Longread

Vissen is keuzes maken, elke dag weer

10 minuten

Onderzoeker Geert Hoekstra is sinds januari als visserij-econoom werkzaam bij Wageningen Economic Research. Daar houdt hij zich bezig met economische monitoringsprojecten en beleidsanalyse rondom actuele thema’s in de visserijsector, zoals pulsvisserij, aanlandplicht, visverwerking en -handel. Hoewel het leven op zee voor hem als Urker geen onbekende wereld is, vindt hij het belangrijk om ondernemers in de dagelijks praktijk te spreken. Juist dan kom je volgens hem met overheid en ondernemers in gesprek over de implementatie van beleid en verduurzaming van de sector. Wij volgen hier zijn bespiegelingen aan boord van een kotter.

Deze week was ik bij schipper Johan Romkes te gast aan boord van de Schotse kotter BCK-40. Samen met zijn broer Jurie runt hij het familiebedrijf. De ruim 42 meter lange kotter vist het grootste deel van het jaar op schol.

kotter.jpg

Wat me deze week het meest is bijgebleven is de hoeveelheid onderwerpen waar Romkes dagelijks mee te maken heeft en waarin hij met zijn familiebedrijf keuzes moet maken.
Geert Hoekstra, visserij-econoom

Brexit

De media staan er vol van: wordt het een harde of zachte brexit? Volgens velen is het koffiedik kijken. Brexiteers, de voorstanders van een brexit, vinden dat het Verenigd Koninkrijk niet alleen het alleenrecht op de 12-mijlszone moet terugwinnen maar ook de 200-mijlszone rond het Verenigd Koninkrijk. Voor visserijbedrijven die in de zuidelijke Noordzee vissen is het daarom heel spannend hoe een brexit uitpakt.

In de noordelijke Noordzee wordt vooral op schol gevist en zijn de directe gevolgen van een brexit minder groot. De kotter waar ik me op bevind is in handen van een Nederlands familiebedrijf, maar vaart onder Schotse vlag. Romkes geeft aan dat het bedrijf al min of meer 'futureproof' is gemaakt door rekening te houden met meerdere brexitscenario’s. Zo is er bewust geïnvesteerd in voldoende scholquotum en quota voor andere vissoorten voor verschillende viswateren. Daarnaast is het scenario van een harde brexit overdacht wanneer invoerrechten van aan te landen vis naar de EU worden doorgevoerd. Een alternatief bij zo’n situatie is de vis in de VK aan te landen en te laten verwerken. Of dit een oplossing is valt vanuit een sociaal en economisch standpunt te betwijfelen. Het liefst verwerk je de gevangen vis zo dicht mogelijk bij huis waar de lokale kennis vertegenwoordigd is.

De Schotse economie is zeer afhankelijk van de inkomsten van nationale visserijbedrijven. Wageningen Economic Research deed onderzoek naar de mogelijke gevolgen van verschillende brexitscenario’s (De vis wordt duur(der) betaald na harde brexit). Onderzoekers Heleen Bartelings en Zuzana Smeets-Kristkova concludeerden dat een harde brexit een verlies-verliessituatie zou zijn voor alle partijen. Het zou leiden tot een aanzienlijk welvaartsverlies als gevolg van een groeiend protectionisme en misallocatie van middelen.

Pulsvisserij

De BCK-40 kan naast vissen met boomkor ook de pulstechniek toepassen. Bij de pulstechniek wordt met elektrische pulsen de platvis of garnaal opgeschrikt waardoor die met het sleepnet gevangen kan worden. De techniek is doorontwikkeld vanuit de boomkorvisserij als gevolg van het relatief hoge brandstofverbruik van de traditionele boomkortechniek.

Wageningen Economic Research heeft meerdere onderzoeken gedaan naar de economische impact van de pulsvisserij voor Nederlandse visserijbedrijven. Rond 1986 werd de eerste poging gedaan om het pulstuig commercieel te kunnen inzetten (Platform voor kennisuitwisseling in de visserij, Vist ik het maar). Met name het lagere brandstofverbruik en minder discards in de meeste situaties boden veel perspectief voor de innovatieve techniek. Discards zijn vangsten die wel aan dek komen maar vervolgens weer overboord gezet worden. Tot een marktimplementatie kwam het niet, want in 1988 besloot de Europese Unie een verbod op elektrisch vissen in te voeren.

