Nieuws

Uitvoering collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer op stoom

article_published_on_label
2 april 2021

De uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer via 40 agrarische collectieven, waarin ruim 11.000 boeren samenwerken, is vijf jaar na invoering goed op stoom. Dit blijkt uit de tussenevaluatie van het subsidiestelsel, uitgevoerd door Wageningen Environmental Research in opdracht van het ministerie van LNV en de provincies. Demissionair minister Schouten heeft de evaluatie op 31 maart 2021 aangeboden aan de Tweede Kamer.

De onderzoekers concluderen dat de collectieve aanpak in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer zorgt voor meer betrokkenheid van boeren bij het beheer en meer flexibiliteit om maatregelen aan te passen aan omstandigheden in het veld. Ook de ecologische condities voor het bereiken van de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water zijn licht verbeterd sinds de invoering van het subsidiestelsel in 2016.

Minder administratie en meer samenwerking

De evaluatie laat ook zien waar verbeteringen nodig zijn. Zo kan er binnen het huidige stelsel winst worden geboekt met een betere samenwerking tussen collectieven en terreinbeheerders, vereenvoudiging van administratieve regels en meer inzet op lange termijn verbetering van de habitatkwaliteit. Ook kennisontwikkeling en kennisdelen, inrichtingsmaatregelen, de inzet van kavelruil en predatiebeheer kunnen bijdragen aan betere prestaties.  

Meer nodig voor keren negatieve trend

Voor het redden van de weidevogel is echter meer nodig. De afstand tussen wat veel doelsoorten nodig hebben en wat er mogelijk is bij het regulier agrarisch gebruik, is de afgelopen decennia enorm gegroeid. Een vrijwillig subsidie-instrument voor aangepast beheer volstaat niet voor het overbruggen van deze kloof. De onderzoekers pleiten onder meer voor zwaardere instrumenten en nieuwe financieringsbronnen die de omslag naar ‘natuurboeren’ mogelijk maken. Daarnaast zien zijn een rol voor provincies om meer samenhang te realiseren tussen agrarisch natuur- en landschapsbeheer en andere urgente opgaven in het landelijk gebied via integrale gebiedsprocessen.

Doorontwikkeling collectieven naar brede gebiedsorganisaties

Agrarische collectieven kunnen bij deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen. Zij hebben zich de afgelopen jaren ontwikkeld als een onmisbare schakel in de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer. Bovendien manifesteren veel collectieven zich op een steeds breder terrein. Dit roept de vraag op in hoeverre zij zich willen ontwikkelen tot bredere gebiedscoöperaties, waarbij ook andere, niet agrarische, gebiedspartijen onderdeel zijn van de coöperatie.