Nieuws

Boeren willen meer informatie over natuurinclusieve landbouw

article_published_on_label
1 november 2019

Boeren die aan de slag willen met natuurinclusieve landbouw (NIL) geven aan dat ze graag meer informatie willen over deze vorm van landbouw. Ook een beter overzicht van NIL-maatregelen en belemmeringen in wet- en regelgeving zou de boeren kunnen helpen. Op dit moment is de informatie die zowel online als offline wordt aangeboden volgens hen nog te gering. Daarnaast zouden de boeren ervaringen willen horen van andere boeren en van bedrijfsadviseurs.

Dit staat in het eindrapport over de kennisbehoefte van boeren over natuurinclusieve landbouw uitgevoerd door Wageningen University and Research (WUR), Louis Bolk Instituut en Aequator Groen & Ruimte i.o.v. het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Bij natuurinclusieve landbouw gaat het om een verweving van voedselproductie en natuurlijk kapitaal, op zo’n manier dat zowel landbouw als natuur, er sterker uitkomt. Landbouw maakt daarbij meer gebruik van ecosysteemdiensten en wordt robuuster en duurzamer. De natuur krijgt meer zorg van boeren en biodiversiteit wordt ondersteund.

Bijeenbrengen vraag en aanbod

In de studie is onderzocht hoe vraag en aanbod van NIL-kennis bij elkaar kunnen worden gebracht wat betreft inhoud, vorm (medium) en de partij die de kennis moet aanbieden. De studie is gericht op een zo breed mogelijke groep grondgebonden agrariërs, omdat NIL zich niet beperkt tot bijzondere vormen van voedselproductie, als voedselbossen en permacultuur.

Fogelina Cuperus (WUR) werkte aan het rapport mee: ‘Uit ons onderzoek blijkt dat agrariërs zich bij bedrijfsveranderingen breed oriënteren en ideeën opdoen via vakbladen en internet. Vervolgens zoeken agrariërs praktijkvoorbeelden bij andere boeren en proefbedrijven of bespreken ze mogelijkheden voor NIL in studiegroepen. Een deel van de agrariërs zou de concrete inpassing van NIL-maatregelen met een bedrijfsadviseur graag specifiek maken voor hun eigen bedrijf. Echter, de vraag naar informatie over natuurinclusieve landbouw en het aanbod ervan, liggen te ver uit elkaar. Dat belemmert de boeren om kennis te nemen van dit soort landbouw en ook om het toe te passen.’

Aanbevelingen

In het rapport wordt aanbevolen om meer in te zetten op het aanbieden van overzichtelijke informatie over NIL op internet. Bijvoorbeeld door het beschrijven van de opties aan NIL-maatregelen en informatie over bestaande regionale praktijknetwerken (rondom proefbedrijven, voorbeeldbedrijven, studiegroepen). Een andere aanbeveling is het stimuleren van onafhankelijk NIL-bedrijfsadvies.

Stap naar natuurinclusieve landbouw

Het is van belang om kennis over NIL zodanig aan te bieden dat het voor elke agrariër mogelijk is om een stap te zetten naar een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering,’ vertelt Cuperus.

‘In het rapport wordt geadviseerd te benadrukken dat elke agrariër nu al, bewust of onbewust, een of meerdere NIL-maatregelen neemt. Dit kan het vertrekpunt zijn om zich over andere maatregelen te informeren die in de bedrijfsvoering zijn in te passen. Hierbij valt te denken aan maatregelen als kruidenrijk grasland, niet-kerende grondbewerking en het telen van groenbemesters. Er is geen noodzaak om meteen de hele bedrijfsvoering om te gooien. Dit maakt het experimenteren met NIL laagdrempelig. Daarmee blijft het niet beperkt tot een enkeling die tot een volledig andere bedrijfsvoering over gaat. Natuurinclusieve landbouw komt op die manier voor een brede groep agrariërs dichterbij.’

Bronnenonderzoek

De verkenning omvatte bronnenonderzoek, telefonische interviews en diepte-interviews met agrariërs en enkele adviseurs. De uitkomsten hieruit zijn besproken in een workshop met een breed gezelschap uit praktijk, onderwijs, onderzoek en beleid.

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van beleidsondersteunend onderzoeksthema Natuurinclusieve landbouw.

Publicatiegegevens

‘Verkenning kennisbehoefte van agrariërs t.a.v. natuurinclusieve landbouw en het reeds bestaande aanbod van deze kennis. Waar is de match, de mismatch en hoe die te overbruggen?’ (september 2019)