Begin jaren negentig werd de techniek desondanks op kleine schaal opgepakt om verder door te ontwikkelen en te testen. Uiteindelijk leidde dit rond 2005 tot de eerste pulsontheffing die door de Europese Unie aan een Nederlandse kotter verleend werd. Door het veel lagere brandstofverbruik volgde snel de interesse van Nederlandse kotters (Taal en Klok, 2014). Een aanvraag van het Nederlands ministerie leidde vervolgens tot 21 nieuwe pulsontheffingen, wat overeenkwam met 5% van de kottervloot. Omdat de belangstelling onder kottereigenaren veel groter was, verleende de Europese Unie nog 20 ontheffingen waardoor het totale aantal pulsontheffingen op 42 kwam.

Ten slotte stemde de Europese Unie in om 42 extra ontheffingen te verlenen, gebaseerd op twee doelen die al beschreven stonden in twee Europese wetsartikelen: bijdragen aan een hogere selectiviteit en daarmee de gevolgen van de implementatie van de aanlandplicht op een aanvaardbaar niveau brengen en het verzamelen van kennis en data over de effecten van pulsvisserij op de Noordzee.

Het totale aantal pulsontheffingen kwam daarmee op 84, waarvan de laatste 42 op tijdelijke basis zijn verleend (Haasnoot et al., 2016). Mede door de pulsvisserij is er diversificatie in de viswateren. Pulsvisserij heeft als doelsoort tong, die voornamelijk in de zuidelijke Noordzee zwemt op zandachtige zeegronden. De kotters die de boomkor- en twinrigtechniek toepassen hebben momenteel als doelsoort voornamelijk schol, die met name voorkomt in het noorden van de Noordzee.

Duurzaamheid

Door de jaren heen zijn er veel initiatieven opgepakt om de visserijsector te verduurzamen. De uitstoot van CO2 in de Nederlandse kottervisserij is aanzienlijk teruggedrongen door innovatieve vistechnieken en een krimp in het aantal schepen (bron: Visserij in Cijfers). Daarnaast zijn er diverse keurmerken die een kotter kan ontvangen wanneer aan hoge duurzaamheidseisen wordt voldaan. Romkes' bedrijf heeft bijvoorbeeld het MSC-label (Marine Stewardship Council (www.msc.nl). Romkes vraagt zich af of de consument altijd weet wat dit MSC-label inhoudt. In het verleden hebben zij aan meerdere certificeringsprogramma’s meegewerkt die duurzaamheid op het oog hebben.

Uiteindelijk gaat het om de toekomst van degenen nu aan boord, je neven en zonen, de nieuwe generatie. Duurzaamheid heeft alles te maken met niet alleen op dit moment voorzichtig met de natuur omgaan, maar ook de natuur zo bewaken dat de nieuwe generatie ook dicht bij en dankzij dezelfde natuur de kost kan blijven verdienen.
Johan Romkes, schipper

Er zijn ook ongeveer 123 kotters die deelnemen aan Fishing for Litter. In dit programma verzamelt een visser vrijwillig afval aan dek om het later in de haven bijeen te brengen zodat het gerecycled kan worden. 'Uiteindelijk gaat het om de toekomst van degenen nu aan boord, je neven en zonen, de nieuwe generatie. Duurzaamheid heeft alles te maken met niet alleen op dit moment voorzichtig met de natuur omgaan, maar ook de natuur zo bewaken dat de nieuwe generatie ook dicht bij en dankzij dezelfde natuur de kost kan blijven verdienen.'

Familiebedrijf en schaalvergroting

Romkes vertelt dat hij als één van de eigenaren van het visserijbedrijf de handelsgeest en het ondernemersbloed van huis uit heeft meegekregen, wat voor veel familiebedrijven geldt.

'Je bent de tweede generatie in het familiebedrijf en de derde generatie wordt klaargestoomd om het familiebedrijf over te nemen. De kunst is om in alle drukte van de dag een strategie met elkaar te voeren waar ieder familielid in het bedrijf bij gebaat is. Als familie en tegelijk eigenaar wil je altijd de schouders eronder zetten. Alles zit in het familiebedrijf: je pensioen maar ook de toekomst van je zonen en neven. De bedrijfsopvolgers wil je een rendabel bedrijf overdragen zodat er brood op de plank blijft komen.

