Nieuws

Nieuw data-eigenaarschap nodig voor Glasgow ontbossingsakkoord

article_published_on_label
13 april 2022

Bij de COP26 klimaattop vorig jaar tekenden 141 landen de Glasgow Leaders’ Declaration on Forests and Land Use. In deze declaratie erkennen de landen dat, om de opwarming van de aarde te beperken, ontbossing voor 2030 gestopt moet worden, de degradatie van bossen beperkt moet worden, en aanplant vergroot. Met slechts acht jaar te gaan, zijn de uitdagingen groot en urgent. Onderzoekers uit Wageningen doen hun belangrijkste aanbevelingen in een toelichting in Nature Climate Change.

Om bossen beter te beschermen en beheren zijn op internationaal tot lokaal niveau acties nodig die plaatselijke volkeren en gemeenschappen versterken. Daarnaast is verbeterde toegang tot informatie over waar en waarom de bossen veranderen van groot belang. Op basis daarvan kunnen beleid en acties worden geformuleerd, om plaatselijke implementatie en naleving te sturen en te ondersteunen. Ook kan deze informatie helpen om de voortgang en resultaten van die activiteiten te monitoren. In hun stuk in Nature Climate Change bespreekt een team onderzoekers, waaronder drie wetenschappers van Wageningen University & Research, de belangrijkste uitdagingen en oplossingen.

Maak nationale data vrij beschikbaar

Prof. Gert-Jan Nabuurs, eerste auteur en hoogleraar Europees Bos bij Wageningen University & Research: “Open-access satellietbeelden maken het mogelijk het bosareaal vrijwel real-time te volgen. Deze beelden zijn vrij beschikbaar, en hun resolutie wordt steeds beter. Maar het blijft moeilijk om de langere en geleidelijker processen te monitoren, zoals herbebossing, groei en herstel.” Daarvoor zijn gegevens cruciaal over de nationale inventaris, National Forest Inventory (NFI). Deze NFI-data worden om de paar jaar verzameld, afhankelijk van het land en de regio, maar zijn niet vrij beschikbaar voor allen die er gebruik van zouden kunnen maken.

Open-access satellietbeelden maken het mogelijk het bosareaal vrijwel real-time te volgen.
Dr. Johannes Reiche

De auteurs adviseren overheidsinstellingen die op basis van publieke middelen NFI’s produceren, deze vrij beschikbaar te maken. En dan in het bijzonder de data met betrekking op de belangen van landeigenaren, waaronder volkeren en andere plaatselijke gemeenschappen. Dr. Johannes Reiche, coauteur en universitair hoofddocent Remote Sensing: “Vrije toegang tot zowel satellietbeelden als data is heel belangrijk. Daarmee kan iedereen ter wereld de impact van landgebruik beoordelen, verifiëren en aan de kaak stellen. Hiermee kan het hiaat gedicht worden tussen de tienjaarlijkse inventarisatie en de jaarlijkse satellietbeelden waarmee verandering wordt beoordeeld.”

Gemeenschappen betrekken

Effectief beheer en bescherming van plaatselijke bossen vereist, naast data, doelgerichte maatregelen. Gemeenschappen moeten worden betrokken en profijt hebben van hun betrokkenheid. Daarnaast moeten zij bijdragen aan nieuwe en bestaande NFI’s, en aan het verzamelen van data voor de evaluatie van de toestand van bossen via remote sensing. Prof. Douglas Sheil, coauteur en hoogleraar Bosecologie en Bosbeheer: “Inheemse volkeren zijn in veel gebieden de beste ogen en voeten ter plaatse. Hun behoeften en observaties moeten erkend worden, en worden opgenomen in een inclusief proces van bos-monitoring en bosbescherming. Dit als onderdeel van de $1.7 miljard die in Glasgow is toegezegd ter bescherming van inheemse volkeren.”

“We vrezen dat als deze acties in de komende maanden niet verder ontwikkeld worden, de mogelijkheden om de doelen voor 2030 (en daarna) te monitoren teleurstellend zullen blijken”, voegt Nabuurs toe.