Nieuws

Voedingsvetten, menselijke voeding en het milieu: evenwicht en duurzaamheid

article_published_on_label
25 april 2022

Een nieuwe studie van Wageningen University & Research en de Charles University in Praag werpt een nieuw licht op voedingsoliën en -vetten en kijkt daarbij zowel naar de gevolgen voor voeding als naar die voor milieu. De studie beschouwt niet alle vetten als slecht voor onze gezondheid, maar benadrukt het belang van vetten in gezonde voeding. Dat geldt vooral voor ondervoede mensen. Ook onderstreept de studie het belang van het maken van verstandige keuzes tussen plantaardige en dierlijke vetbronnen met het oog op de gezondheid van planeet en mens.

Het kiezen van de juiste bronnen van oliën en vetten impliceert een complex evenwicht van genuanceerde en veranderende kwesties. Hoewel recente studies aantonen dat verzadigde dierlijke vetten niet zo ongezond zijn als vaak wordt beweerd, zijn de milieueffecten van dierlijke vetten uit zuivel, reuzel, talg en andere bronnen vaak veel groter dan die van plantaardige vetten. Maar zelfs bij plantaardige vetten hebben onze keuzes grote gevolgen.

Palmolie, kokosolie en arachideolie zijn belangrijke, betaalbare oliën in delen van de wereld met de grootste "vetkloof" - het verschil tussen hoeveel vet we consumeren en zouden moeten consumeren in een gezond dieet. Maar de keerzijde is dat de uitbreiding van deze gewassen een negatieve invloed heeft op de tropische bossen en de biodiversiteit. De meeste soja, koolzaad en zonnebloem worden geteeld in rijkere en meer gematigde delen van de wereld. Die teelt wordt gerelateerd aan buitensporige stikstofstromen en enkele belangrijke veranderingen in landsystemen, zoals de uitbreiding van soja in Zuid-Amerikaanse bossen en savannes.

De studie, gepubliceerd in Frontiers in Nutrition, is zeer actueel nu de oorlog in Oekraïne en de impact daarvan op de Russische en Oekraïense zonnebloemolieproductie tot grote prijsstijgingen voor plantaardige oliën heeft geleid. De nieuwe studie biedt een kader om te voorspellen wat de gevolgen zouden kunnen zijn van veranderingen in de olieproductie en -handel voor arme en ondervoede mensen en het milieu wereldwijd.

Douglas Sheil, senior auteur en professor aan Wageningen University & Research: "In onze zoektocht naar goede voeding zie ik telkens weer dat we te graag simpele antwoorden accepteren. Zoals het idee dat voedingsvetten schadelijk zijn en dat het vermijden van palmolie bossen spaart. Constructieve antwoorden vereisen een meer genuanceerde reflectie over de specifieke implicaties van het specifieke basisproduct in een specifieke context. Vetten zijn essentieel voor de gezondheid. Elke bron van voedingsoliën kan goed of slecht zijn. Wat ik vooral opvallend vond in onze studie, is hoe alle inspanningen om de aard van de vereiste productie te sturen en te verbeteren om zo betere gezondheids- en milieuresultaten te bereiken, ondermijnd blijven door gebrekkige informatie. Dit terwijl de wereldwijde vraag naar oliën en vetten in de voeding de komende drie decennia waarschijnlijk zal verdubbelen."

Professor Erik Meijaard, hoofdauteur van de studie en gasthoogleraar aan Charles University Praag, verklaart: "In de verhitte debatten over oliën en vetten, waarin velen betogen dat vetten gewoon uit het dieet moeten worden geweerd, vergeten we dat we als mensen echt "vetjagers" zijn. Ongeveer 25-30% van onze dagelijkse energiebehoefte komt van vetten. Zonder vetten gaan we dood. Daarom wordt het belangrijk waar we onze vetten vandaan halen: van dieren of planten, en welke dieren en planten, en wat de gevolgen zijn van onze keuzes."

De studie benadrukt dat eenvoudige conclusies over oliën en vetten nuances missen. Verzadigde vetten zijn niet per definitie ongezond. Palmolie is niet per definitie slecht. Verstandige keuzes over de productie, handel en consumptie moeten worden gemaakt in de bredere context van hoe verschillende oliën en vetten de gezondheid van zowel mensen met overgewicht als ondervoede mensen en de gezondheid van de planeet beïnvloeden.