Nieuws

Grote variatie in broeikasgasemissie op Koeien & Kansen-bedrijven

article_published_on_label
21 oktober 2020

In 2019 bedroeg de emissie van broeikasgassen op de Koeien & Kansen-bedrijven gemiddeld 1215 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk. Dit zijn de broeikasgassen die volledig aan de melk zijn toegerekend. In totaal werd in 2019 ruim 1320 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk geproduceerd, waarvan 92% aan melk en 8% aan vlees is toegerekend. De variatie tussen de bedrijven in uitstoot is groot. Rantsoen, efficiënt voeren, intensiteit en grondsoort spelen een belangrijke rol bij de hoogte van broeikasgasemissie.

Uitstoot per bedrijf

Over 2019 is met de KringloopWijzer voor 17 Koeien & Kansen-bedrijven (inclusief De Marke) weer een gemiddelde broeikasgasemissie berekend per ton meetmelk. Figuur 1 laat hiervan de resultaten zien.

Omdat in 2019 minder vlees is afgevoerd dan in 2018, is gemiddeld 92% van de totale uitstoot van broeikasgassen toegerekend aan de melkproductie. Dit is 6% meer dan in 2018. In 2018 was de jongveebezetting op een gemiddeld Koeien & Kansen-bedrijf nog 5,1 stuks jongvee per 10 melkkoeien. In 2019 is dat gedaald naar gemiddeld 4,6 stuks jongvee per 10 melkkoeien. Door deze daling is minder vlees afgevoerd en wordt meer van de geproduceerde broeikasgassen aan melk toegerekend.

Figuur 1: Broeikasgasemissie op Koeien & Kansen-bedrijven in 2019
Figuur 1: Broeikasgasemissie op Koeien & Kansen-bedrijven in 2019

Figuur 1 laat zien dat de gemiddelde uitstoot van broeikasgassen op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2019 ongeveer 1215 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk is. Dit is de broeikasgasemissie die aan melk is toegerekend. De totale broeikasgasemissie in 2019 was ruim 1320 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk.

Landelijk gemiddelde

In 2018 produceerde een gemiddeld Nederlands melkveebedrijf 1195 kg CO2-equivalenten per ton melk aan broeikasgassen. Deze broeikasgassen zijn alleen de aan melk toegerekende broeikasgassen (84% van totale broeikasgasemissie) (bron: Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen). De resultaten van het gemiddelde Koeien & Kansenbedrijf lag in 2018 hier met 1145 kg CO2-equivalenten onder.

Methaanemissie door pensfermentatie

Ruim 40% van de broeikasgasemissie komt door de emissie van methaan die vrijkomt bij pensfermentatie. Bedrijf 6 heeft met 440 kg CO2-eq. de laagste methaanemissie door pensfermentatie. Dit bedrijf voert in 2019 een energierijk rantsoen (1000 VEM/kg ds) met veel snijmaïs en krachtvoer. Met dit energierijk rantsoen realiseert bedrijf 6 een hoge voerefficiëntie van 1,25 kg meetmelk per kilogram droge stof voor de totale veestapel.

Bedrijf 8 heeft met bijna 580 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk de hoogste methaanemissie door pensfermentatie. Dit bedrijf voert een rantsoen met een relatief laag VEM-gehalte (970 VEM/kg ds) en heeft een relatieve lage voerefficiëntie van 1,11 kg meetmelk per kg ds (bij de gehele veestapel). Dit laatste komt onder andere doordat het bedrijf ongeveer 1 stuks jongvee per 10 melkkoeien meer aanhoudt dan het gemiddelde Koeien & Kansen-bedrijf en de melkproductie per koe 800 kg lager is dan het Koeien & Kansen-gemiddelde.

Emissie uit stal en mestopslag

De emissie van methaan en lachgas uit de stal en mestopslag is voor de Koeien & Kansen-bedrijven gemiddeld ongeveer 145 kg CO2-eq. per ton meetmelk. Bedrijf 3 heeft met 110 kg CO2-eq. per ton meetmelk de laagste uitstoot van lachgas en methaan uit de stal en mestopslag. Dit bedrijf gaat efficiënt met voer en stikstof om en heeft mede door de lage jongveebezetting van 3 stuks jongvee per 10 melkkoeien ook een lage stikstofexcretie per kg melk. Ook past het bedrijf veel weidegang toe, waardoor de hoeveelheid mest in de opslag beperkt wordt. Samen leidt dit tot een beperking van de methaanemissie uit de mestopslag.

Bedrijf 8 heeft met bijna 170 kg CO2-eq. per ton meetmelk de hoogste emissie van lachgas en methaan uit de stal en mestopslag. Dit bedrijf voert relatief veel geconserveerd ruwvoer met een lagere energie-inhoud en heeft daardoor gemiddeld meer VEM per kg melk nodig dan gemiddeld. Het rantsoen is daardoor vrij vezelrijk zodat er veel onverteerde plantenresten in de mest achterblijven die leiden tot een hoge emissie van methaan in de put. Omdat de melkproductie op bedrijf 8 wat lager is dan gemiddeld op de Koeien & Kansen-bedrijven is de excretie per kg melk en daardoor de emissie van lachgas per kg melk ook wat hoger dan gemiddeld.

