Nieuws

Kolk Westerveld bij Arnhem: aal kruipt in ademnood de kant op

article_published_on_label
12 januari 2018

De tien meter diepe kolk Westerveld bij Arnhem kent al jaren problemen met haar zuurstofhuishouding door rottend blad, waardoor het onderwaterleven verstikt. De kolk is een overblijfsel van een dijkdoorbraak door de Rijn in 1740. Afgelopen herfst kwamen tientallen grote palingen na een week zonder zuurstof letterlijk de kant op.

De kolk Westerveld (‘Betuwse parel’) ligt binnendijks aan de dijk bij Elden en vormt een karakteristiek element in het Betuwse landschap. Kolken of wielen hebben naast een belangrijke landschappelijke waarde ook vaak een recreatieve waarde. Daarnaast zijn ze van grote culturele en historische waarde, omdat ze de strijd van de Nederlanders tegen het water tekenen.

In het verleden had de rivier de Rijn vrij spel in het uiterwaardengebied tussen de Rijn en de Drielse dijk. Na uitbreiding van woningbouw door de gemeente Arnhem in de jaren ‘70 en ‘80 en de aanleg van wegen is er geen ecologische verbinding meer met de rivier. Hierdoor is de waterhuishouding in de kolk langzaam veranderd.

Najaarsmenging

In het vroege voorjaar warmt het water bovenin de kolk langzaam op doordat de zon meer kracht krijgt. Aanwezige voedingsstoffen in het water zorgen ervoor dat algen gaan groeien. Deze algen nemen zelf ook warmte op, waardoor de watertemperatuur nog sneller stijgt. Door deze opwarming ontstaat een warmere laag die gaat drijven op een koudere onderlaag, want warm water is lichter dan koud water.

De kolk in het park Westerveld is nagenoeg geheel door bomen omgeven waardoor menging van waterlagen via wind gering is. Zodoende ontstaat vanaf april een spronglaag: twee waterlagen waarbij op het grensvlak de temperatuur ineens sterk verandert.

Begin november zit alleen in de bovenste twee tot drie meter water nog zuurstof. In de lagen daaronder zit geen zuurstof als gevolg van afbraakprocessen in zomer en najaar. Wanneer de temperatuur begin november gaat zakken, koelt de bovenlaag af en gaat mengen met de onderlaag. Dit fenomeen heet najaarsmenging of najaarsomkering. Na enkele zeer koude nachten versnelt dit proces en komt zelfs slib van de onderwaterbodem in de waterkolom. Als gevolg van genoemde processen komt de plas enkele dagen tot meerdere weken zonder zuurstof te zitten.

Triest voor de vis

In de winterperiode kan de vis als koudbloedige best wat hebben, want de watertemperatuur is laag. Wanneer zuurstofcondities boven de 10% verzadiging blijven, merkt niemand wat en zet herstel na enkele weken in. In de kolk van Westerveld ligt dermate veel opgehoopt blad en slib dat bij ongunstige menging ieder najaar zuurstofproblemen ontstaan.

Vissoorten als voorn en brasem zijn inmiddels verdwenen na massale vissterfte in 2006. In 2010 zijn 15 grote karpers gered en overgebracht naar elders. In het voorjaar van 2016 heeft de Gemeente Arnhem de windhoeken van de plas laten uitbaggeren. Daar waar het in het najaar 2016 goed ging kwam de kolk in de periode tussen 17 november en midden december 2017 vier weken vrijwel zonder zuurstof te zitten.

Tientallen grote alen (palingen) kwamen na een week zonder zuurstof letterlijk de kant op. Toen na enkele dagen de zuurstofcondities nog slechter werden en alen stierven zijn 22 exemplaren naar elders overgezet. Deze mooie vissen met een lengte tussen 80 en 100 centimeter en een geschatte leeftijd van zeker 40 jaar mogen hun oude dag in gezonder viswater doorbrengen. Ook zijn enkele grote happende karpers opgepakt en overgezet.

Vanaf midden december 2017 zit de kolk in de herstelfase en zuurstofwaarden liggen inmiddels rond 50% verzadiging. Met de gemeente Arnhem wordt in 2018 naar verdere mogelijkheden gezocht dit unieke water een gezond perspectief te bieden.

Lees meer