Loyaliteit en verantwoordelijkheid nemen staan hoog in het vaandel, ook in de slechte tijden. Dit is absoluut een kracht van het familiebedrijf. Bij beursgenoteerde bedrijven zie je dat veel minder. Omdat ieder familielid is opgegroeid met het reilen en zeilen van het bedrijf is er continu kennisoverdracht. De uitdaging van het familiebedrijf is altijd rationele keuzes maken die in het financieel belang zijn van het bedrijf en dat vraagt weleens offers. Doordat je familie bent spelen emoties vaak een belangrijke rol bij grote beslissingen.'

De visserijsector bestaat bijna geheel uit familiebedrijven. Het overgrote deel van de Nederlandse actieve kottervloot bestaat uit familiebedrijven met één kotter. De afgelopen jaren is er sprake van consolidatie: minder bedrijven die over meer kotters beschikken. Zie ook Agrimatie (Visserij in Cijfers).

Aanlandplicht

Eerst bepaalde het Gemeenschappelijk Visserij Beleid tot 2014 dat ondermaatse jonge vis of vis die buiten het quotum werd gevangen, overboord moest worden gezet zodat deze door kon leven of als voedsel kon dienen voor andere dieren in de ecologische keten. Sinds 2015 is echter de aanlandplicht gefaseerd ingevoerd. Deze wetgeving is het tegenovergestelde van het eerdere beleid. Vanaf 1 januari 2019 moet voor alle gequoteerde vissoorten de ondermaatse jonge vis of vis buiten quota gevangen, aangeland worden om hiermee selectievere vangsten te stimuleren: de visser die te veel ondermaatse vis vangt of vis die buiten zijn quotum valt, kan uiteindelijk minder van zijn quotum benutten voor marktwaardige visvangsten.

Veel vissers zeggen dat met name in de gemengde platvisserij het (nog) te complex is om andere vissoorten van je doelsoort te scheiden doordat verschillende soorten door elkaar heen voorkomen op de bodem. Voor verdere informatie over de aanlandplicht zie Agrimatie (Visserij in Cijfers).

Overheid en bestuurders van de visserijen van de landen rondom de Noordzee zijn verenigd in De Scheveningen Groep. De Europese Commissie heeft in 2018 besloten de aanlandplicht voor de doelsoort schol uit te stellen met een jaar zodat visserijbedrijven iets meer tijd hebben om te innoveren om selectiever te kunnen vissen. Wel staat hier de verplichting tegenover dat een deel van de bedrijven meewerkt aan registratie van de discards door middel van camerabewaking aan boord.

loopband.jpg

Mij valt het deze week op de Noordzee op dat er relatief selectief gevist kan worden bij de doelsoort schol. Ik sta er versteld van hoe schoon de visserij is, in de zin van weinig discards
Geert Hoekstra, Visserij-econoom

Deze kotter vist de gehele week met de boomkortechniek op schol. Romkes vist normaliter met 100-110 mm. maaswijdte in de netten op schol. Ditmaal is ervoor gekozen om met 135 mm. maaswijdte te vissen. Het is indrukwekkend om met eigen ogen te zien in welke getalen deze grote schol wordt gevangen.

Windmolenparken

Verschillende lidstaten zijn van plan om een kunstmatig eiland met windmolens aan te leggen op de Doggersbank. Ook Nederlandse partijen kijken momenteel naar de (on)mogelijkheden. Op de website www.noordzeeloket.nl staat de Routekaart windenergie op zee 2030 met meerjarenplannen tot en met 2030 voor te bouwen windparken. De Doggersbank is een belangrijke visgrond (Hamon, et al., 2017) . Visserijbedrijven voelen zich dan ook gepasseerd in hun belangen als er windparken gebouwd worden bij hun belangrijke visgronden (Trouw).

Romkes zegt nog weinig last van de windparken te hebben omdat het bedrijf vrij noordelijk vist. De meeste windparken werden rondom de kustgebieden aangelegd; de vraag is nu vooral hoe de toekomstige ontwikkeling is. Romkes vertelt: ‘Er wordt nu al voor garnalen- en tongvisserij gevreesd voor inkomstenderving door de aanleg van windparken'.

De bemanning vertelt mij goed te begrijpen dat we als Europa vanuit de Sustainable Development Goals (SDG's) duurzaamheidsambities hebben. De vraag die opkomt is echter of windparken het gewenste effect hebben. Het kost volgens veel vissers veel subsidie om windmolens te plaatsen en vaak zie je dat er een dure infrastructuur moet worden aangelegd. Als visser observeer je week in, week uit wat de ruimtelijke impact is van het bouwen van windparken op de Noordzee.

Windmolens op zee

Er zijn windparken waarbij de aan te leggen kabels jarenlang op zich lieten wachten door juridische kwesties over het gebied. De terugverdienperiode komt dan steeds meer onder druk omdat de windmolens onderhevig zijn aan de eroderende werking van zoutwater. Ze kennen net als kotters de nodige onderhoudskosten en afschrijvingsperiode. De bemanning geeft aan weinig vertrouwen te hebben dat er goed naar het belang van de vissers gekeken wordt. 'De financiële belangen voor de windparken zijn te groot.'

Nieuwe verdienmodellen en toekomst visserij

Ik vraag de bemanning naar hun visie op nieuwe verdienmodellen voor de visserij. Het wordt volgens de mannen steeds belangrijker om multifunctionele schepen te hebben, verder te verduurzamen, je verhaal als ondernemer te kunnen vertellen voor je ‘licence to produce’ en om maatschappelijk draagvlak te hebben. De investering in diverse visserijtechnieken is jaren geleden al ingezet door het familiebedrijf. Zoals ik eerder aangaf, kan het bedrijf de boomkor- en pulstechniek toepassen. Daarnaast is het uitgerust om te kunnen twinriggen (www.vistikhetmaar.nl/lesmodules/borden-visserij/twinrig/).

Beleidsvoering en ondernemen

Romkes zegt dat je als ondernemer graag wil innoveren en continu wil verbeteren om aan je bedrijf te bouwen. Belangrijk vindt hij daarbij een langetermijnvisie en evenwichtig beleid. 'In het verleden hebben we grote veranderingen in het beleid gezien die impact hebben op je bedrijfsvoering.'

Romkes: 'Als ondernemer ben je altijd met de toekomst van je bedrijf bezig. Je wilt graag financiële en emotionele stabiliteit creëren om te kunnen blijven groeien. Ga ik vervangingsinvesteringen doen, of eerder een groot onderhoud om het huidige schip weer toekomstbestendig te kunnen maken? Hoe kan ik innoveren en verder verduurzamen? Gaan we het aantal schepen uitbreiden? Gaan we investeren in nieuwe of alternatieve vistechnieken? Meerdere schepen betekent hogere schuldverplichtingen bij de bank maar tegelijk hogere inkomsten en minder afhankelijkheid dan bij één schip. Een nieuwe kotter kost al snel exclusief vergunningen en rechten - denk aan visvergunningen voor specifieke wateren en quota per vissoort – zes miljoen euro.'

Hoe ziet de visserij er in 2030 uit?

'Visserij zal blijven bestaan', zegt de familie in koor. De wereldwijde vraag naar vis als gezonde voeding neemt toe. Volgens de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, was de visconsumptie wereldwijd in 1960 nog geen 10 kg per hoofd van bevolking. In 2016 was dit verdubbeld naar 20,2 kg (FAO studie). Tegelijk nemen de maatschappelijke vragen rondom visserij toe.

De Nederlandse visserijvloot heeft relatief veel geïnvesteerd in alternatieve vistechnieken. Voor de toekomst zal duurzaamheid als maatschappelijk onderwerp steeds belangrijker worden. Daarnaast wordt wendbaarheid om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen voor een visserijbedrijf steeds belangrijker. Denk aan beschikbare quota en het kunnen toepassen van verschillende vangsttechnieken. Het gaat de bemanning van de BCK-40 aan het hart dat vissers vaak in een negatief daglicht komen te staan. Als bedrijf staan ze open voor initiatieven om hun werk open en transparant te laten beleven door de samenleving:

We hebben in het verleden al regelmatig onderzoekers, journalisten of ngo’s aan boord meegenomen om ze te laten proeven hoe de praktijk is. Vaak vertellen ze na een week dat ze een genuanceerder beeld hebben gekregen.
Johan Romkes, schipper

Vissende ondernemer Romkes en ik, als onderzoeker, zijn het over één ding snel eens: juist de kennis van de praktijk achter de cijfers zorgt ervoor dat we elkaar beter begrijpen en die kennis is de basis voor een goede verstandhouding tussen overheid en bedrijfsleven.

Ik dank de bemanning van de BCK-40 voor hun gastvrijheid en openhartigheid.