen zetmeelaardappelbedrijven

Het inkomen op zetmeelaardappelbedrijven neemt licht toe. De verwachte hoge prestatieprijs van zetmeelaardappelen leidt tot licht hogere opbrengsten voor oogstjaar 2020, de kosten blijven gelijk. Het inkomen wordt geraamd op ongeveer 30.000 euro per onbetaalde aje. Een jaar eerder was dit enkele duizenden euro's minder.

Glastuinbouw: divers beeld

Het inkomen uit bedrijf in 2020 wordt voor een gemiddeld glastuinbouwbedrijf geraamd op ruim 180.000 euro per onbetaalde aje. Dit is bijna 20.000 euro lager dan in 2019 en bijna 25.000 euro onder het gemiddeld inkomen in de periode 2015-2019. Het is hoe dan ook een voor de land- en tuinbouw hoog niveau. Zowel binnen als tussen de drie onderscheiden subtypen is de inkomensontwikkeling verschillend met een grote spreiding tot gevolg. Die subtypen worden hieronder uitgelicht.

Pot- en perkplanten: thuiswerkers gaan tuinieren

Het gemiddelde inkomen bij pot- en perkplantenbedrijven stijgt met circa 50.000 euro tot 181.000 euro per onbetaalde aje door een sterkere afname van de kosten dan de opbrengsten. De gemiddelde opbrengsten van potplanten zijn gedaald door vraaguitval vanwege corona, de kosten namen af doordat er minder potplanten werden opgepot en door lagere energiekosten. In de opbrengsten is rekening gehouden met de coronasteunmaatregelen “Aanvullende tegemoetkoming sierteelt” en “Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid”. De gemiddelde omzet voor perkplantenbedrijven is gestegen als gevolg van een grotere aandacht voor de tuin bij thuiswerkenden.

Snijbloemen: last van de lockdowns

Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid van snijbloemenbedrijven daalt ten opzichte van 2019 met 54.000 euro naar circa 122.000 euro, ondanks ontvangen coronasteunmaatregelen door de overheid. De daling van het inkomen is het gevolg van lagere opbrengsten door verkoop van minder snijbloemen door lockdownmaatregelen in verschillende landen bij een geringere daling van de kosten.

Glasgroente: tomatentelers kregen meer concurrentie en minder vraag

Het gemiddeld inkomen op glasgroentebedrijven wordt lager geraamd, de kosten nemen door groei in bedrijfsomvang sterker toe dan de opbrengsten. De opbrengst uit de verkoop van tomaten (belangrijkste gewas) ondervond dit voorjaar hinder van toegenomen concurrentie uit Marokko en Spanje en het stilvallen van verkoop naar foodservice na de corona-uitbraak. Telers van paprika kennen wel een goed seizoen. Daarnaast nemen de opbrengsten uit de verkoop van elektriciteit af.

Merendeel tuinders in de opengrond ziet inkomen verbeteren

Binnen de opengrondstuinbouw wordt voor 2020, met uitzondering van de bloembollenteelt, een inkomensverbetering geraamd. Voor de boomkwekerijbedrijven is voor 2020 ten opzichte van 2019 gemiddeld een inkomensstijging per onbetaalde aje geraamd van 7%. Hierdoor komt het gemiddeld inkomen uit op 103.000 euro. In deze sector is een tweedeling te zien: enerzijds zijn er bedrijven die door lockdowns in hun afzetbestemmingen en de timing van hun oogstmoment sterk beperkt werden in de verkoop van het product (onder andere bij vroegbloeiende planten). Anderzijds zijn er bedrijven die hebben kunnen profiteren van de toegenomen belangstelling voor tuinproducten in de consumentenmarkt (hoveniers en particulieren) en die hebben geanticipeerd op een piekvraag na de lockdown in het voorjaar.

Veel vraag naar aardbeien

Op de vollegrondsgroentebedrijven wordt met gemiddeld ruim 90.000 euro per onbetaalde aje een inkomensstijging van gemiddeld ruim 50% geraamd dankzij gemiddeld hogere productprijzen bij een vergelijkbaar productieniveau als vorig jaar. Bij het belangrijke gewas aardbeien zorgde een goede vraag in combinatie met een krap aanbod op de Noordwest-Europese markt voor een hogere middenprijs dan vorig jaar. Bij asperges was er vanaf Pasen een hogere vraag vanuit de Nederlandse en Duitse retail en fors meer afzet in de huisverkoop.

Fruitteelt: mensen gingen gezonder eten en wilden hardfruit

In de fruitteelt is het inkomen gemiddeld ook fors gestegen, namelijk met een kleine 50% naar 51.000 euro per onbetaalde aje. Door de coronacrisis steeg de verkoop van hardfruit, mensen gingen gezonder eten waaronder meer fruit. Daardoor eindigde het afzetseizoen 2019-2020 met behoorlijk hoge prijzen voor appels en peren. Omdat de voorraden aan het begin van het nieuwe seizoen 2020-2021 op waren, bleef het prijsniveau voor zowel appels als peren gunstig. Bij zacht fruit waren de resultaten wisselend. Rode bessen bijvoorbeeld, worden vooral afgezet richting horeca en gingen dus in prijs achteruit.

Bloembollen: malaise op de leliemarkt

In de bloembollenteelt dalen de inkomens gemiddeld met 9% tot 105.000 euro per onbetaalde aje. De financiële opbrengsten zijn ten opzichte van 2019 licht gedaald als gevolg van een iets lager productieniveau per hectare en een lager prijspeil, vooral als gevolg van malaise op de leliemarkt. Voor de overige bloembollen is over het algemeen de prijsvorming prima door de goede balans tussen vraag en aanbod. In de opbrengsten is rekening gehouden met ontvangsten uit de coronasteunmaatregelen “Aanvullende tegemoetkoming sierteelt” en “Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid”. De kosten zijn wel toegenomen.

Bron: Bedrijveninformatienet; bewerking Wageningen Economic Research
Bron: Bedrijveninformatienet; bewerking Wageningen Economic Research