Nieuws

Populetum Horsterwold in ere hersteld

article_published_on_label
6 februari 2018

Begin jaren ‘80 is in het Horsterwold in Zeewolde door het toenmalige rijksinstituut De Dorschkamp (nu onderdeel van WENR) samen met de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders een Populetum aangeplant. Het onderzoek was erop gericht om de beste populierenklonen voor de pas drooggelegde IJsselmeerpolders te zoeken: bomen die in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk hout opbrachten en zo snel mogelijk een volwassen bos opleverden. Vorig jaar zijn de restanten van dit oude Populetum opgeruimd, met de bedoeling een nieuw Populetum aan te leggen. Dat doet Staatsbosbeheer nu samen met Wageningen Environmental Research (WENR).

“Wij hebben 8 populierenklonen geselecteerd uit ons veredelingsprogramma,” zegt WENR-onderzoeker Paul Copini. “Deze hebben we samen met de bekende populierenrassen Koster en Robusta geplant in het Populetum. Het gaat om Canadese (Euramerikaanse) populieren, kruisingen tussen de Amerikaanse populier (P. deltoides) en de Europese zwarte populier (P. nigra), die van oudsher zeer veelvuldig in Nederland zijn aangeplant. De komende jaren willen we nog enkele veelbelovende klonen uit ons veredelingsprogramma vermeerderen en planten in het Populetum. Daarnaast werken we samen met o.a. de leerstoelgroep Bosecologie en Bosbeheer van Wageningen Universiteit om belangrijke houteigenschappen van verschillende klonen die ook in het Populetum staan te achterhalen.”

Staatsbosbeheer richt dit vernieuwde Populetum in om ook voor de toekomst in het kader van genenbewaring de beste klonen veilig te stellen. Juist in deze tijd, waarin er naar gestreefd wordt zoveel mogelijk eigen hout te produceren op eigen bodem, is de populier met zijn hoge groeisnelheid en opbrengst een interessante boomsoort om te planten in duurzame bossen. In totaal wordt door SBB 20 hectare met populier aangeplant, en 1 hectare met wilg, met klonen die naar verwachting verschillen in resistentie tegen watermerkziekte. Watermerkziekte, veroorzaakt door de bacterie Brenneria salicis, heeft er voor gezorgd dat er nauwelijks nog belangstelling voor deze boomsoort is, terwijl deze soort wel thuishoort op de klei van de polder. In totaal worden er 95 verschillende klonen aangeplant.