Nieuws

Betere groei standvis Waddenzee komt door klimaatverandering, en niet door minder voedingsstoffen

article_published_on_label
14 juni 2021

Vier soorten standvis in de Nederlandse Waddenzee hebben geen hinder in groei ondervonden door het succesvol terugdringen van hoge concentraties voedingsstoffen in de Noordwest-Europese kustwatersystemen. Tegen verwachtingen in blijken de bestudeerde soorten na de eutrofiëringsperiode juist harder te groeien, profiterend van een hogere watertemperatuur en een langer groeiseizoen. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Marine Research in samenwerking met het NIOZ naar ruim duizend gehoorbeentjes (otolieten) van diklipharders, puitalen, zeedonderpadden en finten, dat is gepubliceerd in Marine Environmental Research.

Figuur 1: Groei vier soorten standvis in twee perioden van tien jaar, afgezet tegen mate van eutrofiërings en watertemperatuur. Credits: Wageningen Marine Research
Figuur 1: Groei vier soorten standvis in twee perioden van tien jaar, afgezet tegen mate van eutrofiërings en watertemperatuur. Credits: Wageningen Marine Research

Bij vier vissoorten is gekeken of die in de eutrofiëringsperiode beter groeiden, dan in de recente periode waarin de concentraties voedingsstoffen veel lager zijn. Aan de hand van de analyse van jaarringen (groeiringen) in de otolieten uit de perioden 1971-1986 en 2005-2019 ontdekten de onderzoekers dat diklipharders, puitalen, zeedonderpadden en finten tegenwoordig beter groeien dan in de periode van eutrofiëring. Mannetjes harders, fint en puitaal worden tegenwoordig zo’n zeven centimeter langer dan vroeger. Dat groeiverschil bouwen ze vooral op in het eerste of tweede levensjaar. Het groeiverschil werd niet veroorzaakt door een verandering in de voedingsstoffen, maar wel door de watertemperatuur die in dezelfde periode door klimaatverandering gestegen is. De onderzoekers hebben naast het effect van eutrofiëring ook de invloed van de totale aanwezige visbiomassa in beide meetperioden meegenomen in hun analyse. Als er minder vis aanwezig is, kan er meer voedsel beschikbaar zijn per vis en kunnen ze harder groeien. Zij vonden echter geen aanwijzing dat dit heeft gespeeld bij deze soorten.

Er wordt vaak gesuggereerd dat vis last zou hebben van de afname van bijvoorbeeld fosfaat en nitraat in het oppervlaktewater. Want minder voedingsstoffen zou kunnen leiden tot minder algen, minder kleine beestjes en uiteindelijk tot een kleiner voedselaanbod voor vis.

Otoliet diklipharder met jaarring-meetpunten
Otoliet diklipharder met jaarring-meetpunten
Otoliet fint met jaarring-meetpunten
Otoliet fint met jaarring-meetpunten

Otoliet zeedonderpad met jaarring-meetpunten
Otoliet zeedonderpad met jaarring-meetpunten
Otoliet puitaal met jaarring-meetpunten
Otoliet puitaal met jaarring-meetpunten