Nieuws

Provincies moeten scherper en kritischer zijn bij weidevogel- en agrarisch natuurbeheer

article_published_on_label
18 oktober 2013

De afgelopen decennia liet de effectiviteit van het weidevogelbeheer en overig agrarisch natuurbeheer te wensen over. Bij weidevogels is de lange-termijntrend nog steeds negatief maar zien diverse provincies in de recente trends ook lichtpuntjes. Bij akkervogels bestaat een zeer wisselend, maar overwegend negatief beeld met enkele successen.

Onder provincies en Rijk heeft Alterra Wageningen UR samen met BureauZet een verkennend en inventariserend onderzoek gedaan om het draagvlak voor de kerngebiedenbenadering van weidevogels en agrarische natuur in beeld te Dit onderzoek brengt  ook de behoeften in beeld voor verdere ontwikkeling van die benadering.

Effectieve inzet middelen

Provincies trekken uit de terugblik op het verleden de conclusie dat zij nog scherper en kritischer moeten zijn op een effectieve inzet van de middelen voor weidevogelbeheer en agrarisch natuurbeheer,met name door scherpere begrenzing, zwaardere beheerpakketten en andere maatregelen (verdere concentratie). Een relatief groot deel van de provincies geeft aan dat ecologische criteria daarbij belangrijk maar niet geheel leidend zullen zijn.

Duurzaam behoud agrarische natuur

Veel provincies vinden het noodzakelijk om - naast subsidieverstrekking – en in samenwerking met het landbouwbedrijfsleven manieren te bedenken om een meer (economisch) duurzaam behoud van agrarische natuur te bereiken.

Ten slotte stellen diverse provincies dat het vrijwel onmogelijk is de gangbare landbouwpraktijk nog te combineren met effectief weidevogelbeheer. Zij vragen zich af of het zinvol is om door te gaan met het subsidiëren van gangbare boeren.