Nieuws

Onderzoek naar marine communities: van de Noordpool naar de Cariben

article_published_on_label
21 december 2016

In haar promotieonderzoek aan de leerstoelgroep Milieubeleid heeft Linde van Bets geanalyseerd hoe het bestuur van maritieme activiteiten zich heeft aangepast aan de veranderende omgeving. “Het gaat specifiek om marine communities, grensoverschrijdende gemeenschappen van gebruikers en beleidsmakers die betrokken zijn bij maritieme activiteiten als cruisetoerisme en olie- en gasboringen.” Een kort interview over haar onderzoek.

Onderzoek in het noordpoolgebied en op de Cariben. Dat zijn twee uitersten.


“Klopt. Binnen een groter onderzoeksprogramma in Wageningen kwam ik uit bij twee uiterste ecosystemen. Die keuze heeft er vooral mee te maken dat beide plekken een transnationaal netwerk zijn met communities die niet lokaal of plaatsgebonden zijn. Daar gaat mijn onderzoek over.”

Waar hebben we het dan over?


“Door klimaatverandering op de Noordpool komen olie- en gasreserves makkelijker beschikbaar en zo ontstaan er nieuwe marine communities, rond offshore gasboringen in de Barentszzee bijvoorbeeld. Dat is Noors grondgebied en het staatsbedrijf Statoil heeft veel baat bij deze boringen. Het bedrijf heeft 160 kilometer van de kustlijn een enorme drijvende installatie gebouwd. Dit is het eerste offshore gasproject van deze omvang, een nationaal prestigeproject met internationale aandacht. De Noorse overheid wil van Hammerfest het nieuwe internationale olie- en gascentrum maken. Hierdoor moet de lokale community in Hammerfest zich niet alleen aanpassen aan een snel veranderend noordpoolklimaat, maar ook aan nieuwe socio-economische ontwikkelingen.”

Willen de inwoners van Hammerfest dat ook?


“Hammerfest was een geïsoleerd gebied in het noorden van Noorwegen dat zeer afhankelijk is van visserij. De lokale visserscommunity wordt nu een internationale marine community rond olie- en gaswinning. Dat betekent een enorme transformatie met een grote pijpleiding door de lokale visgronden. De samenwerking tussen de Noorse overheid en Statoil, die beiden zowel gebruikers als beleidsmakers zijn in deze community, probeert rekening te houden met de natuur en de lokale gebruikers, maar wel tot een bepaalde grens. Het moet economisch interessant blijven.”

Je bent ook in Spitsbergen geweest. Wat deed je daar?


“Mijn onderzoek daar zoomt in op cruisetoerisme, relatief kleinschalige natuurexpedities voor een specifiek publiek. Deze cruises zijn niet zo grootschalig als op de Cariben.”

Gaat dat goed, natuur en commercie?


“De spanning tussen natuur en toerisme is er zeker, maar de organisaties willen verantwoord samenwerken in de marine community. In 2003 heeft de gebruikersgemeenschap zich verenigd in AECO, Association of Arctic Expedition Cruise Operators, en zelfregulerende richtlijnen opgesteld hoe om te gaan met natuur. Spitsbergen valt onder de wetgeving van Noorwegen, maar AECO wil voorkomen dat Noorwegen strengere wetgeving gaat opleggen. Ze hebben dat zo vooruitstrevend opgepakt dat Noorwegen een deel van de richtlijnen heeft overgenomen in de nationale wetgeving.”

Hoe verklaar je dat succes?


“Door de netwerkstructuur beschikt AECO over veel informatie en kennis. Dat is een van de succesfactoren, maar het kan ook doorslaan. Voor de crew van een expeditie is de hoeveelheid informatie tot een bepaald punt goed, daarna gaan ze twijfelen over het nut van de informatie. Wat doet de beleidsmakergemeenschap met de gegevens? Het moet geen eenrichtingverkeer zijn. Als de crew informatie geeft over wildlife tijdens expedities, willen ze graag inzicht in de database. Ook zijn ze bang dat ze door de gegeven informatie misschien geen toegang meer krijgen tot het gebied.”

Informatie speelt dus een cruciale rol?


“Zeker. De informatie draagt bij aan de wetenschap. Iedereen heeft tegenwoordig toegang tot informatie, niet alleen de overheid of natuurwetenschappers. Het is echter wel de vraag welke informatie betrouwbaar is en waar de verantwoordelijkheden liggen. Informatie is macht en dat beïnvloedt sociale relaties. Daar komt bij dat er verschillende stakeholders en partijen zijn die door de netwerkstructuur niet meer op een bepaalde plek hoeven te zitten. Het gaat niet meer om de wetgeving per land, maar om de transnationale context in de marine community.”

Ga je nu weer naar de Caribische warmte?


“Haha. Eerst ben ik nog bezig met de afronding van mijn proefschrift. Ik moet nog even kijken wat ik daarna ga doen. In ieder geval ben ik voor deze onderzoeken op bijzondere plekken geweest en ik heb daar veel geleerd.”