Nieuws

Proefvelden aangelegd voor werkpakketten water, temperatuur en koolstof

article_published_on_label
13 oktober 2021

Het klimaat verandert, met een toename van (extreem) warme en droge perioden als gevolg. Dit heeft impact op het leefklimaat in steden, en op het functioneren van stedelijk groen zoals grasvelden. Om de impact van warmte en droogte op grasvelden te bestuderen is er in het kader van het landelijk onderzoeksprogramma PPS Grasvelden, Klimaat & Biodiversiteit op 1 september een meerjarige proef ingezaaid op de WUR campus (onderdeel Nergena). Hier gaan onderzoekers de komende jaren veel (deel)onderzoeksvragen over met name droogte en temperatuur kunnen beantwoorden.

Het doel van de proef is om meerjarig observaties te kunnen doen aan grasvelden met specifieke samenstellingen en onder verschillende beheerregimes. Het totale veld is een kwart hectare in omvang en bestaat uit 48 veldjes van 4 bij 4 meter en 192 veldjes van 2 bij 2 meter. Er liggen diverse mengsels van grassoorten die in de praktijk te vinden zijn op sport/evenementenvelden, en park/recreatievelden. De afzonderlijke soorten zijn ook gezaaid in monocultuur om de verschillen beter te kunnen verklaren.

Naast de bekende soorten Engels raaigras, veldbeemdgras en roodzwenkgras is ook rietzwenkgras en tetraploïd Engels raaigras gezaaid. De soorten en mengsels verschillen in groei en droogtetolerantie. Om die verschillen te versterken laten we de helft van de proef verdrogen en wordt de andere helft beregend. Bij beide behandelingen wordt een deel kort en frequent gemaaid en een ander deel hoger en minder vaak gemaaid.

Voorafgaand aan het inzaaien zijn ten behoeve van het vastleggen van een nulsituatie bodem mengmonsters genomen. Het veld is 40 steken per herhaling, op 0-5cm, 5-10cm, 10-20cm en 20-30cm diepte.

De geplande observaties kunnen starten in 2022 wanneer er dichte zoden zijn gevormd. Observaties kunnen het hele jaar plaatsvinden, waarbij voor de binnen de PPS Grasvelden, Klimaat & Biodiversiteit gedefinieerde werkpakketten ‘klimaat-water’ en ‘klimaat-temperatuur’ de hoop is gevestigd op een of meerdere droge en hete perioden gedurende het jaar. Dit zodat er voor, tijdens en na deze periode(n) metingen en observaties kunnen plaatsvinden die het effect van droogte en hitte in kaart moeten brengen.

Na een aantal jaren worden de veldjes bemonsterd op organische stof en koolstof om eventuele verschillen in koolstofvastlegging vast te stellen. Naast de geplande periodieke observaties zal doorlopend klimaatdata worden vastgelegd middels een weerstation en zal het verloop in bodemvochtpercentage worden geregistreerd.