Nieuws

Genetische variatie van Nederlandse otterpopulatie blijft stabiel

article_published_on_label
21 maart 2019

De ontwikkeling van de Nederlandse otterpopulatie wordt sinds de start van de herintroductie in 2002 jaarlijks gemonitord. De populatie groeit gestaag en de genetische variatie lijkt de laatste jaren niet meer af te nemen en te stabiliseren.

DNA-monitoring

De genetische status van de populatie otters wordt jaarlijks gemonitord met behulp van DNA uit uitwerpselen en uit doodsvondsten; deze vorm van monitoring maakt het mogelijk om individuen van elkaar te onderscheiden en aantalsschattingen te maken. Het huidige leefgebied van de Nederlandse otterpopulatie bestrijkt inmiddels delen van acht provincies. De minimale populatieomvang bedroeg in de winter van 2017/18  231 otters; rekening houdend met een zekere onderschatting is de werkelijke populatieomvang waarschijnlijk 275 otters. Dit wijst op een populatiegroei van zo’n 15% in het laatste jaar, met name in Friesland, Overijssel, Drenthe en Flevoland. Het aantal doodsvondsten in 2017 was opnieuw hoger dan het jaar daarvoor. De toename gaat samen met een evenredige groei in de populatieomvang. Het aantal verkeersslachtoffers bedraagt ca. 24% van de geschatte populatieomvang; daarmee vormt het verkeer de belangrijkste risicofactor. Inmiddels wordt door veel wegbeheerders gewerkt aan het oplossen van de belangrijkste verkeersknelpuntlocaties zoals geïdentificeerd door dit onderzoek.

Trend genetische variatie

De genetische variatie lijkt de laatste jaren te stabiliseren of zelfs licht te stijgen. Deze trend geeft reden tot hoop alhoewel de genetische basis nog wel smal is. In het voormalige uitzetgebied (moerasgebieden in de Kop van Overijssel en Zuidoost-Friesland) blijft de genetische variatie nog achter in vergelijking met gebieden die recent zijn gekoloniseerd (door immigratie uit het buitenland en het uitzetten van otters). In 2018/19 wordt wederom een monitoringsronde uitgevoerd door dezelfde onderzoekers.

Herintroductie

In 2002 is het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) begonnen met een herintroductieprogramma voor de otter (Lutra lutra) – een soort die in 1988 in ons land was uitgestorven. De ontwikkeling van de otterpopulatie wordt in opdracht van LNV jaarlijks gemonitord met aandacht voor aantalsontwikkeling, ruimtelijke verspreiding, de genetische status en doodsvondsten. Dit onderzoek maakt bijvoorbeeld duidelijk of er een risico is op inteelt of dat er sprake is van een onveilige ecologische infrastructuur met als gevolg een te groot aantal verkeersslachtoffers. Met deze informatie kunnen overheden passende maatregelen treffen, zodat de mortaliteit als gevolg van het verkeer kan worden gereduceerd. Wageningen Environmental Reserach voert het onderzoek uit als wettelijke onderzoekstaak in samenwerking met de Zoogdiervereniging, Niewold Wildlife Infocentre en het netwerk van vrijwilligers (vooral werkgroep CaLutra).

Lees meer in dit dossier