Noorse kreeft (langoustine)

Noorse kreeftjes of langoustines zijn voor een deel van de kottervissers een belangrijke bron van inkomsten. Noorse kreeftjes komen voor in specifieke leefgebieden. Er is echter weinig informatie over de bestanden in de gebieden waar Nederlandse vissers vooral komen. Met een kleine groep vissers gaan we aan de slag om gedetailleerde informatie over hun vangsten te verzamelen en hiermee de bestandsschatting te verbeteren.

  • shutterstock_143668063_langoustine_Nephrops_norvegicus_schaaldier_1000.jpg

Binnen het platform voor onderzoekssamenwerking (OSW 2.0/2.2) werken onderzoekers samen met vissers aan het verbeteren van de kennis over Noorse kreeftbestanden (Nephrops norvegicus, langoustines) die belangrijk zijn voor de Nederlandse vissersvloot. Een zelfbemonsteringsprogramma moet ervoor zorgen dat er meer gegevens beschikbaar komen voor de jaarlijkse toestandsbeoordeling en het vangstadvies.

Bestandschattingen van Noorse kreeftbestanden verbeteren

De ambitie is om de bestandschattingen van enkele Noorse kreeftbestanden te verbeteren. Het gaat specifiek om de Functional Units (leefgebieden, FU’s) Off Horn’s Reef (FU33) en Botney Cut – Silver Pit (FU5), en het gebied daartussenin dat niet specifiek tot een FU behoort (OutFU), waar de Nederlandse sector vist. Omdat er relatief weinig gegevens over deze kreeftjesbestanden zijn, vallen deze gebieden onder de zogeheten data-arme bestanden. Dat betekent dat de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) een advies aan de Europese Commissie geeft op basis van de voorzorgsbenadering. Dit houdt in dat er extra voorzichtigheid in de adviezen is ingebouwd.

Voor het beheer van Noorse kreeft zijn de bestanden opgesplitst in zogenaamde Functional Units op basis van het leefgebied waarin ze leven (moddergronden). De gebieden die erbuiten vallen worden outerFUs genoemd. Er wordt een individual advies uitgegeven per FU maar uiteindelijk wordt er één visquotom vastgesteld voor Noorse kreeft.
Voor het beheer van Noorse kreeft zijn de bestanden opgesplitst in zogenaamde Functional Units op basis van het leefgebied waarin ze leven (moddergronden). De gebieden die erbuiten vallen worden outerFUs genoemd. Er wordt een individual advies uitgegeven per FU maar uiteindelijk wordt er één visquotom vastgesteld voor Noorse kreeft.

Hoeveel gegevens vergroten door zelfbemonsteringsprogramma

Daar komt nog bij dat ICES wel per FU een advies geeft aan de Europese Commissie, maar dat de Visserijraad één vangstadvies vaststelt voor Noorse kreeft in de gehele Noordzee. ICES adviseert daarom om met een op Noorse kreeft gericht bemonsteringsprogramma de hoeveelheid gegevens te vergroten. De nauwkeurigheid van de toestandsbeoordeling van de bestanden kan dan verbeterd worden. Binnen het project onderzoeksamenwerking (OSW 2.0) ging daarom in 2018 het zelfbemonsteringsprogramma Noorse kreeft van start.

Vissers verzamelen data over hun vangstsamenstelling

Vissers verzamelen via een onderzoeksprotocol uitvoerige gegevens over hun vangstsamenstelling die de onderzoekers kunnen toevoegen aan de data voor de bestandsschattingen. De meewerkende schippers vissen nagenoeg jaarrond op kreeftjes en hebben weegschalen aan boord geïnstalleerd die de vangst in het net wegen.

De eerste jaren werd er gewerkt met drie schepen, vorig jaar is er uitgebreid tot zes schepen. Voor betrouwbare toestandsbeoordelingen van de Noorse kreeftbestanden moet een ononderbroken tijdsserie van minimaal vijf jaar worden opgebouwd.

Infographic_NoorseKreeft - web.jpg

Download de infographic over Noorse kreeft

Stel uw vraag over vangstbemonstering van Noorse kreeft aan onze expert: