Nieuws
Meststoffen maken op basis van water en lucht
Stikstof en zuurstof gebruiken om water te reinigen, en vervolgens de nieuwe verbindingen inzetten als meststof. Het klinkt te mooi om waar te zijn, maar het bedrijf VitalFluid ontwikkelde een methode waarbij het mogelijk is. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research onderzoekt hoe de meststoffen gebruikt kunnen worden in 'organic' teelten.
Als lucht wordt geëlektrocuteerd, bijvoorbeeld door een bliksemschicht, dan ontstaat een plasma: daarin vallen de aanwezige stikstof (N2) en zuurstof (O2) uiteen in reactieve componenten. Als het plasma door water wordt geleid, dan gaan deze componenten onderling verbindingen aan. Als die nieuwe combinaties in aanraking komen met water (H2O), dan ontstaan nieuwe reactieve zuurstof- en reactieve stikstofverbindingen. Die stoffen hebben een tijdelijke werking op micro-organismen, en zorgen dus voor reiniging van het water. Als de verbindingen zijn uitgewerkt, dan blijft de stabiele meststof nitraat over.
Dit principe gebruikt VitalFluid voor twee toepassingen: zaadbehandeling en het creëren van meststoffen. WUR is gevraagd te onderzoeken of die meststoffen in te passen zijn voor de 'organic' teelt ('USDA approved'). In deze teelten zijn namelijk geen direct opneembare stikstofmeststoffen toegelaten. De organische meststoffen die wél zijn toegestaan worden pas opneembaar als ze omgezet zijn door micro-organismen in de grond. Daardoor kunnen telers de meststoffen niet heel exact toedienen.
De meststoffen die ontstaan in het systeem van VitalFluid zijn direct opneembaar door het gewas. Maar hoe kunnen ze het beste worden toegediend? Hoe reageren ze bijvoorbeeld op andere stoffen, en hoe kan de nitraatoplossing geneutraliseerd worden? Dat onderzoekt WUR in de teelt van tomaten: van mei tot november krijgt de ene helft van een kas organische meststoffen volgens een reguliere USDA-methode, en de andere helft dezelfde meststoffen aangevuld met het nitraat uit het systeem van VitalFluid.
Dit project wordt gefinancierd door het EU Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma onder Grant Agreement nummer 5049-1.