Emissie bij het produceren van voer

Bij het produceren van voer komt lachgas vrij. De hoeveelheid is afhankelijk van de bemesting. Bij bewerken van het land en voeren van het voer wordt diesel verbrand. De gemiddelde emissie bij het produceren van voer is op de Koeien & Kansen-bedrijven ongeveer 115 kg CO2-eq. per ton meetmelk. Op bedrijf 4 is de emissie bij het produceren van voer met iets meer da 45 kg CO2-eq. per ton meetmelk het laagst. Dit zeer intensieve bedrijf met beweiding bemest weinig per 1000 kg meetmelk en oogst door de intensieve bedrijfsvoering zelf ook beperkt gras per 1000 kg meetmelk zodat de uitstoot van lachgas bij bemesten en het dieselverbruik bij oogsten en voeren van eigen geteeld voer beperkt blijven.

Op bedrijf 5 is de emissie bij produceren van voer hoog met 300 kg CO2-eq. per ton meetmelk. Ook bedrijf 3 heeft een hoge emissie bij het produceren van voer. Beide bedrijven hebben veengrond waarbij door omzetting van organisch materiaal in de bodem veel lachgas vrijkomt.

Broeikasgassen uit aanvoerbronnen

De uitstoot van broeikasgassen uit aanvoerbronnen vindt niet direct op het bedrijf zelf plaats, maar zijn indirect toe te rekenen aan het melkveebedrijf omdat producten of diensten worden aangekocht. Dit noemen we ook wel ‘off farm’ emissie. Het gaat dan bijvoorbeeld om aangekocht water, energie, ruwvoer, krachtvoer en kunstmest. In 2019 is de emissie uit aanvoerbronnen gemiddeld ruim 460 kg CO2-eq. per ton meetmelk op de Koeien & Kansen-bedrijven. De emissie uit aanvoerbronnen is in 2019 ongeveer 9% hoger dan in 2018. Dit komt doordat de bedrijven het gemiste ruwvoer in 2018 door droogte voor een belangrijk deel konden aanvullen uit de eigen ruwvoervoorraad. In 2019 lukte dit minder goed en is daarom meer krachtvoer en maïs aangevoerd.

Bedrijf 2 heeft met ongeveer 240 kg CO2-eq. per ton meetmelk de laagste off farm emissie. Dit bedrijf teelt veel krachtvoer- en krachtvoervervangers (o.a. tarwe, veldbonen en MKS) zelf en heeft daarmee een lage emissie van broeikaskassen via de aanvoer van krachtvoer. Bedrijf 8 heeft met ruim 750 kg CO2-eq. per ton meetmelk de hoogste broeikasgasemissie uit aanvoerbronnen. Dit bedrijf heeft in 2019 31 melkkoeien aangevoerd wat leidt tot een hoge emissie uit de aanvoerbron vee. Ook is wat meer dan gemiddeld krachtvoer per 1000 kg melk aangevoerd. Onder andere door veel emissie uit aanvoerbronnen heeft bedrijf 8 de hoogste broeikasgasemissie per ton meetmelk van de Koeien & Kansen-bedrijven.

Minder dan 1000 kg CO2

Uit de cijfers blijkt dat er een grote variatie tussen bedrijven is bij de uitstoot van verschillende broeikasgassen. Rantsoen, efficiënt voeren, intensiteit en grondsoort spelen een belangrijke rol bij de hoogte van broeikasgasemissie. Ook spelen specifieke aanvoerposten soms een belangrijke rol. Figuur 1 laat zien dat bedrijf 14 op geen van de individuele posten de laagste emissie heeft, maar er als enige Koeien & Kansen-bedrijf in 2019 er wel in slaagt de broeikasgasemissie te beperken tot minder dan 1000 kg CO2 per 1000 kg meetmelk. Dit bedrijf illustreert hiermee dan ook dat om de broeikasgasemissie te beperken inspanningen op meerdere fronten nodig zijn.

Broeikasgassen uit de melkveehouderij

Bij de productie van melk komen de broeikasgassen methaan, lachgas en kooldioxide vrijkomen. De belangrijkste zijn:

  • CO2 komt vrij bij de afbraak van plantenresten op het land. De planten die groeien nemen echter ook weer CO2 op bij de fotosynthese. Behalve bij afbraak van plantenresten komt CO2ook vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen. Dat kan op het bedrijf plaatsvinden door het rijden met een trekker of het uitvoeren van loonwerk, maar ook indirect door het verbruiken van stroom, het aankopen van bedrijfsmiddelen, het aankopen van krachtvoer of het transport van voer naar het bedrijf.
  • Methaan ontstaat bij ontbinding van plantaardig materiaal. Dit gebeurt bij vertering van voer door herkauwers en door vertering van voerresten tijdens de opslag van dierlijke mest.
  • Lachgas ontstaat bij productie, opslag en toediening van stikstofhoudende meststoffen, maar vooral bij de afbraak van organisch, stikstofhoudend materiaal in de bodem.

Bij de productie van melk komen de broeikasgassen methaan, lachgas en kooldioxide vrij. In het artikel Broeikasgasemissie op Koeien & Kansen bedrijven in beeld komt naar voren dat op het gemiddelde Koeien & Kansen-bedrijf in 2018 ongeveer 1145 kg CO2 per ton meetmelk aan broeikasgassen vrijkwamen bij de productie van melk. Dit was 86% van de totale broeikasgasemissie op de Koeien & Kansen-bedrijven (totaal 1330 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk), maar wel die aan melkproductie toe te rekenen zijn. Veertien procent (185 kg CO2-equivalenten per ton meetmelk) kwam voor rekening van vleesproductie. De toerekening vindt plaats door de verhouding van de totale kilogrammen afgeleverde melk te vergelijken met de kilogrammen afgeleverd vlees van levende dieren (netto afgevoerde koeien, pinken en kalveren). Het gewicht van afgevoerd vee is afhankelijk van de veevervanging en van de hoeveelheid aangehouden jongvee.