Nieuws

Onderzoeksprogramma per werkpakket voor 2021

article_published_on_label
27 mei 2021

Het eerste onderzoeksjaar van deze PPS is achter de rug. Het afgelopen jaar stond voornamelijk in het teken van literatuurstudie en het opstarten van het project. De bevindingen over 2020 zijn onlangs gepubliceerd op deze website middels een ‘leaflet’ per werkpakket. Wat er in 2021 wordt opgepakt leest u onderstaand.

Werkpakket 1: Klimaat en water (droogte)

In dit werkpakket onderzoeken we hoe we grasvelden in de toekomst weerbaar kunnen maken tegen droogte.

In 2020 is een literatuurstudie uitgevoerd (in nauwe samenwerking met werkpakket 2 en 4). Samen met de private partners hebben we tijdens een workshop in maart de aanpak voor 2021 uitgewerkt.

In juni ontvangen beheerders van sportvelden, golfbanen, evenemententerreinen en openbaar groen een schriftelijke enquête om te inventariseren hoe zij met droogte omgaan. Tevens vragen we wat de verwachtingen voor de toekomst zijn en de daaraan gekoppelde kennisbehoefte.

In de zomer gaan we samen met de onderzoekers uit de werkpakketen 2 en 4 metingen verrichten op een drie jaar oude zode van een bestaand proefveld in Wolfheze. Op een deel van de veldjes met Engels raaigras en veldbeemdgras meten we de hoeveelheid wortels en stoppels. We hopen daarbij op een droge zomer.

Daarnaast wordt in het najaar samen met werkpakket 2 een veldproef in Wageningen aangelegd met verschillende monoculturen en mengsels. We gaan daarbij onder andere het effect van beregening en maaifrequentie bestuderen. Overleg over de opzet is gestart in februari en in de loop van de zomer 2021 volgt de exacte invulling.

Werkpakket 2: klimaat en temperatuur

De onderzoekers van dit werkpakket onderzoeken het verkoelend effect van grasvegetatie in vergelijking met andere terreinen en wat de effecten zijn van verschillende beheermethoden op het verkoelend effect van grasvegetatie middels veldonderzoek.

In 2020 is gestart met een literatuurstudie en in 2021 gaat dit werkpakket naast de literatuurstudie verder met een simulatiestudie en veldmetingen.

Voor het literatuuronderzoek wordt de bestaande database aangevuld met enkele (wetenschappelijke) publicaties die aanvullende informatie kunnen geven op het lopende onderzoek.

In de simulatiestudie onderzoekt dit werkpakket wat de 'prestatie' van grassen is bij aanwezigheid en afwezigheid van bomen (met bladerdak boven het gras) en wat het verschil is tussen gras ten opzichte van verharde ondergrond. Gevoelstemperatuur is hierbij de belangrijkste te onderzoeken parameter.

In de periode juni-september vinden er veldmetingen plaats om een tijdlijn met momentopnames te creëren om na te gaan wat het verkoelende effect is van verschillende grasvegetaties. Op het proefveld in Wolfheze wordt onder andere onderzoek gedaan naar het verkoelend effect van beregenen. Op het proefveld in Wageningen dat in het najaar van 2021 wordt aangelegd zal naast beregenen ook maaifrequentie als beheermaatregel worden onderzocht, waarbij het onderzoek plaatsvindt op veldjes met verschillende monoculturen en mengsels. De resultaten van de veldmetingen kunnen vervolgens worden gebruikt als referentie, en waar mogelijk als input voor de simulatiestudies.

Werkpakket 3: Grasvegetaties en biodiversiteit

Dit werkpakket kijkt hoe gemeenten en graszaadleveranciers samen de biodiversiteit van grasvegetaties (met behoud van gewenste functies) binnen het stedelijk landschap kunnen verhogen.

In dit werkpakket wordt bij verschillende organisaties, o.a. gemeenten, sportclubs en golfclubs onderzocht hoe in de praktijk omgegaan wordt met hun grasvegetaties en de biodiversiteit.

In 2020 zijn de eerste partijen benaderd om inzichtelijk te krijgen hoe er omgegaan wordt met groen en wat er al gedaan wordt aan biodiversiteit in het groen dat deze organisaties beheren en waar hun kennisbehoefte ligt om nog méér te kunnen doen aan biodiversiteit. Dit jaar worden meer gemeenten en sportaccommodaties bezocht voor gesprekken, ook worden de graszaadleveranciers bevraagd hoe ze kunnen bijdragen aan het verhogen van de biodiversiteit.

Kennis en wensen rond zaaigoed en het verhogen van biodiversiteit in gemeentelijke grasvegetaties zal worden gedeeld door middel van een workshop met gemeenten, onderzoekers en gras/kruidenzaad leveranciers of via factsheets.

In het najaar wordt een inzaaiproef met kruiden in bestaande grasvegetatie aangelegd bij twee gemeenten. Daarnaast worden de raakvlakken met de andere werkpakketten op het gebied van beleving, plaagbestrijding c.q. natuurlijke vijanden uitgewerkt en bepaald welke raakvlakken meegenomen worden in het verdere onderzoek.

Werkpakket 4: Koolstofvastlegging van grasvelden

De onderzoekers uit dit werkpakket willen kengetallen over de organische stof opbouw van grasvegetaties genereren, rekening houdend met de functie en ondergrond van grasvegetaties.

In 2020 is gestart met de literatuurstudie waarbij de hoofdvraag 'wat is de hoeveelheid koolstof in grasvelden' onvoldoende is beantwoord.

De onderzoekers willen de koolstofopslag van soorten in monocultuur bemonsteren van een aantal rassen die uiteenlopen wat betreft zodedichtheid, om eventuele variatie binnen een soort vast te stellen. Omdat de opbouw van koolstof meerdere jaren duurt en de koolstofopbouw van grasvelden kan verschillen worden praktijkvelden in stedelijke omgeving bemonsterd, waaronder parken en bermen. Verschillen in ondergrond en beheer worden voor zover mogelijk als variabele meegenomen.

In het najaar wordt samen met werkpakket 1 en 2 een veldmonitoring uitgevoerd op proefvelden en/of in de praktijk. De waarnemingen bestaan uit het nemen van wortel- en stoppelmonsters en het beoordelen van de zodekwaliteit, bij voorkeur onder droge omstandigheden. De wens is om diverse monsters te nemen verdeeld over verschillende locaties, soort, ras en behandeling.