Project

Veiligstellen van genetische diversiteit in gewassen en hun wilde varianten in ex situ collecties

Het behoud van diversiteit in land- en tuinbouwgewassen en hun wilde kruisbare verwanten is van groot belang voor onze voedselvoorziening, omdat variatie essentieel is om nieuwe rassen te ontwikkelen. Dit project richt zich op het ex situ behoud van land- en tuinbouwgewassen en met name groentegewassen.

De focus op groentegewassen is gekozen omdat er wereldwijd relatief weinig variatie in groentegewassen in de vorm van collecties wordt geconserveerd en omdat het Nederlandse bedrijfsleven wereldwijd één van de grote spelers is op het gebied van de veredeling van groentegewassen. Het CGN speelt een belangrijke rol bij het ex situ behoud van groentegewassen, zowel nationaal als wereldwijd. In de afgelopen jaren heeft dit dan ook geresulteerd in een afgifte van circa 6000 zaadmonsters per jaar aan onderzoeksinstellingen en veredelingsbedrijven wereldwijd.

Het project ‘Collectiebeheer’ concentreert zich op het optimale beheer van de genetische bronnen van 34 land- en tuinbouwgewassen. Het beheer omvat de activiteiten acquisitie, vermeerderen, zaadbeheer, karakteriseren, documenteren en gebruikers adviseren bij het aanvragen van collectiemateriaal, taken die een continu karakter hebben. De groentegewassen krijgen in dit project verreweg de meeste aandacht. Deze collecties zullen waar wenselijk en mogelijk uitgebreid worden met nieuw genenmateriaal. De overige collecties worden met zorg geconserveerd, maar zullen niet tot nauwelijks verbreed worden.

Gerealiseerde producten 2019:

  • acquisitie: 127 nieuwe accessies geacquireerd (m.n. sla via wilde verwanten sla collectiemissie Oezbekistan en appel waar buitenlandse rassen en onderzoeksmateriaal zijn vervangen door oude Nederlandse rassen),
  • opname: 122 nieuwe accessies (m.n. sla en spinazie) en 61 her-opgenomen accessies (m.n. tarwe en koolgewassen),
  • regeneratie: 175 accessies zijn geregenereerd bij het CGN (m.n. gerst en tarwe) en 248 accessies (m.n. sla, aardappel en meloen) door het veredelingsbedrijfsleven,
  • karakterisering: 232 accessies (m.n. gerst, tarwe, paprika en veldsla) zijn gekarakteriseerd,
  • documentatie: van 1322 accessies (m.n. gerst, sla en tarwe) zijn in de CGN database GENIS gedocumenteerd,
  • afgifte: 3670 zaadmonsters afkomstig van 2673 accessies zijn afgegeven aan 117 organisaties, in totaal waren er 136 aanvragen
  • zaadbeheer: de aanvangskiemkrachten van 204 accessies (m.n. kool, haver en spinazie) en de herhalingskiemkrachten van 2780 accessies (m.n. granen, sla en kool) zijn bepaald.



    Publicaties

    Cobben MMP, van Treuren R, Castañeda-Álvarez NP, Khoury CK, Kik C, van Hintum TJL (2015): Robustness and accuracy of Maxent niche modelling for Lactuca species distributions in light of collecting expeditions. Plant Genetic Resources: Characterization and Utilization 13: 153-161.

    Finkers R, Chibon PY, van Treuren R, Visser R, van Hintum TJL (2015): Genebanks and genomics: how to interconnect data from both communities? Plant Genetic Resources: Characterization and Utilization 13: 90-93.

    Groot SPC, de Groot L, Kodde J, van Treuren R (2015): Prolonging the longevity of ex situ conserved seeds by storage under anoxia. Plant Genetic Resources: Characterization and Utilization 13: 18-26.

    Pelgrom KTB, Broekgaarden, C, Voorrips, RE, Bas, N, Visser, RGF, Vosman, B (2015): Host plant resistance towards the cabbage whitefly in Brassica oleracea and its wild relatives. Euphytica 202: 297 – 306